vermelden de ontwerpen: On doit être de son époque enz., en Na gedanen arbeid is het zoet rusten. Als uitvoerder van het eerste heeft zich doen kennen de heer J.F. Frowein, van Amsterdam, tijdelijk te Antwerpen (zie 1881, blz. 147); de maker van het tweede verlangt onbekend te blijven. De door de maatschappij geopende tentoonstelling, die open was van 28 Augustus tot 28 September, was zeer merkwaardig; er waren 75 tentoonstellers, die een groot getal teekeningen en bouwkundige voorwerpen van allen aard hadden ingezonden. Om het welgelukken der feestviering mag in het bijzonder dank en hulde worden gebracht aan de werkzaamheden van de leden der inrichtingscommissie, bestaande uit de heeren bouwkundigen en ingenieurs, P.E. Laarman, H.J. Wolter, J.F. Klinkhamer, J.P.F. Van Rossem en C.T.J. Louis Rieber, secretaris.
Rotterdam. De voorgevel van het nieuwe Gymnasium Erasmianum, in deze stad, zal versierd worden, door Louis Stracké, met eene hooggewerkte beeldhouwkundige voorstelling, met figuren driemaal levensgrootte. Erasmus zit in het midden; in de eene hand houdt hij een boek en met de andere geeft hij aan de rechts van hem in half liggende houding geplaatste Rotte-nimf het diploma der stichting van de school, terwijl de links van hem geplaatste Maas-nimf in half opgerichte houding aan die handeling met belangstelling deelneemt. Ter zijde van elk der nimfen zijn twee kinderen geplaatst, vertegenwoordigers der schooljeugd. Buitendien ontwierp Stracké de groepen (twee knapen) die op de lijst boven de uiteinden van den voorgevel en de Minerva, die op het midden daarvan, geplaatst zullen worden.
Leiden. In het stedelijk museum, de Lakenhal, is eene kamer bijna geheel gewijd aan de nagedachtenis van Bakker-Korff (zie blz. 36). Men ziet er des schilders levensgroot portret, vervaardigd door mej. Grinet, leerares aan de stedelijke hoogere burgerschool voor meisjes; verder eene groote schets, van de hand van den meester, voorstellende Eene rede van Epicurus. Een afgezet vierkant stelt de werkplaats voor, waarin het eerste en het laatste werk van den meester zijn tentoongesteld; voorts treft men er nog den ezel aan, waaraan hij gewoon was te werken, zijne schilderdoos en andere voorwerpen, die hem toebehoorden.
Arnhem. In deze stad, aan het Velperplein, is in het woonhuis van den romanschrijver J.J. Cremer, den 1n September een door den beeldhouwer P.A. de Leeuw, te Arnhem, in baksteen vervaardigd gedenkteeken onthuld. Het stelt voor het in eene nis gevat borstbeeld van den schrijver, bekroond met eikenloof, tusschen levensgroote vrouwenbeelden, voorstellende het volk en de geschiedenis. Onder het borstbeeld staat te lezen: ‘Jacobus Jan Cremer, geb. te Arnhem 1 Sept. 1827, overl. te 's-Hage 5 Juni 1880.’
- Liefhebbers van kostbare oudheden worden door de Arnhemsche Courant aandachtig gemaakt op het kasteel te Heeswijk (Noord-Brabant), van de heeren Van den Boogaerde, die hun van 1100 dagteekenend slot en de kunstschatten, welke zij er in bijeenbrachten, gaarne voor ieder ter bezichtiging stellen. Als een bewijs, dat de plek niet onbekend is, wordt vermeld dat de bedienden der baronnen 't vorig jaar ruim 5000 gl. aan fooien van bezoekers ontvingen.
