overvloed van vruchten, den tropischen landen eigen. Het zuidelijk gedeelte is bergachtig en bijzonder voor de veeteelt geschikt. De luchtgesteltenis, heet in het Noorden, is gematigd in het Zuiden, dat 5 tot 7000 voet boven den waterspiegel ligt. Soms heeft men er zelfs ijs en sneeuw. De Transvaal is een goed land, een schoon land en een rijk land, onder alle oogpunten. Het is hoofdzakelijk bewoond door drie verschillende rassen: 1. het oorspronkelijk gele ras, zooals de Hottentotten, de Boschjesmannen, de Griquas en de Namaquas, welke laatsten schijnen te zullen verdwijnen; 2. de Kaffers of zwarten, welke men veronderstelt van Arabischen oorsprong te zijn en voortdurend oorlog voeren tegen gelen en blanken; 3. de eigenlijke blanken, 60,000 in getal, die afstammen van Nederlandsch geworden Franschen (Hugenoten), Nederlanders en Nederlandsch geworden Duitschers. De zwarte en gele bevolking wordt geschat op 800,000 zielen. In de vereenigde Zuid-Afrikaansche-Staten worden twee talen gesproken: Nederlandsch door 3/5, Engelsch en Nederlandsch door 2/5 der bevolking. Toen de Engelschen meester waren geworden van de Kaapkolonie, begonnen zij alles op Engelschen voet in te richten; het parlement, maar vooral de school, moest Engelsch worden. Dat alles is thans geheel anders geregeld en verbetert nog dagelijks. In de Kaapkolonie heeft men reeds het recht Nederlandsch te spreken en het onderwijs wordt er gegeven in onze taal. Onze kinderen zijn niet meer gedwongen klanken na te praten welke zij niet verstaan. Het Vereenigd Zuid-Afrika zal Nederlandsch worden, omdat het aan Nederland alles te danken heeft. De taal der Zuid-Afrikaners is gebleven wat zij voor twee eeuwen was. In het Zuid-Afrikaansch Nederlandsch zijn ternauwernood eenige Fransche en Engelsche woorden te vinden, die burgerrecht verkregen hebben. Wij woonden in de eenzaamheid en daarom zijn wij vrij gebleven van verbastering, zoowel onder oogpunt van taal als onder vele andere opzichten.’
Spreker gaf lezing van het volgende gedicht als proeve van Nederlandsch Zuid-Afrikaansch:
Vrede! vrede in Transvaal!
Loof en dank tienduizendmaal
Roem en prys Syn groote Naam,
Man en vrouw en kind te saam;
Spreek met eerbied en ontsag,
Van Syn wondre dag an dag.
Ja, Syn arm het heil gebrag.
Op ons bede, en ons geslag
Britse hoogmoed is gestuit.
En die vrede is nou gesluit.
God het Syn regverdigheid
Glansryk weer ten toon gespreid.
Hys den vryheidsvlag ten top!
Hef verblyd die harte op,
Wapper over stad en veld,
Dierb're vlag in eer hersteld!
Toon uw kleur op berg, in dal,
Uit die hart en met muziek -
Brand die vreugdeskote los,
D'eggo klinkt in kloof en bos.
Juig nou ouderdom en jeugd,
Dis 'n dag, 'n dag van vreugd.
Sing ook Piet en Frans Joubert
Om hul naam in eer te hou,
En so 's hul op God vertrou.
Noem Cronje, Pretorius, Brits,
Al die helde an die Spits.
Maar gedenk ook an die stroom
Aan die doode helde vroom
Denk an weduw, denk an wees,
De bedroefde vier geen fees -
O versag, verlig hun lot,
Wees hun steun, almagtig God.
Voorts verklaarde spreker, dat alle godsdiensten en godsdienstoefeningen in Transvaal vrij zijn en openlijk mogen beleden worden, als zij niet strijdig zijn met 's lands wetten of de goede zeden, zoodat in Transvaal vrijheid is voor ieder en een iegelijk. Hij besloot met den wensch te betuigen, dat ook van uit Antwerpen, uit België landverhuizers naar Transvaal mogen komen, vooral landbouwers en ambachtslieden; ook kunstbeoefenaars zullen welkom zijn. De overbevolking van hier zal in Zuid-Afrika vrijheid en welvaart vinden. De Transvaal heeft nog gemeenschapswegen noodig om zijne voortbrengselen naar zee te voeren. Het binnenland moet en zal verbonden worden bij middel van eenen spoorweg, met de Delagoabaai, eene Portugeesche bezitting op 300 mijlen afstand van Pretoria, de hoofstad van Transvaal; de Delagoabaai is eene der beste havens van Afrika en de redenaar drukte de verwachting uit al spoedig eene regelmatige stoomvaartlijn tusschen voornoemde haven en Antwerpen te zien tot stand komen.
Den 19n April is het gezantschap naar Brussel vertrokken, waar het met niet minder hartelijkheid en onderscheiding werd ontvangen en onthaald als in Holland en te Antwerpen. Bij het afstappen werden de reizigers verwelkomd door den heer A. Couvreur, ondervoorzitter van de kamer van volksvertegenwoordigers. De toejuichingen van het samengestroomde volk ontbraken niet. Voorafgegaan door de muziek van het regiment grenadiers en voorgelicht door schild- en fakkeldragers, werden de gezanten naar het Grand Hotel, waar zij kamers hadden