Kroniek.
Antwerpen. Van 3 tot 22 Maart waren in de zaal van het hedendaagsch museum, Venusstraat, twee werken tentoongesteld van de primussen van Rome in 1872 en 1878, te weten: J. Cuypers, pleisteren beeld, Slavernij: Hoe zwaar drukken mij die kettingen, Ed. De Jans, Portret van prins Lorenzo Colonna, eene kopie naar Hans Holbein, uit de galerij Colonna, te Rome.
- Aangekondigd: Langs de Maas, schetsen uit Limburg, door Arnold Sauwen, met eene plaat naar H. Goossens. De inteekening, mits twee franken, is opengesteld bij den schrijver, Dambruggestraat nr 116, te Antwerpen.
- Als een bijzonder fraai gebouw vermelden wij de haast voltooide meesterswoning in Vlaamschen stijl die volgens het plan en onder de leiding van den bouwmeester Jan Stordiau voor rekening van den heer René Moretus- de Theux opgericht wordt op den hoek van de Plantijns- en de Quinten-Matsyslei. Boven de poort prijkt het drukkersmerk van Plantijn en daarboven zijn in den gevel de witmarmeren medaillonsportretten geplaatst van de medewerkers aan den bij Plantijn-Moretus gedrukten veeltaligen bijbel. Deze portretten werden gebeeldhouwd door L. Dupuis.
Mechelen. De maatschappij ter aanmoediging van schoone kunsten zal van 2 tot 23 Juli in deze stad eene tentoonstelling openen, waarvan het programma verkrijgbaar bij den heer secretaris G. Morissens.
Brussel. In den Cercle artistique heeft eene tentoonstelling plaats gehad van een 100-tal schilderingen en 250 teekeningen, door E. Verboeckhoven (zie 1881, blz. 39), die zullen verkocht worden op 24 en 25 April, in de roepzaal van Drouot, te Parijs.
- Onder voorzitting van den hoogleeraar L. Van der Kindere is een menschnatuurkundig genootschap opgericht, welk zich hoofdzakelijk toeleggen zal op de studie van de menschenrassen die thans in België gevestigd zijn of vroeger het land bewoond hebben. Het genootschap stelt zich voor een nauwkeurig onderzoek te wijden aan de verzamelingen menschelijke schedels, die de Brusselsche hoogeschool bezit. Tusschen deze schedels bevinden zich een groot getal hoofden van lieden die in België gehalsrecht zijn.
- De herstelling van het Broodhuis op de Grootemarkt, die gaat voortgezet worden en waaraan al ruim 500,000 fr. werd verteerd, is geschat nog omtrent een millioen te zullen kosten en 5 jaar te zullen duren. De uitgaaf wordt gedragen door de stad Brussel en het rijk.
Leuven. Volgens de laatste opneming, is het getal studenten aan de hoogeschool 1408.
- De beeldhouwers gebroeders Goyers, Courroit, Vermeylen, Raynaud, Godts en Van Emelen hebben 23 voor het stadhuis bestemde steenen beelden voltooid, die gaan geplaatst worden.
Gent. In den laatsten tijd werd het museum verrijkt met het marmeren groepje van F. Joris, Mijn cavalier (zie onzen jaargg. 1880, blz. 11 en 196), benevens de volgende schilderijen; Burnier, In den omtrek van Dusseldorp, Coyen, De schipbreukelingen, Gabriel, In het Zwijnsleger, nabij Grafhorst, Th. Gerard, De gezondheid van den herder, L. Hermite, De grootmoeder, Parrot, De Lente, Pille, Eene vergiffenis, Roll, Silenusfeest, J. Van Luppen, Gezicht te Poix, L. De Winne, Portret van Leopold I (grijsschildering), E. De Block, Herbergkrakeel. (De meeste dezer kunstwerken vindt men loffelijk vermeld in ons overzicht der laatste Gentsche tentoonstelling, jaargg. 1880.)
- Aan de hoogeschool zijn 663 studenten, te weten: 63 in wijsbegeerte en letteren, 170 in de rechten, 96 in de geneeskunst, 90 in wetenschappen, 224 in de school der burgerlijke genie, 38 in de school van kunsten en nijverheden, 8 in de wetenschappelijke normaalschool.
Brugge. Het museum der Oudheidkundige Maatschappij werd in den laatsten tijd vermeerderd met de volgende voorwerpen: 1. zeven bundels met teekeningen van oude merkwaardige gebouwen en kunstwerken der stad Brugge; 2, eene verzameling afgietsels van ruim 700 zegels betrekkelijk Brugge en Vlaanderen; 3. eene in steen gekapte voorstelling van het Laatste Avondmaal uit de xvie eeuw; 4. eene groote gebeeldhouwde eiken bank uit de xviie eeuw; 5. een gebeeldhouwd koffer van omtrent 1500, afkomstig van de St.-Jorisgilde. De maatschappij heeft afgietsels doen maken van beeldhouwwerk uit de kapel van het H. Bloed en van de doopvont van Zedelghem, welke beide dagteekenen van de xiie eeuw en als dusdanig voor Vlaanderens kunstgeschiedenis zeer belangrijk zijn.