De Vlaamsche School. Jaargang 28

Kroniek.

Antwerpen. Koninklijke academie voor schoone kunsten. De prijs van Rome is dit jaar voor de beeldhouwkunst; de kampers moeten Belg of genaturaliseerd, minder dan 30 jaar oud zijn en zich laten inschrijven uiterlijk den 18ⁿ Maart, bij den heer G. Kempeneers, regent der academie.

- Wij roepen de aandacht onzer lezers in op het fraaie verhaal, blz. 6, naar Grenville Murray, wiens overlijden wij in onzen vorigen jaargang, blz. 206, aangeteekend hebben.

- Wij vestigen de aandacht onzer lezers op eene voor de vaderlandsche kunstgeschiedenis belangrijke verhandeling, die de onvermoeibare en talentvolle kuustgeschiedschrijver F. Jos. van den Branden in het licht gegeven heeft bij den uitgever

[p. 12]

W.C. De Graaff, te Haarlem, onder den titel Adriaan de Brouwer en Joos Van Craesbeeck. De verhandeling, die 85 blz. dichten druk beslaat, is eene inderdaad doorwrochte studie, zoo op het leven als op de werken van de twee voortreffelijke meesters. Er komen buitendien zeer vele bijzonderheden in voor, die, tot nog toe volslagen onbekend, een nieuw licht doen opgaan over beide uitmuntende schilders en aardige snaken, gelijk de heer van den Branden ze noemt. Wij vernemen dat slechts een beperkt getal exemplaren van het werk in den handel is gebracht. Zij die er prijs op stellen, om er een exemplaar van te bezitten, zullen zich dus moeten haasten.

Brussel. De gevels van eenige oude huizen der Grootemarkt gaan met stads geldelijken bijstand hersteld worden; voor den gevel van de herberg de Vos zijn de kosten geschat op 22,000 fr., voor een anderen huisgevel op 17.000 fr. enz.

- Het koninklijk conservatorium heeft van België's consul-generaal in China eene zoo goed als volledige verzameling Chineesche speeltuigen ontvangen.

Gent. Voor den prijskamp van tooneelletterkunde, uitgeschreven door de Gentsche afdeeling van het Davidsfonds, waren 26 dramas en 8 blijspelen ingekomen; uitslag: voor het drama is de prijs toegewezen aan de Twee Broeders, van den heer J. Menten, leeraar te Rolduc en werden vereerende meldingen verleend aan Titus, Opvoeding, Het geheele lot van 100,000 gulden, De zegepraal der Kerk en Iroma; voor het blijspel werd de prijs verleend aan De wedstrijd van uiterlijke welsprekendheid, van den heer Jan Philipsen, te Breda, en werden vereerende meldingen toegestaan aan Pieter-Livinus Slimbroeck en Trio. De bekroonde stukken worden gedrukt.

Luik. Het gemeentebestuur heeft voor 25,000 fr. (waarvan het rijk de helft betaalde) eene bronzen groep aangekocht, voorstellende een Stierentemmer, door den beeldhouwer Mignon. De groep is geplaatst op een terras van het voormalig dusgenaamd Handelseiland. Er gaan nog drie terrassen met beeldhouwwerken versierd worden. Buitendien kocht het gemeentebestuur bij de maatschappij der metaalgieterijen van Val d'Osne, ter versiering van de wandelplaatsen, de volgende gegoten beelden: Laocoon, Worstelaars, een Veldgod, Perseus en Polymnia.

Bergen. De wetenschappelijke verzamelingen die het gemeentebestuur van Bergen en het provinciaal bestuur van Henegouwen wederzijds bezaten, zijn te zamen gebracht in het voormalig college van Houdain en vormen thans een reeds vrij merkwaardig wetenschappelijk museum. Van den heer Emiel de Damseaux heeft het museum eene verzameling ontvangen van alle soorten van hout, die in België groeien, 195 in getal. Volgens schenker, is de verzameling volledig.

Buitenland.

Amsterdam. Einde December werd In de Nieuwe Kerk het graf van M.A. de Ruyter op last van het staatsbestuur geopend, om het stoffelijk overschot van den grooten zeeheld in eene nieuwe kist over te plaatsen. De oude kist had onder het houten deksel een ander deksel gehad van kleine dunne glasruitjes in lood gevat, welke ruitjes, allen los geraakt, de overblijfselen van den admiraal bedekt hadden. De bodem van de oude kist, werd met al wat er op rustte in de nieuwe eikenhouten kist overgebracht, die, van binnen met lood bekleed, het volgende opschrift draagt: ‘Michiel Adriaenszoon de Ruyter, luitenant-admiraal-generaal van Holland en West-Friesland, geboren 24 Maart 1607, overleden 29 Maart 1676 aan de wonden, ontvangen voor Messina, begraven 16 Maart 1677 en door de zorg der Nederlandsche regeering in deze kist gelegd 28 December 1881.’ Het proces-verbaal van de verrichting is in een looden koker gesloten en in de kist nedergelegd, waarna de deksel op de kist geschroefd werd. Op de kist werd een krans witte bloemen gelegd door den twaalfjarigen Carl Adolf Elias, de jongste der in de kerk aanwezige afstammelingen van de Ruyter. Op de zwart zijden linten van den ruiker stond te lezen: ‘Hulde van de afstammelingen van den luit.-admiraal-generaal de Ruyter, 28 December 1881.’

Parijs. Prins Georges Stirbay, die de boezemvriend was van den beeldhouwer Carpeaux, schonk reeds 600 der schetsen van dezen meester aan het museum der stad Valencijn; de meeste overige heeft hij thans afgestaan aan de Louvre en de academie van schoone kunsten.

Londen. De door wijlen den prins-gemaal Albert nagelatene toonzettingen, worden op last der koningin gedrukt bij Metzler en c^o, te Londen, onder toezicht van Hr. Ms. muziekmeester Cusins.

- C. Gounod maakt op last van de koningin een marsch (orkest en koor) voor het huwelijk van haren zoon Leopold met Helena prinses van Waldeck-Pyrmout.

Silezië. Bij Märzdorf is 6 1/2 voet onder den grond een graf uit den steentijd ontdekt met drie menschengeraamten, die fraaie bronzen armbanden droegen. In het graf lag ook eene aschkruik die gebroken werd en een steenen hamer. De meeste voorwerpen zijn overgebracht naar het Silezische museum van oudheden.