De nieuwe Scheldekaaien te Antwerpen.
Steensnede van C. T'Felt, steendruk van L. Seghers en zonen.
In onzen jaargang 1881, blz. 91, gaven wij eene gravuur, die eenen blik gunde op de te Antwerpen in aanbouw zijnde Scheldekaaien, van op de rivier gezien.
De op deze bladzijde voorkomende steensnede vertoont een gedeelte der voornoemde kaaien, meer stadwaarts en van boven op aanschouwd.
Langsheen de huizen, bemerkt men het 3 meters breede gekasseide voetpad.
Daarnaast bevindt zich een rij- of straatweg die 15 meters breed is.
Vervolgens een voetpad van 1 meter breedte, bezijden het ijzeren traliehek, dat men op onze gravuur duidelijk kan onderkennen.
Het gedeelte van de kaai, dat voor 't gewoon verkeer van voetgangers en rijtuigen dient en waar ook ongetwijfeld de tramweg zal aangelegd worden, die hier reeds bij voorbaat is afgebeeld, dit gedeelte van de kaai wordt door het ijzeren traliehek afgescheiden van het veel breeder gedeelte, dat voor het lossen en laden van schepen, het stapelen van goed en den ijzeren-weg bestemd is.
Over heel de lengte der kaaien, zal er tusschen het traliehek en de huizen eene straatbreedte van 20 meters zijn.
Van aan Kattendijkdok tot bij de Arsenaalstraat zal het voorbehouden gedeelte van de kaai, tusschen het water en het traliehek, 80 meters breed zijn; van aan de Arsenaalstraat tot bij de Zuiderstatie daarentegen, zal die breedte slechts 70 meters bedragen. Dit wordt veroorzaakt, doordien de geheele breedte van de Scheldekaai, tusschen de twee laatstgenoemde punten, 90 meters bedraagt, terwijl zij overal elders 100 meters bereikt.
De optrekken, die onze gravuur vertoont tusschen den spoortrein en het water, zijn de ijzeren goederenloodsen, waarvan wij reeds gewaagden in de beschrijving, die wij in onzen jaargang 1881, blz. 91, van de nieuwe kaaien gaven.
De goederenloodsen van de 1ste afdeeling (Statie- en Cockerillkaai) zijn voltooid. Zij werden voor 528,000 fr. bij openbare besteding aangenomen door de heeren Nicaise en Delcuve, van La Louvière.
Die van de 2de afdeeling (St.-Michiels- en Plantijnskaai), bij aanbesteding voor 455,000 fr. gegund aan den heer R. Hargot, van St.-Gillis-Brussel, zijn in uitvoering.
Ook het ijzeren traliehek van de 1ste afdeeling is gereed. Het werd door den heer Aug. Van Aerschot, van Herenthals, voor 129,800 fr. gemaakt. Het traliehek van de 2de afdeeling is in Juli 1883 voor 98,990 fr. toegewezen aan den voornoemden beer Van Aerschot.
Het terras, dat onze gravuur te zien geeft, is nog niet in aanbouw, maar zooals wij in 1882, blz. 115, hebben gemeld, is door den Antwerpschen gemeenteraad beslist (in zitting van 8 Juni 1882) dat tusschen de St.-Jansvliet en de Boterrui en tusschen het Kranenhoofd en de Koolvliet wandelterrassen zullen aangelegd worden, bovenop de goederenloodsen.