Parijs. Op 14 Juli is in deze stad geopend een nieuw panorama, voorstellende de Inneming der Bastille, waarvan op dien dag als nationaal feest de herinnering werd gevierd. Het doek is uitgevoerd door de kunstschilders Poilpot en Jacob (zie 1880, blz. 80). Men ziet er de bevolking uitbundig van vreugde over de reeds behaalde overwinning; de toegesnelde troepen hebben zich met de burgers vereenigd en eene talrijke menigte is met de Fransche wachten doorgedrongen tot op het voorplein van de Bastille, waar het geschut, door de troepen aangevoerd, in batterij is gesteld. Door het klinket van de deur der hoofdpoort wordt eene schriftelijke opeisching der vesting aan een der manschappen van de wacht toegestoken. De bezetting der vesting kan niet langer meer den strijd tegen de steeds in massa toenemende bestormers volhouden; hier en daar ziet men reeds de witte vlag, het teeken dat de overwinning op handen is. Rondom ziet men de nabijgelegen huizen van onder tot boven en halverwege op de daken vervuld met toeschouwers. Als de toeschouwer de blikken in het ronde slaat, dan ligt gansch Parijs voor hem.
- 27 Augustus is te Lons-le-Saunier een standbeeld onthuld van Rouget de l'Isle, dichter van de Marseillaise.
Chaumont. Voor hunne deelneming aan de tentoonstelling van schoone kunsten, bekwamen de volgende Belgische inzenders diplomas: Th. Baron, H. Bellis, mej. E. Beernaert, J. Carabain, J. Capeinick, L. Herbo, J. Janssens, I. Meyers, L. Van der Straeten, E. Van Damme-Sylva, F. Van Leemputten en G. Walckiers.
Stettin. Een pianofabrikant dezer stad beweert de inzonderheid voor zijn vak gewichtige ontdekking te hebben gedaan, hoe men versch hout in weinige uren door en door kan uitdrogen, zoodat het geheel ongevoelig wordt voor alle weersveranderingen.
Marseille. De nieuwe vuurtoren te Planier is voltooid; deze is de hoogste vuurtoren in Frankrijk, namelijk 4 meters hooger dan die van Cordouan en 10 meters hooger dan die van Duinkerken. Het lichtvermogen van dezen toren gaat tot 31,500 meters. De voet van den toren heeft 19 meters middellijn en is aan de zeezijde door golfbrekers beschermd. De trap telt 254 treden; de muren, waarvan de dikte van 2m40 tot 1m37 vermindert, hebben 16 kijkgaten. De lantaarn heeft 3m40 hoogte en zal electrisch verlicht worden.
Londen. Ter gelegenheid van het bezoek, onlangs aan deze stad gebracht door het Nederlandsche koningspaar, om de bruiloft bij te wonen van de zuster van koningin Emma der Nederlanden met den zoon van koningin Victoria, den hertog van Albany, werd aan Z.M. koning Willem een adres van hulde in een gouden kistje aangeboden door het gemeentebestuur van Londen. Dit kastje werd ontworpen en uitgevoerd door den heer J.W. Benson en is vervaardigd uit 18 karaat gewaarborgd goud van verschillende kleuren, rijk versierd met brandverf. De vorm is langwerpig met zuiltjes aan de hoeken, waarop de koninklijke kroon en naamletters. De wapens der city in brandverf met de draken, kunstvol gedreven in groen goud, zijn op de voorzijde aangebracht, de schilden gedekt door de roos, de klaver en de distel; juist daartegenover aan de andere zijde, leest men het opschrift in brandverfletters, tusschen gezichten van het inwendige van Guildhall in brandverfschildering. Een beeldje, voorstellende de city van Londen, prijkt op het deksel, omgeven door 4 cupidos aan de hoeken, die schilden dragen met de naamletters en kroontjes van den hertog en de hertogin van Albany, terwijl daartusschen miniatuurportretten in brandverf van den koning, den lord-mayor, den aanbieder van het adres van hulde (master J.T. Bedford) en diens ‘seconder’ (alderman Lawrence) zijn aangebracht. (Zie blz. 163.)
Rome. De gemeenteraad heeft een gedenksteen doen plaatsen in den voorgevel van het huis, waarin de dichter Pietro Cossa, in via del Governo Vecchio, geboren werd. Valle's koffiehuis, waar de tooneeldichter Pietro Cossa veel placht te komen, is thans naar hem verdoopt. De ingang is tevens versierd met des dichters borstbeeld, waarbij het volgende opschrift is gevoegd: ‘Op deze uitspanningsplaats van dolende en verwilderde kunstenaars rustte Pietro Cossa van de worsteling in den naburigen schouwburg uit in de dagen van smart en roem.’