Kroniek.
Antwerpen. Bij den uitgever B.J. Mees zijn verschenen: Alexander Fernau's Laatste Zangen, eerste reeks: Lijden en strijden, De Gondel, Moederlied, Bij een roosje, Ode aan Theodoor Van Ryswyck, Het visscherslied, gedichten van Edmond Van Dyck, en De Zwaluw, gedicht van Mev. Josephine Van Dyck. Ruim 40 groote bladzijden muziek. Prijs: 7 fr.
- Het werk van Rubens. (Zie onzen jaargg. 1879, blz. 182.) In 1881 werden door de commissie 103 gravuren en 37 lichtbeelden aangekocht. Onder deze laatste zijn er 18, welke de commissie heeft laten maken naar schilderijen en teekeningen van Rubens, die zich te Brussel, Rotterdam, Amsterdam en 's-Gravenhage bevinden. De firma Braum (Parijs) heeft in last naar 26 stukken uit den Louvre, die nog niet getrokken of gegraveerd zijn, lichtbeelden te maken. Desgelijks is een photograaf te Nizza gelast lichtbeelden te nemen naar drie schilderijen van Rubens, die te Grasse zijn.
- Vereering van den historieschilder N. De Keyser. (Zie 1882, blz 19.) Zij, die nog in bezit zijn van lijsten van inschrijving voor het verzamelen van gelden tot het stichten van een fonds, waaruit een De Keysersprijs zal worden gevormd, voor uitstekende leerlingen van de Antwerpsche academie te verdienen, worden vriendelijk uitgenoodigd om met die lijsten zooveel en zoo spoedig mogelijk rond te gaan, ten einde de prijs aldra ingesteld en tevens aan den befaamden meester de hem toegedachte en welverdiende hulde bewezen zou kunnen worden. Het welgelijkend borstbeeld in wit marmer van den heer N. De Keyser, door J. Geefs, is reeds in de trapzaal van het museum geplaatst.
Brussel. Door de Belgische koninklijke academie van geneeskunde is thans voor de tweede maal eene belooning uitgeloofd van 25,000 fr. voor de ontdekking van een geneesmiddel of eene geneeswijze voor vallende ziekte.
- De Illustration Européenne, een Fransch-Belgisch tijdschrift, had eene houtsnede laten teekenen en snijden voor hare rekening en opgenomen in haar nr 38 van 1882, voorstellende Een Turksche kleerenkoopman, naar eene schilderij van Albrecht De Vriendt. Deze oordeelde de gravuur gebrekkig en veeleer in staat om van zijne schilderij een slecht dan een goed denkbeeld te geven. Hij zette deze zienswijze breedvoeriger uiteen in eenen brief, dien hij den uitgever van het tijdschrift verzocht daarin op te nemen. Deze opneming werd geweigerd. Vandaar een proces, door den schilder tegen den uitgever ingespannen en dat den 8n Januari door de correctionele rechtbank van Brussel werd behandeld. De heer A. De Vriendt eischte, ten eerste, opneming van zijnen brief in het tijdschrift, ten tweede, eene schadevergoeding van 5000 fr. De heer Dieudonné, substituut van den procureur des konings, heeft staande gehouden, dat de schilder het recht niet had, omdat de gravuur naar een zijner stukken hem slecht voorkwam, eenen brief van afkeuring in het tijdschrift te doen opnemen tegen den wil des uitgevers. Hij noemde de kunstenaars over 't algemeen veel te gevoelig en lichtgeraakt. De heer advocaat Hemeleers heeft het goed recht van den heer De Vriendt verdedigd, wiens werk, zoo hij beweerde, door de gravuur onkennelijk werd gemaakt, tot schade van des schilders roem, wiens naam in het tijdschrift werd vermeld. De rechtbank heeft beslist 1. dat De Vriendt niet het recht heeft, naar aanleiding van de mislukt genoemde gravuur, eenen brief in het tijdschrift te doen opnemen, 2. dat, zoo hij beweert benadeeld te wezen in zijne belangen, door de onvolkomenheid der gravuur, hij tegen den uitgever van het tijdschrift, bij de burgerlijke rechtbank, eenen eisch tot schadeverhaal kan instellen. De heer Albrecht De Vriendt is van dit vonnis in beroep
gegaan.
Brée. In de parochiekerk werd op 21 Januari een prachtig orgel ingehuldigd, gemaakt door de heeren Pereboom en Leyser. De heer Wiegand, laureaat van het conservatorium en orgelist te Londen, woonde de plechtigheid bij en heeft de eerste het orgel bespeeld. Den eerw. heer deken Henderix komt den meesten lof toe, om wat hij gedaan heeft, ten einde de kerk haar uitnemend speeltuig te verschaffen.
Maaseyck. Het Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage van 22 Februari bericht: ‘Te Maaseyck zijn in de vorige week ontdekt 7 ongeschonden menschengeraamten. Zij hadden ijzeren ketens om den hals, terwijl het hoofd gedeeltelijk versteend was. De plaats, waar deze geraamten zijn gevonden, is de voormalige strafplaats voor de beruchte bokkenrijders, van welke velen door den drossaard Clerx tot de galg werden verwezen.’