De Vlaamsche School. Jaargang 28

[p. 109]

Sterkwaterplaten van A.J. Verhoeven-Ball. 1824 + 82.

1.	Nevensgaande Krijgstrompetter uit de xvii^e eeuw, zijn paard bij den toom houdende en een voor hem zittenden hond beschouwende; 0^m105 hoog, 0^m083 breed;
2.	Het paard in den stal: een man geeft hooi aan het dier, hetwelk tegenover een venster is geplaatst; hiervan bestaan 3 verschillende staten; is 0^m098 hoog, 0^m135 breed;

3.	Wildkoopman, met een beladen ezel en een hond, zijne waar te koop aanbiedend aan eene vrouw die kant werkt bij haar venster; 0^m183 hoog, 0^m150 breed;
4.	Een oude en jonge bedelaar bij een kerkportaal; de oude, met een witten baard, staat overeind; de andere, die gekwetst en ziek is, zit op de knieën; 0^m135 hoog, 0^m099 breed;
5.	Halt houdende reizigers: een ridder, in de kleeding der xvii^e eeuw, bij een huis, snijdt zijn paard brood voor, en eene vrouw, die een kind in eene rugmand draagt, schenkt drank; 0^m188 hoog, 0^m150 breed;
6.	De wieg: eene vrouw in een landelijk huis, voor de wieg gezeten met haar kind; 0^m068 hoog, 0^m095 breed;
7.	De schuurster: eene vrouw reinigt eenen ketel voor eene woning omstrengeld van boomtakken; op den achtergrond twee kinderen, een man en een paard; er bestaan hiervan 2 staten; de eerste voert den naam J. Verhoeven, met het jaartal 1847; de tweede is zonder naam; 0^m185 hoog, 0^m152 breed;
8.	Oude vrouw, kant werkend bij haar venster; 0^m073 hoog, 0^m052 breed;
9.	Fruit- en groenteverkoopster; hiervan bestaan 3 staten; van op den tweeden staat zijn de schaduwen krachtiger en op den derde is het afdak en wild van den achtergrond weggenomen; 0^m072 hoog, 0^m052 breed;
10.	De jonge kantwerkster, een meisje zit aan een open vensterraam kant te werken; 0^m096 hoog, 0^m083 breed;
11.	Twee rijdsters, waarvan de eene, op haar paard gezeten, haar dier laat drinken, terwijl de andere is afgestegen; 0^m085 hoog, 0^m135 breed;
12.	Lodewijk XI en zijne dochter Anna de Beaujeu, in 1866 uitgevoerd voor de Vereeniging van Antwerpsche kunstbeoefenaren (zie onzen jaargang 1866, blz. 116); 0^m265 hoog, 0^m315 breed;
13.	Titelblad van de Vereeniging der Antwerpsche etsers; 0^m250 hoog, 0^m150 breed;
14.	Drinkplaats, uit dezelfde verzameling (zie voor deze twee laatste onzen jaargg. 1881, blz. 27); 0^m010 hoog, 0^m150 breed. De 11 eerste etsingen schijnen gedeeltelijk onvoltooid; zij worden desniettemin door liefhebbers gezocht.

In het werk Le peintregraveur hollandais et belge du xix^e siècle door T. Hippert en Jos. Linnig, in 1877 uitgegeven door Fr. J. Olivier, te Brussel, zijn drie drukken, n^r 12, 13 en 14, verkeerdelijk als van onzen Verhoeven opgegeven; zij zijn van den kunstschilder A. Verhoesen, geboren te Utrecht in 1806.

D.V.S.