De Vlaamsche School. Jaargang 27
(1881)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijConsciencefeest 26 September.Naar aanleiding van het groote feest, waarmede de verschijning van Conscience's honderdste boekdeel te Brussel stond gevierd te worden, was te Antwerpen eene eigenaardige herinnering aan Conscience's eerste werk, Het Wonderjaar, opgewekt geworden. Op het tijdstip toen dit boek geschreven en gedrukt werd (1836-1837), had Conscience de gewoonte nagenoeg iederen avond een paar uren te komen doorbrengen in de herberg Het zwart Paard, op de Paddengracht te Antwerpen. Sedert dien heeft de Paddengracht haren naam verbeurd en is zij Prinsesstraat geheeten; maar de herberg Het zwart Paard (thans nr 14) heeft haar uithangbord van vroeger behouden en ziet er over het geheel nog altoos uit, gelijk zij zich voordeed in den tijd, ruim 44 jaren geleden, toen zij Hendrik Conscience en ettelijke zijner vrienden, waartusschen Theodoor Van Ryswyck, onder hare stamgasten telde. Het was in dit huis bij moeder Goedmond (en dit is de eigenaardige herinnering waarvan wij hooger gewaagden), dat Conscience zijn eerste werk, Het Wonderjaar, voorlas. Dit geschiedde op eene bovenkamer van het huis, welke kamer de vergaderplaats was van een vriendengenootschap, waartoe Conscience behoorde, en dat den naam voerde van Kunstenaarskring. Tusschen de leden van dien kring telde men de kunstschilders L. Carolus, J. Correns, Eug. De Block, H. Leys, J. Meynne, L. Molijn, Em. Noterman, J. Ruyten, K. Venneman, J. Vertommen en anderen. Eenige van de weinige nog levende bevoorrechten die bij deze voorlezingen tegenwoordig waren, vatteden het denkbeeld op, de gedachtenis van die omstandigheid te vieren. Het kwam weldra tot een plan en voorstel, die namelijk bij de bewoners van de Prinsesstraat en de aanpalende buurt gereeden ingang vonden. Belangstellenden, vrienden en vereerders van Conscience, zouden openlijk uitgenoodigd worden om ter zijner eer, een bezoek te brengen aan de herberg Het zwart Paard en men zou tevens de buurt smaakvol versieren. Zoo gezegd, zoo gedaan. Weldra was de Prinsesstraat van op de St.-Jacobsmarkt tot tegen de Hobokenstraat, benevens de aanpalende Groote-Kauwenberg, met lange geschilderde en vergulde masten beplant, waaraan vlaggen, wimpels, draperijen en bloemenkransen vastgehecht waren. Hiertoe leenden de sieraadschilders H. Verdonck en P. Veranneman hunne welwillende medewerking. | |
[pagina 174]
| |
Buitendien hadden de bewoners der voornoemde straten hunne huisgevels versierd en vond men schier van stap tot stap opschriften in rijm en onrijm ter eere van Conscience te lezen. Jaarschriften waren over de straten gespannen waarvan wij er hier eenige laten volgen: antWerpen Is fIer oVer zIJnen Tegen den gevel en in het middelraam der eerste verdieping van de herberg Het zwart Paard prijkte een doorschijnend geschilderd portret van Conscience, omgeven van eene lauwerkroon, zooals hij op onze blz. 55 is afgebeeld, en daaronder een open boek met den titel van zijn 100e boekdeel: Geld en Adel. Honderde gekleurde glazen waren als een bloemenkrans daar rondom aangebracht. In de zijvensters de jaartallen 1836 en 1881, omringd van bloementrossen, waaronder men de volgende rijmpjes las: 't Is hier in 't oud vermaarde Peerd,
Dat Hendrik, 'lijk d'historie leert,
Zijn pintje lang kwam pakken,
Met Lodewijk en Jan en Door,
En, als een echte puur Sinjoor,
Was hij niet bang voor 't plakken!
Het Peerd is vast de bakermat
Van 't Vlaamsch in onze Scheldestad,
Dank aan Conscience en vrienden.
't Is hier dat Door een lied verzon,
Dat Hendrik 'nen roman begon,
En Franske moed kon vinden.
Ja, menschen, ge moogt het allen weten,
In 't Peerd heeft Rik soms laat gezeten
Met zijn makkers Door en Jan
En nog veel meer van zijn gespan,
Om daar te smeden Vlaamsche plannen
En Franschen geest hier uit te bannen.
Die eer dus heeft hij ruim verdiend.
