dochter van Dumas getrouwd is, op de tentoonstelling het glas komen verbrijzelen van de lijst waarin de schildering geplaatst is, die hij als honend voor zijnen schoonvader beschouwt. De heer Lippmann zal wegens die baldadigheid terechtstaan. Zijnerzijds heeft Dumas eene klacht ingediend tegen Jacquet, waarvan het gevolg is geweest, dat, bij kortgeding, door den rechter is bevolen het stuk uit de tentoonstellingszaal te verwijderen, wat bij tusschenkomst van eenen deurwaarder is geschied, in afwachting er eene eindbeslissing worde genomen.
- In een nieuw werk, getiteld Pot-Bouille, van den romanschrijver E. Zola, welk aanvankelijk als mengelwerk in eene gazet te Parijs verschijnt, komt een verdichte persoon voor, onder den naam van Duverdy, raadsheer in het gerechtshof van Parijs. Nu doet zich het geval voor, dat een aan het gerechtshof te Parijs verbonden advocaat, werkelijk Duverdy heet. Deze heeft den romanschrijver gedagvaard, om te eischen dat hij den naam Duverdy uit zijn werk zou weglaten en de rechtbank heeft aan Zola bevolen, dit binnen de acht dagen te doen; tevens wordt aan den schrijver verboden, eenen naam te gebruiken die, ofschoon anders gespeld, op dezelfde wijze zou uitgesproken worden, zooals bij voorbeeld Duverdie, Duverdit of du Verdit. Zola is van het vonnis niet in beroep gekomen. Hij heeft den naam van Duverdy in zijn boek vervangen door dengene van Trois-Etoiles, iets wat een Parijsch blad aanleiding geeft tot de opmerking dat er in de Fransche hoofdstad een advocaat is die De L'Etoile heet, wien deze verandering wellicht niet naar den zin zal zijn en die Zola op zijne beurt een proces zou kunnen aandoen. Buitendien heeft een persoon die Louis Vabre heet, en wiens naam en voornaam ook gegeven waren aan een der verdichte personen van Zola's roman, hiertegen verzet aangeteekend; de schrijver heeft zich ditmaal zonder proces verhaast den bedoelden naam en voornaam uit zijn werk te schrabben.
- Zondag 20 Februari zijn in het museum van den Louvre drie knapen aangehouden, tusschen 14 en 16 jaren oud, die een paar schilderijen baldadig met blauwe verf hadden besmeurd.
- Terwijl, van den eenen kant, de volksvertegenwoordiger Julius Roche, in het wetgevend lichaam het voorstel heeft gedaan de Boetekapel af te breken, die ter gedachtenis van den onthoofden koning Lodewijk XVI gebouwd is op de plaats waar de vorst en zijne ongelukkige gemalin Maria-Antoinette werden begraven, is anderzijds eene poging gedaan om de kapel gedurende den nacht in brand te steken. Men vond haar 's morgens vervuld met rook; het altaartapijt en een stoel waren verbrand; het vuur moet van zelf uitgedoofd zijn.
Londen. Uit de kunstverzameling van C. Alleroft werd in den nacht van 13-14 September eene schilderij van Thomas Sidney Cooper gestolen, welker waarde begroot werd op 2500 pond sterl. Den 23n Januari is in Gainsboroughstraat te Londen een man aangehouden, die het bedoelde schilderstuk opgerold onder den arm droeg.
- Van W.M. Conway verschijnt een werk over de Nederlandsche houtsneekunstenaars der xve eeuw, getiteld: The woodcutters of the Netherlands.
- De eerste uitgaaf van Birthday Book, met teekeningen van prinses Beatrix, is uitverkocht; eene 2de wordt gereed gemaakt. (Zie onzen jaargg. 1881, blz. 137.)
- Een vioolmaker te Londen is verwezen tot 15 pond sterl. boete, omdat hij eene viool van geringe waarde voor 55 p. st. verkocht had, na er een merk op geplaatst te hebben, volgens hetwelk de viool door Hergonzi, een leerling van den beroemden Stradivari, te Cremona, in 1724 vervaardigd was.
