De Vlaamsche School. Jaargang 30

[p. 12]

Kroniek.

Antwerpen. Met toelating van het gemeentebestuur, laat de minister van binnenlandsche zaken de fraai gewerkte smeedijzeren versiering der

Teekening en houtsnede van wijlen J. Hemeleer.

pomp van Quinten Massys, op de Handschoenmarkt, door den heer Simon afgieten in pleister, voor het museum van afgietsels te Brussel. Zooals men weet, was de zoogenaemde pomp van Quinten Massys eertijds een gewone bornput, waarvan het kunstrijk eigenaardig ijzeren werk, hetwelk thans boven op de pomp staat, de dusgenaamde kevie vormde, waaraan de katrol was vastgemaakt welke voor het open aflaten van den schep-emmer diende. Het ijzerwerk moet op het einde van 1400 gemaakt zijn voor den put die over het Schepenhuis op de Grootemarkt stond; in 1557, bij de oprichting van het nog bestaande stadhuis (zie 1862, blz. 146), werd de voornoemde putkevie naar de Handschoenmarkt overgeplaatst.

Het voetstuk dat men afgebeeld vindt in het belangrijk werk van Jos. Linnig, was veel schilderachtiger dan de tegenwoordige pomp, welke in 1847 werd gemaakt onder de leiding van den stadsbouwmeester P. Bourla.

Buitenland.

's-Gravenhage. 5 November 1883 werden bij C. Van Doorn en zoon onder andere de volgende schilderijen in publieke veiling verkocht: Koller, Faust en Margaretha, 350 gl.; J.H.L. De Haas, Stier, 445 gl; Bruck Lajos, Stadsgezicht met figuren, 320 gl.; Fabron, De nalezing, 125 gl.; Bilders, Zomerlandschap, 120 gl.; Campotesto, Jong meisje met vogelnestje, 68 gl.; Coignard twee landschappen, 260 en 250 gl.; D. Koelman, Landschap, 165 gl.; J. Ten Kate, Aan de bron, 198 gl.

- Bij Johan Ykema zijn verschenen de 13^e en 14^e aflevering der Geïllustreerde Muziekgeschiedenis; zij bevatten het vervolg van het overzicht der voorouderlijke muziektuigen en zijn versierd met een zestal recht fraaie houtsneden, waartusschen vedelspelers der xiii^e en der xiv^e eeuw; Roelandshoorn; het Monochord; het zegel en het gebouw van de broederschap der Menestreelen te Parijs, in de xiv^e eeuw; een feestmaal in de xv^e eeuw en het keurig portret van J.P. Guignon, den koning der vedelspelers in 1741 te Parijs. In deze afleveringen is ook behandeld de opkomst en de bloei der polyfonie, van de 12^e tot de 16^e eeuw. Wij prijzen dit belangrijk werk onzen lezers nogmaals met de meeste warmte aan. Het is als eene schatkamer van hoogst wetenswaardige zaken, niet slechts voor de beoefenaars en liefhebbers der muziek, maar voor het beschaafd publiek in 't algemeen. Zeer zeker verdient de Geïllustreerde Muziekgeschiedenis eene plaats in iedere bibliotheek.

- De kunstkoopers S. Sarluis en Zn. kochten onlangs in Noord-Holland eene zeer zeldzame antieke Noord-Hollandsche sjees, rijk van beeldhouwwerk voorzien en fraai geschilderd. Zij moet destijds door koning Willem I ten geschenke zijn gegeven aan den gouverneur in Noord-Holland.

- In 1884 zullen geene toelagen worden verleend uit het fonds van HH. MM. den koning en de koningin, waaruit tot heden jaarlijks hulpgelden werden verstrekt aan jonge lieden met aanleg voor de beoefening der schoone kunsten; de middelen zullen gebruikt worden tot het koopen van Nederlandsche kunstwerken. In 1885 zullen weer toelagen worden verleend, maar dan aan hoogstens 5 jonge kunstenaars en eerst na het ondergaan van een streng vergelijkend onderzoek van de aanvragers.

Amsterdam. Een onbekende heeft 12,000 gl. in fondsen geschonken aan het Aardrijkskundig Genootschap, om gebruikt te worden voor onderzoekstochten door Nederlandsche reizigers.

Groningen. De Vereeniging tot Bevordering der Bouwkunst schrijft eene prijsvraag uit voor een ontwerp van monumentale fontein, die hoogstens 10,000 gl. mag kosten. De uitgeloofde prijzen bedragen 250 en 100 gl. Voorts ontvangt de bekroonde, bij uitvoering van zijn werk, 5% van het beloop van zijn bestek. Inzendingen uiterlijk den 1ⁿ Juni 1884 te doen. (Nadere aan wijzingen op aanvraag bij den secretaris der vereeniging te bekomen.)