Hij blijve steeds ons aller vriend.
Dat Hendrik staat in onze Gratie
Dit kunt gij zien aan onz' Palatie
Wij doen 't ook niet uit Speculatie
Lijk het gebeurt soms aan de Statie
Wanneer daar is een' groot' Ovatie
Wij vieren tot ons' Consolatie
Een man van onze Natie
Die groot was in de Vlaamsch' Oratie
Ge kunt het zien in d'Illustratie
Die leest toch heel onz' Populatie.
Vivat de mannen uit 't Zwart Peerd!
Dat is oprecht de moeite weerd,
Die vieren vroom hun oûwen Gast
Zooals 't aan goede vrienden past,
Bravo! geburen, om ter meest!
Langer niet meer blijven truten,
Vlaggen, lichten met dit feest!
Al heel de week zijn wij aan 't vruten
Om blij te vieren onzen held,
Die nog in 't Peerd veel vrienden telt.
Op het tweede verdiep, in het middelraam, een groote prachtige bloemtuil, met eene groote gouden ster, die als bekroning van Conscience's borstbeeld schitterde; in de zijramen fraai geschilderde cartels met de naamletters van den beroemden man. Boven de kroonlijst van het huis, verhief zich in een overgrooten vlaggentropee het stedewapen van Antwerpen, tusschen twee groote leeuwenbeelden die de wapenschilden van het land en de provincie vasthielden. Deze versiering vooral kenmerkte zich door goede opvatting en smaak. In de gelagkamer der herberg prijkte tusschen loof en bloemen het borstbeeld van Conscience, uitgevoerd door den beeldhouwer Lambeaux, en daarvoor stonden de tafel en de stoel, benevens het halflitersglas, waarvan de beroemde schrijver, volgens de verzekering van den herbergier, G.J. Staar, de gewoonte had zich te bedienen, toen hij, eene kleine halve eeuw geleden, tot de vaste bezoekers van het huis behoorde... Wat of er van deze laatste bijzonderheden ook moge zijn, den 25sten, 26sten en 27sten September hebben duizende menschen ter eere van Conscience, de herberg Het zwart Paard als in begankenis bezocht. Veel beziens had ook de gevel van de steendrukkerij der weduwe J. Brouwers, schuins over Het zwart Paard, nr 9 van de Prinsesstraat. Het is bij J. Brouwers dat de platen voor de werken van Conscience gedrukt worden. Op eene groote doorschijnende grijsschildering, tegen het voornoemde huis aangebracht, zag men Conscience naast de schouw in eene boerenkeuken gezeten, gelijk Edward Dujardin hem heeft afgebeeld in de door ons op blz. 112 en 130 vermelde plaat, die wij hierneven eenigszins verkleind mededeelen en waarvan bij de wed. Brouwers groote exemplaren op zwaar papier en met tint gedrukt, verkrijgbaar zijn voor den geringen prijs van 1 frank. Wij geven onze lezers den raad, niet te verwaarloozen zich eene dergelijke plaat aan te schaffen, als eene gedenkenis van de feestviering. Ingelijst, zal zij iedere huiskamer tot sieraad verstrekken en is zij zeer geschikt om te dienen als tegenhanger van het groot gesteendrukt portret van Conscience, door Florimond Van Loo, van Gent, dat aan de inschrijvers van het te Brussel gevierde feest wordt afgeleverd. Tegen den gevel der drukkerij stond het volgende te lezen: 't Is heden hier een dag van feest,
Ziet overal de vlaggen zwieren!
Men juicht, men jubelt om het meest,
Want ieder wil den schrijver vieren
| |
[pagina 175]
| |
[pagina 176]
| |
Die in de schoone Vlaamsche taal
Reeds honderd werken heeft geschreven,
Zoo menig boeiend schoon verhaal,
Voor 't volk reeds heeft in 't licht gegeven.
Ook wij, die meer dan veertig jaar
De platen zijner boeken drukken,
Wij juichen met der buren schaar,
Mocht hier dit feest oprecht gelukken!
Dit is de wensch, die ieder doet,
En ook, dat nog in later tijden,
Conscience, steeds met zelfden moed,
Met ons, voor Taal en Recht zal strijden!
Wij meenen te weten, dat vele der berijmde opschriften uit de pen vloeiden van den te Antwerpen gunstig gekenden liedjesdichter Fritz Dodd. Van de hier volgende kunnen wij met zekerheid melden, dat zij van zijne hand zijn: Geburen van de Paddengracht,
Den grootsten schrijver thans herdacht
Uit onze Nederlanden.