- Engelsche bladen berichten, dat in den aanstaanden zomer de beroemde schilderijenverzameling der hertogen van Hamilton verkocht worden zal. Als tot deze verzameling behoorende, noemt men een groot tafereel, dat aan Karel I heeft toebehoord en door dezen vorst aan lord Dorchester geschonken werd, voorstellende Daniël in den kuil der leeuwen, door P.P. Rubens en een ander stuk van denzelfden meester; voorts het portret van den graaf van Denbigh en het portret van Karel I te paard, beide door Van Dyck; het portret van Philips IV, door Velasquez; het portret van Napoleon I, door David enz. enz.
Praag. M. Munkacsy's prachtige schilderij, Christus voor Pilatus, behandeld in de manier van Rembrandt, is door het Hongaarsche staatsbestuur aangekocht.
Bern. Volgens wordt gemeld, is het den scheikundige Carl Gehmia gelukt kunstmatig paarlmoer te vervaardigen in alle kleuren, bestand tegen koude en hitte en zoo fraai, dat het niet te onderscheiden is van echt paarlmoer.
Zurich. In deze stad gaat een standbeeld opgericht worden voor den kerkhervormer Huldreich Zwingli (1484 + 1531), dat 80,000 fr. mag kosten. Beeldhouwers van alle naties zijn uitgenoodigd tot deelneming aan den uitgeschreven prijskamp.
St.-Galles. De oude kerk te Rapperschwijl, die van het jaar 1259 dagteekende en een hoogst merkwaardig gebouw was, is dezer dagen door brand vernield, ter uitzondering des grooten torens die in 1442 werd gebouwd; met hem bleven de aldaar berustende kerkarchieven gespaard.
Weenen. Onlangs vierde de gekende Oostenrijksche dichter Ed. von Bauernfeld, den 80en verjaardag zijner geboorte. Het gemeentebestuur zond hem het diploma van eereburger der stad en van alle kanten ontving hij adressen en blijken van toegenegenheid van allen aard. Doctor Unger, de gewezen minister, zond hem eene kas sigaren, vergezeld van den volgenden wensch: Tot anni, quot cigarri (zooveel jaren, als sigaren).
- De prijs van 100 ducaten voor het beste Duitsch-Oostenrijksche volkslied, is toegewezen aan Jos. Wüster, student te Weenen. Een student te Leipzig, Reinhold Fuchs, bekwam eene eervolle melding. Voor de beste muziek op het bekroonde lied, is een prijs van 100 ducaten uitgeloofd.
- Eene internationale tentoonstelling van schoone kunsten zal te Weenen op 1 April 1882 geopend worden en duren tot 30 September 1882; de Belgische afdeeling zal de bijzonderste werken der Belgische kunstbeoefenaars bevatten, gemaakt sedert de laatste wereldtentoonstelling van Weenen. Werken toebehoorende aan openbare of bijzondere verzamelingen zullen er in toegelaten worden, mits de geschreven toelating van den kunstenaar.
Denemarken. Bij het afgraven van eenen heuvel, niet verre van het dorp Nordrap bij Ringstadt op het eiland Zeeland (Denemarken), heeft men zeven geraamten gevonden, benevens een sierlijken gouden ring, die spiraalvormig een dubbelen kring maakt en waarvan de uiteinden zijn versierd met slangenkoppen; eene bronzen zeef en dito braadpan, beide met platte handvatsels; twee Romeinsche glazen schalen, 0m08 hoog, met gladde oppervlakte, waarop figuren zijn gebronsd; op eene der vazen worden herten door tigers vervolgd en verscheurd; op de andere schaal, die bij het opdelven eenigszins heeft geleden, ziet men zwaardvechters, die, een schild aan den linkerarm dragende, de rechterhand gewapend met eene zweep, eenen beer ophitsen tegen eenen stier. De op die schalen voorkomende dieren en de kleeding der mannen zijn in natuurlijke kleuren voorgesteld en fraai van teekening; voorts vond men een aantal glazen kralen met vlakken onderkant, waarvan vele bont, andere bruin van kleur waren, vaatwerk in gebakken aarde en dito aschkruikjes.