Tentoonstelling voor schoone kunsten te Mechelen.
De tentoonstelling, in de Halle geopend, was zeer belangrijk; zij telde 360 kunstwerken; de inkomprijs van 10 centiemen heeft veel bijgedragen tot de vermeerdering van den toeloop. W. Geets, de bestuurder der Mechelsche academie voor schoone kunsten, stelde twee vrouwenstudiën ten toon, flink naar de natuur geschilderd; vleesch, handen, stoffen enz., alles was om ter beste bewerkt; zijne twee geschilderde porseleinen schotels waren ook wonder wel gelukt.
Stadsgezichten van F. Bossuet, zeegezichten van L. Barnaba, paarden van E. T'Schaggeny en de bloemen van H. Robbe behoorden tot de bijzonderste tentoongestelde gewrochten.
Het tooneel uit het tijdstip van Lodewijk XV, door P. De Wit, thans te Parijs, was merkwaardig als teekening en koloriet. Hadde hij, in Eva's appel, de vrouw, die den appel geworpen heeft, meer achter de leuning of op de zijde van de trap verborgen, zoo zou het tafereel er waarschijnlijk bij gewonnen hebben. Het werd aangekocht voor de verloting. De Negerliefhebber, van denzelfden kunstenaar, miste eigenaardigheid.
De kleine tooneelen uit het soldatenleven, van A. Abry, hadden veel bijval, evenals de tooneelen uit het visschersleven door F. Cogen. T. Cleynhens had zijne Markt uit de xvie eeuw ingezonden en P. Verhaert eene welgelukte verkleining zijner schilderij: Voorhof eener Vlaamsche hoeve, waaraan verleden jaar te Brussel het gouden eeremetaal werd toegekend; het kleine stuk hoort toe aan den heer F. Swaenen, te Antwerpen. Van L. Baes werd eene Appelcienenleurster aangekocht voor de tombola, van A. Chainaye het Werkhuis.
A. Jacobs schilderde een vermakelijk tooneel, vol waarheid, 's Zondags in de omstreken van Brussel, waarop de personen natuurlijk en goed bijeen waren gebracht. Aangename genreschilderingen en kleine tafereelen uit het huiselijk leven zagen wij van T. Ceriez, E. Farasyn, F. Jacobs, A.J. Madiol en J. Platteel wiens flink geschilderde Zeemansvrouw verkocht werd.
Naar gewoonte onderscheidde zich L. Herbo door lieve studiën van jonge vrouwen en J. Impens door zijne Italiaansche vrouwen. Em. Van den Bussche stelde Montenegrijnen en Wallachijers ten toon. Of zij naar de natuur geschilderd waren?
E. De Jans zond een zorgvuldig geschilderd Gezicht te Rome en een tafereel uit het huiselijk leven, waarvan de kleur minder goed scheen.
De landschapschildering was ook op deze tentoonstelling ruimschoots vertegenwoordigd, onder andere door gezichten uit Brabant en de Kempen, op verschillende tijdstippen van het jaar en den dag genomen, door M. La Comblé, Th. Verstraete, M. Hagemans, A. De Lathouwer en anderen. Van laatstgenoemden schilder werd een Septemberlandschap verkocht.
Als dierenschilder muntte F. Duyck (Elsene) uit met fraaie paarden. De dieren van H. Schouten (Brussel) beloven voor de toekomst van dien kunstenaar, maar mochten wat meer verzorgd zijn. De kop van het waterhondje van C. Van den Eycken (Leuven) was echt lief.
De bloemen- en stillevenschilders waren nog talrijker dan de landschapschilders. Onder de beste noemen wij Raoux, H. Bellis (Brussel), J. Capeinick en D. De Keghel (Gent), die de toeschouwers de smakelijkste vruchten en de prachtigste en bontste bloemen te zien gaven. De twee Gentenaars verkochten voor de verloting; zoo ook F. Van der Wee (Antwerpen) en V. Sterck (Gent).
Grooten bijval had de kanarievogel, op het deksel van een sigarenkistje geschilderd, door H. Fimmers (Antwerpen); zoo ook de vogeltjes, omringd van vliegen, door E. Quitton ingezonden, en die gekocht werden voor de verloting.
De zeegezichten bij maanlicht van A. Musin en van E. Moerenhout werden zeer gewaardeerd, vooral Het inkomen der haven te Oostende met de nachtsignalen, de Weilanden aan de oevers der Schelde, verlicht door een prachtigen maneschijn (dit laatste stuk werd gekocht), alsook Stille zee van Barnaba en Declercqs Maanlicht in Vlaanderen.
Studiën en een portret van den heer M. Angenot vermelden wij om hunne goede hoedanigheden, welke voor de toekomst van den jongen schilder beloven. Zijn Kinderhoofdje was gekocht.
M. De Bruyne's Gezicht op den Rijn, dat verkocht was, verdient genoemd te worden als een goed stuk met schoon doorzicht.
M. Van der Taelens Binnengezicht uit het huis van Plantijn te Antwerpen, werd aangekocht voor de verloting en is eene goede studie; van denzelfden schilder vermelden wij loffelijk twee studiekoppen van Landloopers op weg naar Hoogstraeten.
Van Hoey's Oud kasteel van Burgsteyn bij Mechelen werd voor de verloting gekocht. Het stilleven van mejuffer Van Hoey bevat zeer goede deelen en getuigt van vooruitgang.
Verdienstelijke gewrochten in gebakken aarde waren tentoongesteld door P. Comein, A. Desenfants, Rio, A. Van Beurden, J. Willems, die er 2 verkocht, F. Spilliaert, Van den Kerckhove (Mario) enz. enz., onder andere lieve kinderfiguurtjes. Ettelijke schilderijen en een aantal stukken in gebakken aarde en in porselein werden op de tentoonstelling door liefhebbers aangekocht.
Voor de verloting werden 28 kunstgewrochten aangekocht, waartusschen, buiten de reeds vermelde: Terugkomst van den landbouwer van A. Clarys; Ontbijt van A. De Keyser; Holle weg te Watermael door K. Ecrevisse; Kapitein der lansiers door L. Geens; Pioenen door G. Leveaux; Op den buiten door F. Peeters; Ontbijt door C. Van den Eycken enz. Hij, die den eersten prijs trekt, zal tusschen de 28 gekochte stukken zelf datgene mogen uitkiezen, hetwelk hem 't meest bevalt.