Hoed af voor onzen grootsten bol,
Hij schreef wel honderd boeken vol,
Een vracht van zeven manden.
*
Zijn werken zijn meest allemaal
Overgezet in elke taal
Die z'in Europa spreken.
Men vindt ze bij Franzoos en Brit,
Bij Pool en Rus, tot in Madrid
En d'Oostenrijksche streken.
*
Het gaat zoo ver dat z'in Parijs
De snullen daar al maken wijs
Dat Hij dáár werd geboren!
Maar ieder weet dat Hendrik hier
't Licht zag in Sint-Andrieskwartier,
Niet verre van den toren.
*
Zij denken in die wereldstad
Dat al wat kunsttalent bevat
Gewiegd werd in haar muren.
Maar dat is nevens haren neus
Antwerpen heeft 'nen grootren keus
Dan zijne zuiderburen.
*
't Is in de Pompstraat dat zijn wieg
Gestaan heeft, als 'k mij niet bedrieg,
Want jaren is 't geleden;
Zijn ouders vreesden voor hem fel,
Hij stak maar in een aardig vel,
Toch loopt hij er nog heden.
*
Men kende toen geen politiek,
Geen liberaal noch katholiek,
Men minde dan elkander;
Veranderd is dat allegaar,
Men vliegt elkander nu in 't haar,
Voor Peer of voor den Sander.
Het is door hem dat burgerdeugd
En stille blij familievreugd
Tot d'harten toegang vonden,
Dat Vlaamsche taal en Vlaamschen aard
Tot heden toe nog zijn bewaard
Zoo vrij en ongeschonden.
*
Brengt vlag en loover bij elkaar,
Begint maar vroolijk al te gaar
Een handje uit te steken
Voor onzen grootsten rijksten geest;
Vandaag mag er niets aan het feest
Van onzen vriend ontbreken.
*
Gij allen die Conscience vereert,
Vergeet niet in 't vermaarde Peerd
Een meurge pint te pakken;
Doet het op 't heil des schijvers van
‘Wat eene moeder lijden kan’
En ‘Rikke tikke takke.’
*
Gaat pakt een pint of wel 'ne kwak
Waar Jan de lacher en de Brak,
Eens met den nacht in vielen,
Om 't klieksken in de boet te slaan
Dat niet op 't uur was heên gegaan,
't Was in 't Octaaf der zielen.
*
Had Hij en Door hier niet bestaan,
Dan was het Vlaamsch lang naar de maan,
Wij waren lang Franzozen...
Aan hen is het te danken dat
Wij nog bezitten onzen schat
En voor niets moeten blozen.
*
Hip! hip! hoerah, zingt nu te gaar
Voor Hem die ons in 't Wonderjaar,
Zoo wonderschoon vertelde;
Den Loteling, Baas Ganzendonck,
Den Boerenkrijg en 't Goudland schonk
En Jaak van Artevelde.
*
't Was gistren in ons hoofdstad feest
Voor Hem, en plechtig is 't geweest,
Want Hendrik woont te Brussel.
Vandaag is 't in de Scheldestad,
Dat is Conscience's bakermat,
Daar deed m'Hem in de bussel.
*
Hij leve lang, tot honderd jaar,
Dit wenschen wij hem hier te gaar,
Gezond en wel tevreden!
De Prinsesstraat en de Groote-Kauwenberg waren des avonds schitterend verlicht. De muziekmaatschappij Vrije Antwerpenaren en de zangmaatschappij Gildebarden, door fakkeldragers begeleid, gaven er serenades, die de feestelijke stemming van de ontelbare nieuwsgierigen welke zich tot omtrent middernacht in de straten verdrongen, zoo sterk verhoogden, dat honderde stemmen zich ongevraagd met het orkest vermengden en het gejubel soms luider dan de speeltuigen klonk. | |
[pagina 177]
| |
In de bovenzaal van het Zwart Paard vereenigden zich ten slotte de leden der inrichtingscommissieGa naar voetnoot(1) en talrijke vrienden en bewonderaars van Hendrik Conscience. Er werden - aan en toe afgewisseld door heildronken, - talrijke redevoeringen uitgesproken, waartusschen die van den heer I.J. De Beucker een diepen indruk op alle aanwezigen maakte. Den 25n en 26n September was de Consciencestraat, nabij het Park, te Antwerpen, ter eere van Conscience gevlagd. Des avonds waren vele huizen met hetzelfde doel verlicht. Desiré Van Spilbeeck. |
|