J. Geoffroy (Parijs): De kleine ontrouwe boodschaplooper is een goed stuk en Die breekt moet betalen zeer geestig. |
E. Godding (Antwerpen): Die zingt verbant zijn leed, tamelijk wel gelukt. |
M.F.H. De Haas (Nieuw-York): Gezicht op het eiland Shoals, uitstekend geschilderd, maar eenigszins valsch van toon. |
G. Henkes ('s-Hage): Het ontbijtuurtje, is een goed schilderijtje; Bij de zieke, beviel ons minder. |
I. Israëls zoon (id.): Een Atjehheld; ware, onzes dunkens, beter geweigerd geweest. |
H.F.C. Ten Kate (id.): Plunderaars, niet op de hoogte van des schilders naam en De rattenvanger, deze laatste gekocht door den heer W. Th. Van Griethuysen. |
M. Ten Kate (id.): Het ledige kooitje, zeer lief behandeld. |
J.C.K. Klinkenberg (id.): Het H.-Geesthofje te 's-Hage, minder goed geslaagd dan wij van den schilder gewoon zijn. |
J.H.B. Koekkoek (Hilversum): Op de Maas voor Rotterdam. |
J. Van Luppens Gezicht te Modave, ons eene oude kennis, maakte ook hier geen goede figuur en was slecht geplaatst. |
A.H.R. Maasdijk (Rotterdam): De voorzaal van het Palazzo Reale te Genua en Een voorlezing uit Molière's ‘Bourgeois gentilhomme,’ twee uitstekend goed geschilderde tafereelen. |
A. Mauve ('s-Hage): Houthakkers, zoogenoemd realistisch geschilderd; op afstand maakt het stuk een vrij goeden indruk; voor het overige draagt de bewerking geen kunststempel. |
H.J. Melis (Charlois): Grootmoeders geluk en Moeders schat, vaardig gepenseeld, maar zeer conventioneel. |
Chs. Rochussen (Rotterdam): De gezant C. Pauw bij Gustaaf Adolf, koning van Zweden, te Maintz; als samenstelling zeer schoon. |
Mev. H. Ronner hulde om hare Spelende katten. |
Mej. A. Ronner: uitnemend keurig Fruit en een voortreffelijk Stilleven. |
Ph. Sadée ('s-Hage): Op het strand, terugkeer van den vischverkoop; eene goede schilderij. |
P.A. Schipperus (Rotterdam): eene wat al te kleurige Ondergaande zon, aangekocht voor het museum Boymans; de Geule bij Valkenburg in Limburg is minder wel gelukt. |
C.S. Stortenbeker ('s-Hage): Zomer en Herfst. |
A. Struys: Alles verloren, eene oude kennis (zie 1881. blz. 188), en De verzoening der graven van Mansfeld door Luther, goed van opvatting en samenstelling, maar te geel van toon. |
J. Unterberger (Brussel): Posilipo Napels en Napelsche visschers, twee zeer geestig behandelde stukken. |
H. Veder (Rotterdam): Strand te Katwijk en Kaai van Bordeaux, zeer verdienstelijke stukken voor een liefhebber schilder. |
E. Verveer ('s-Hage): Rust aan het strand, goed van toon, maar zorgeloos geteekend. |
Mej. M. Vos (Oosterbeek): een zeer fraai Stilleven. |
A. De Vriendt (Brussel): Lia, jonge vrouw van Bethlehem en Onder de muren te Jerusalem, eene studie. |
J.B. Witkamp: Welkom, eene tamelijk goede schilderij. |
Als fraaie landschappen vermelden wij die van: mev. Bilders, Herfst in het bosch; J.W. Bilders, Zicht bij Oosterbeek; H.W. Mesdag, Morgen en Nacht. |
P. Meyerheym (Berlijn), de puike schilder, dien wij jaren geleden te Antwerpen en te Parijs de hand mochten drukken, zond twee voortreffelijke schilderijen in: een Stilleven en eene door kleur en bewerking uitmuntende Kermistent. |
A. Norman (Dusseldorp): Noordsche kust, puike schilderij. |
P. Oyens (Brussel): een belangrijk portret van een Italiaansch meisje, doch wat veel geklad en gesmeerd. |
A. Plumot: een aangenaam behandeld stuk: In de rust. |
J. Portielje's Dolce far niente behoort niet tot zijne best gelukte voortbrengselen. |
Mejuf. F. Putzeys (Luik): een fraai bloemenstuk; verkocht. |
Tusschen de stukken, door Haagsche juffrouwen geleverd, zagen wij eene verdienstelijke groep van twee bevallige meisjes door mej. B. Hubrecht; een goed portret door mej. C.P. Van der Hoeven; een genrestukje Bij moeder door mej. A. Hugenholtz; het portret van prof. Harting door mej. T. Schwartze (Amsterdam).
Plaatsgebrek belet ons dit overzicht verder uit te strekken, zoodat - tot ons spijt - vele verdienstelijke stukken hier onvermeld blijven. Het is ons een waar genoegen te kunnen berichten dat 74 kunstwerken zijn verkocht geworden.