Versierde oude bouwstijl.
Schrijver dezes vestigde reeds vroeger, in een ander tijdschrift, de aandacht op het feit, dat de bouwmeesters die oude monumenten herstellen, dikwijls en niet zonder reden door het publiek worden gegispt, omdat hun werk in meerdere of mindere mate afbreuk doet aan den oorspronkelijken bouwtrant. In plaats van de verminkte of door den tijd vergane deelen zoo te herstellen, dat het aanzien van het geheel er door bevorderd en weder in eere gebracht wordt, wordt het er niet zelden door verminderd of bedorven. 't Moet evenwel gezegd worden: de bouwkundigen zijn niet de eenigen, die hier
Teekening van A. Schaepkens, houtsnede van J. Hemeleer.
blootstaan aan verwijt. Schuldiger dan zij, zijn niet zelden de beeldhouwers, die gelast worden met het bijwerken of hermaken van sieraden, beelden en beeldwerk, friezen en consoles van kerken, zoowel binnen- als buitenwaarts. Veelal zijn deze beeldhouwers niet vertrouwd met den stijl en het karakter van de kunstgewrochten die zij moeten herstellen of vernieuwen. Dikwijls ook staat hunne kunstvaardigheid verre beneden die van hunne middeleeuwsche voorgangers. Wat hier ontbreekt, is voorbereiding, vorming, die alleen door aanhoudende en veelzijdige vergelijking en ernstige studiën verkrijgbaar zijn. Over het algemeen, verwaarloozen onze bouwkundigen en beeldhouwers de loutering, die zij voor hunnen smaak en hun talent kunnen vinden bij eene gezette beoefening van de oude middeleeuwsche kunst. Zij, die de zeer bijzondere bekwaamheid willen opdoen, die er noodig is om naar eisch een oud monument te herstellen of te versieren, behooren zich ernstig toe te leggen op de kennis van de zinnebeelden der christene kunst, de geschiedenis van de middeleeuwsche kleederdracht en inzonderheid van de beeldhouwkundige versiering der gebouwen. Eene kostbare bijdrage voor de studie van het karakter en den stijl der Romaansche en spitsbogige beeldhouwwerken vormen wassen zegels of stempelafdrukken uit de middeleeuwen. Deze kleine voorstellingen, nageteekend op grooter schaal, kunnen onzen beeldhouwers belangrijke onderwerpen van studie opleveren. Als voorbeeld en tot staving onzer woorden, geven wij hier de afbeelding van een waszegel, dat in de
xve eeuw werd gebruikt. De daarop voorkomende figuren, zijn die van de bisschoppen Servatius en Lambertus, met de teekenen hunner waardigheid. De heilige Lambertus, die zich aan de rechterzijde van den heiligen Servatius bevindt, heeft den bisschopsstaf en een boek in handen; naast hem verrijst het oud Puiroen van Luik, de kleine metalen kolom, gekroond met een op eenen pijnappel geplaatst kruisje,
die oudtijds op de Grootemarkt stond en aan welker voet door de schepenen recht gesproken werd. Zooals men weet, komt het Puiroen als zinnebeeld der Luiksche vrijheid in het stedewapen voor. Servatius houdt in de eene hand een zilveren sleutel, in de andere het gevierendeeld schild met de wapens van Brabant en Limburg; aan zijne voeten een draak, als zinnebeeld der verkettering van Arianus. Luiks en Maastrichts schutsheiligen staan in ojivale beeldsteden met troonhemels; van onder prijkt het stedewapen van Maastricht: eene zilveren star met vijf punten op grond van keel, versierd met palmtakjes. Voorts bevat het zegel in verheven gothieke letteren het volgend randschrift:
S. coe +
tocivs +
opidi +
trajectensis +
ad +
casÌ….
Sint-Joost-ten-Noode.
Arnold Schaepkens.