Paleis van het Brugsche Vrije.
Dit paleis staat op de plaats, waar vroeger het paleis der graven van Vlaanderen, de Loove, zijne tinnen verhief. De Loove, welke men afgebeeld vindt op een zegel der stad Brugge van het jaar 1264 en in het werk van Galbert over Karel den Goede, werd gebouwd onder de regeering van Boudewijn I en, ten gevolge van eenen brand, herbouwd door Karel den Goede. Nadat, laatstgenoemde vorst, omstreeks 1431, het Prinsenhof had gebouwd, werd een gedeelte van de Loove ingeruimd tot woning
Teekening en houtsnede van Jan De Blust.
voor den schout.
Tusschen 1434 en 1440 heeft de afbraak van de Loove en de oprichting van het paleis van het Brugsche Vrije plaats gehad.
Een klein honderd jaren later, werd het vergroot, door de stichting der gebouwen, waarop onze gravuur eenen blik vergunt.
Zij zijn gelegen aan de zijde van het water en dagteekenen van de xvie eeuw. Zij werden opgericht volgens de plannen van den vermaarden bouwmeester Jan Van de Poele, onder wiens bestuur de werken eenen aanvang namen in het jaar 1520. Later werden zij opvolgend voortgezet en voltooid door Godfried Cauwe en Rogier Wittebroodt.
De bedoelde gebouwen, zooals zich ook uit onze afbeelding laat nagaan, doen zich zeer schilderachtig voor. In het jaar 1874 werden er belangrijke werken van herstelling aan uitgevoerd, onder de leiding van den heer Pieter Buyck, alstoen provinciaal bouwmeester van West-Vlaanderen.