Zegel van het land van Waas.
Volgens eene onuitgegeven kroniek van Rupelmonde zou het hoofdcollege van 't land van Waas een eigen zegel bekomen hebben in het jaar 1575. Dat is niet geheel nauwkeurig. In 't charterboek van De Neve komt eene akte voor van 1522, waarbij Karel V aan de bestuurders van 't land van Waas vergunt zekere erflijke renten te verkoopen, ten laste der streek en tot beloop van 1,500 pond inkomen 's jaars, welke renten mochten voorzien worden van een hun te dien einde toegestaan zegel; het besprek was, dat men, na de verzending van de rentebrieven tot beloop van 1,500 pond jaarlijksch inkomen, gemeld zegel zou overhandigen aan den aartsbisschop van Palermo, voorzitter van den Geheimen Raad, om vernietigd te worden. Zóó geschiedde inderdaad; een charter van 5 Januari 1523 (nieuwe stijl) vermeldt dat de aartsbisschop van Palermo het bedoelde zegel vernietigd heeft in bijwezen van Nicolaas Triest en Domien de Provijn, leden van 't hoofdcollege.
Het zegel van 1575, waarvan de kroniek van Rupelmonde gewaagt, is dus eigenlijk niet het oudste, maar mogelijk 't eerste bestendige zegel voor het hoofdcollege geweest. Blijft nu de vraag: met welk zegel werden vóór dat tijdstip de akten van 't college bekrachtigd? werden de brieven oudtijds alleenlijk voorzien met de zegels van baljuw en schepenen, of bedoelt het gemelde handschrift een nieuw zegel, verleend ter vervanging van een ouder, dat onbruikbaar geworden of verloren was? Wat hiervan zij, de akte van 1575 is ons niet in de hand gekomen en wij kennen slechts het wapen dat voor de schriftstukken der xviie en xviiie eeuw gebezigd werd en waarvan wij hierboven eene nauwkeurige houtsnede geven. Een schild met eene raap in't midden, zinnebeeld van den landbouw in deze streek, in den rand rond de versierselen leest men: Sigillum ad acta Wasioe.
Het college der hoofdschepenen van Waas werd driemaal opgeschorst: eerst gedurende de overheersching der geuzen van de xvie eeuw; eene tweede maal in den Patriottentijd, en laatst onder het Fransch republikeinsch bewind.
Gent.
Fr. De Potter en J. Broeckaert.
Ieder op zijn post in de wereld! en als de conducteur eener diligence en een smid zoo denken, komt gij met een heelen hals thuis en zit gij u des winters te warmen bij den haard.
G.J. Mulder.