Nederlandsche Noordpool-expeditie.
(uittreksel.)
Ruim eene maand geleden vertrokken eenige onzer landgenooten per stoomschip Varna, met het doel, om in het belang der wetenschap te overwinteren in het Noorden van Siberië. Den 28n Juli verlieten zij Hammerfest en zetten koers naar Nova-Zembla, ten einde bij gunstigen ijstoestand een der toegangen tot de Karazee door te stoomen en vervolgens langs de noordkust van Siberië Dicksonhaven te bereiken. Volgens een telegram schijnt de toestand in de Barentszee(gelegen bewesten Nova-Zembla) zeer bevredigend; of echter de vaarwaters naar de Karazee open zullen zijn, is nog niet uitgemaakt. Gelijk men weet, bestaat Nova-Zembla uit twee eilanden, waartusschen eene nauwe straat, Matotschkin-Scharr geheeten; bezuiden Nova Zembla ligt het eiland Vaigatz, van de Russische kust gescheiden door de Jugorstraat en van eerstgenoemd eiland door de Karische-Poort. Door een dezer vaarwaters nu, moet men de bijna altijd geheel bevrozen Karazee bereiken; het warme water echter van de Petchora, Ob, Yenissej en eenige andere kleinere rivieren, doet dicht langs de kust het ijs zoodanig wegsmelten, dat daardoor een smal vaarwater gevormd wordt, eene omstandigheid die onder andere door den grooten Nordenskjöld was opgemerkt en hem de gelegenheid gaf met de Vega om de noordkust van Siberië te komen. Het spreekt van zelf, dat de groote rivieren van Siberië als ijsopruimers waardiglijk de voetstappen trachten te drukken van de zooeven gemelde stroomen.
Zoo het toeval wil, dat noch de Matotschkin-Scharr noch de Jugor-straat, noch de Karische-Poort open komt, dan is Dicksonhaven niet te bereiken, en dit zou jammer zijn, ten eerste omdat onze expeditie zich zou moeten vestigen op de noordkust van Nova-Zembla en van hier uit alle gemeenschap des winters zoo goed als onmogelijk is, ten tweede, omdat én uit een weerkundig oogpunt én ter wille van het handelsbelang Dicksonhaven oneindig te verkiezen is boven elke andere plaats, in die streken. Doch wachten wij de toekomstige gebeurtenissen af.
Hammersfest is de laatste Europeesche haven die de Varna aandeed vóór haar vertrek naar de plaats waar het perk zal afgebakend worden voor den strijd tusschen het menschelijk, streven naar vooruitgang en de natuur, die zich echter gelukkig maar schijnbaar verzet, doch tevens doet gevoelen, dat tegenover groote daden groote opofferingen moeten gesteld worden.
Utrecht, 13 Aug. 1882.
B.J.G. Volck.