nog een ingezetene, namelijk de heer Loyens, griffier van de rechtbank, die eene belangrijke verzameling oude meubelen, oude schilderijen, plateel en porselein en vele andere oudheden bezit. Voor het Antwerpsch museum van oudheden is een bokaal op ivoren voet aangekocht, 0m30 hoog, in den catalogus opgegeven onder den titel Vidrecome nr 921. Deze bokaal, die zijnen naam ontleent aan het Duitsch (wiederkommen), diende in zijnen tijd om bij feestmalen op de gezondheid te drinken en hij werd dan beurtelings voor iederen gast volgeschonken en door hem uitgedronken. De bokaal, die prachtig bewerkt is, schijnt van Franschen oorsprong te zijn. Het bovengedeelte heeft den vorm van een roeibootje, versierd met een nimfenbeeldje en saamgestrengelde visschen. Op het deksel staat eene nimf, die eenen grooten visch torscht. Voorts is Neptunus met Thetis in de armen op het fraaie zilververguld kunstvoorwerp afgebeeld, dat 2000 fr. betaald werd. Het voornoemde Antwerpsch museum deed buitendien nog de volgende aankoopen:
239. Zes rijk geschilderde tellooren;
880. Een groote suikerpot, waarvan het deksel fraai versierd is met kleine mandjes;
894. Een glazen laarsje met spoor;
922. Een ivoren kasje. 0m24 hoog en 0m28 breed,
923. Een ivoren jachthoren met wapenschilden;
924. Een ivoren kinderbeeldje van 0m22;
925. Pax tecum (Vrede), de heiligen Antonius, Rochus en Benedictus voorstellende;
926. Een register uit de xive eeuw met vier voorstellingen uit het leven der heilige Catharina;
1030. Twee haardijzers, versierd met twee beeldjes in biddende houding;
1032. Eene ijzeren schouwplaat, voorstellende: den Zaligmaker en den heiligen Joannes Baptista, 0m24 hoog;
1050. Een ingelijst kazuivelkruis van 1542, de aanbidding der herders voorstellende, met wapenschilden en heilige groepen, afkomstig uit de abdij van Averbode;
1051. Een geborduurd medaillon uit de xvie eeuw, de patroonen der visschers voorstellende, omringd van hooggewerkte cartels in zilver, met visschen, afkomstig van het Visschersambacht van Antwerpen.
Brussel. Het door ons op blz. 145 aangekondigde werk Willem Sanger, van den veelbelovenden gevoelvollen dichter Leonard Buyst, is ter drukkerij van de wed. J.-H. Dehou van de pers gekomen; wij vestigen andermaal de aandacht van onze lezers op dit gewrocht van den verdienstelijken schrijver. Het dichterlijk verhaal, waaruit wij de vrijheid nemen de treffende beschrijving van het Sterfbed (zie blz. 189) over te drukken, zit vol kleur en gang en is over het geheel in eene zoetvloeiende taal vervat, ook waar de dichter krachtige tonen aanslaat. Het boek verdient ter hand genomen te worden door alle liefhebbers onzer letterkunde. Het is opgedragen aan Hendrik Conscience. Te dezer gelegenheid zij hier herinnerd, dat van Leonard Buyst vroeger een dichtbundel is verschenen onder den titel Lijdensbeelden, waarvan voor fr. 1,50 nog exemplaren verkrijgbaar zijn bij. J. Vuylsteke, te Gent, en bij Deseyn-Verhougstaete, te Roeselare.
- Bij koninklijk besluit van 28 September is het gemeentebestuur van Antwerpen gemachtigd, gebruik te maken van het wapenschild met rozenkroon en de schildhouders, een wildeman en eene wilde vrouw, zooals voorheen het gebruik was.
- Koninklijk muziekconservatorium. 7 December heeft de Antwerpsche zanger Hendrik Fontaine den prijs van uitmuntendheid met diploma behaald, in de klasse van zang onder de leiding van den leeraar J. Cornelis. Keurders waren de heeren A. Gevaert, A. Lavallée. L. Wiener, A. Samuel, O. Stoumon, L. Cabel en J. Wicart. H. Fontaine vertrekt naar Parijs, waar hij gaat zingen in de concerten van Colonne, in het Trocaderopaleis.
Leuven. Het stedelijk museum deed in den laatsten tijd de volgende aanwinsten: 1. een bloemenstuk van Frans Huigens, van Cortenberg; 2-3. twee schilderijen van Antoon Clevenberg vader, voorstellende het Kasteel der graven van Leuven in de xviie eeuw en de Cesarsberg in 1880 (deze drie stukken aangekocht met genot van een rijkshulpgeld); 4. een door Lefevre geschilderd mansportret, naar eene schilderij van Jordaens in de Uffizi-galerij te Florence; 5. eene kopie naar Rafaëls Jezus' slaap (deze twee stukken geschonken door den staat); 6. eene lijst met 7 portretten der familie Heuschling-Meisner, in 1816 geteekend door Karel Zimmerman; 7. de schaduwbeelden der echtgenooten Heuschling-Meisner, uitgevoerd rond 1790; 8. het portret van Lodewijk Heuschling, miniatuurschildering van Billotte; het portret van Emiel Heuschling, geteekend door Piron; 10. het portret van Felix Heuschling, geteekend door Sturm; 11. het portret van Phillippina Heuschling, in 1867 door Speltdooren geschilderd; 12. de portretten der echtgenooten Delamerre-Meisner, miniatuurschildering van P. Pacciani, in 1812 te Florence gemaakt (te beginnen van nr 6, geschonken door den heer Xav. Heuschling, gewezen bestuurder bij het ministerie van binnenlandsche zaken). (Zie onzen jaargg. 1879, blz. 159.)
Gent. Ter drukkerij van Eug. Van der Haeghen is verschenen; Rapport présenté au comité directeur et aux membres de la chambre syndicale provinciale des arts industriels; secretaris de heer E. Varenbergh. Voor 1882 heeft de vereeniging onderscheidene prijsvragen uitgeschreven, waarvan wij het programma afzonderlijk hebben verzonden aan onze lezers.
Brugge. De afdeeling van het Davidsfonds doet te weten, dat zij dezen winter voordrachten inrichten zal, waarop het woord zal worden gevoerd door de heeren Ad. Duclos, dr. Van Steenkiste. H. Claeys, Ad. Verriest, Th. Sevens, Flamen en E. de Kerckhove.
Luik. Het bisschoppelijk museum bezit thans de oudste christelijke grafstede en de oudst gekende schildering van het land, aangetroffen in de omstreken van Tongeren, in de steenbakkerij van den neer Christiaens-Vanderryckt, alwaar men veronderstelt dat eene groote begraafplaats heeft bestaan. Het voornoemde graf was van gemetselden steen, en bevatte de beenderen van eenen man van groote gestalte en van eene vrouw of eenen jongeling; beide lichamen waren met de voeten naar het Oosten gericht. De wanden der grafstede waren versierd met schilderingen, zooals men er in de catacomben van Rome ontdekte. Bij het hoofd van den man heeft men een gesloten fleschje gevonden, dat een vocht bevatte, hetwelk onderzocht zal worden. Men weet dat de heidenen voor gewoonte hadden de lichamen hunner dooden te verbranden.