Nederlandsch weldadigheidstentoonstelling te Brussel.
De door ons op blz. 50 aangekondigde tentoonstelling zal waarschijnlijk gesloten zijn vooraleer deze regelen het licht zullen hebben gezien. HH. MM. de koning en de koningin bezochten ze op 21 Maart. Over het geheel werd de tentoonstelling druk bezocht. Zij beslaat vier zalen der eerste verdieping van het Paleis voor Schoone Kunsten. In de eerste zaal bevinden zich een aantal kleine kunstgewrochten en voorwerpen van smaak, bestemd om verloot te worden. Daartusschen komt voor eene bronzen groep, De liefdadigheid, naar het door P. Dubois gemaakte beeldwerk, dat ter nagedachtenis van generaal Lamoricière in de hoofdkerk te Nantes is geplaatst; de voornoemde groep is een geschenk van koning Willem III. H.M. de koningin der Belgen schonk een door Haar geschilderd stukje, voorstellende een Ruiker tulpen in eene porseleinen vaas op de bank van een open venster met een Hollandsch landsckap met molen in het verschiet. Tusschen de voor de verloting bestemde kunstgewrochten, bevinden er zich van C. Bisschop, E.J. Boks, C. Cap, E. Claas, J.H.L. De Haes, W. Roelofs, J. Israels, D. Oyens, H. Vederen andere Vlaamsche en Hollandsche schilders. Er is eene zaal met 225 schilderijen en beeldhouwwerken van levende kunstbeoefenaren, waarvan er nog al veel verkocht zijn. Voorts eene verzameling oud-Chineesch porselein, uit Canton gezonden door een te Brussel gewoond hebbenden Nederlander.
Er was eene belangrijke verzameling schilderijen van overledene schilders bijeengebracht, namelijk van G. Courbet, Decamps, C. De Groux, E. Delacroix, N. Diaz, E. Fromentin, H. Leys, J.B. Madou, F.J. Navez, Th. Rousseau, C. Troyon en G.J.J. Van Os.
Door bemiddeling van den Nederlandschen gezant, baron Gericke van Herwijnen, had Z.K.H. de prins van Oranje 454 miniatuurportretten van Europeesche vorstelijke personen tentoongesteld. Deze verzameling werd den prins nagelaten door wijlen zijne moeder koningin Sophia der Nederlanden.
De schilderstukken van beroemde Hollandsche en Vlaamsche oude meesters waren 318 in getal; de echtheid van sommige der ingezondene stukken was echter niet boven twijfel verheven.
Tusschen een zestal stukken, als gewrochten van Rembrandt ingezonden, mogen als de belangrijkste genoemd worden twee portretten, toebehoorende aan de heeren Van Weede van Dyckveld, te Utrecht, en Georges Wilson, te Parijs; van Jacob Ruysdael waren 7, van Salomon Ruysdael 3 stukken ingezonden; onder het 10-tal Teniersen bevond zich het stuk getiteld De gazet, waarvan wij eene houtsnede hebben medegedeeld in 1879, blz. 105; deze schilderij is thans het eigendom van den heer de Jonge van Zwijnsbergen, te 's-Gravenhage. De tentoonstelling was ook stukken rijk van P. Potter, Rubens, Van Dyck, Jordaens, Snijders, Fijt en andere beroemde kunstenaars.
Z.M. de koning der Nederlanden heeft de heeren dr. J. Huyvenaar, voorzitter der Nederlandsche Vereeniging van Weldadigheid, J. Th. Kruseman, kunstschilder, lid van de commissie der tentoonstelling, en Henry Le Roy, kunstschatter, allen te Brussel, benoemd tot ridders der orde van de Eikenkroon.