De Vlaamsche School. Jaargang 27
(1881)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 134]
| |
Oudheidkundig museum te Antwerpen.Ter gelegenheid van de aanstaande verschijning eener tweede uitgaaf in de Fransche taal van een uitgebreiden catalogus der voorwerpen die
't Was in 1861 dat men werk begon te maken van de verwezenlijking van het opgeworpen denkbeeld om in Antwerpen een museum van oudheden tot stand te brengen. In 1862 werd met dit doel eene vereeniging gesticht, wier leden eene jaarlijksche bijdrage van 10 franken aannamen te betalen, ten einde uit de opbrengst daarvan een fonds te vormen, bestemd tot het aankoopen van voorwerpen, die de kern van het verlangde museum zouden uitmaken. Het stedelijk bestuur begunstigde de pogingen der vereeniging, die dan ook spoedig tot een goeden uitslag leidden. De stad stelde het lokaal der oude gevangenis, geheeten het Steen, ter beschikking van de vereeniging om als lokaal te dienen voor het museum van oudheden, dat den 14den Augustus 1864 geopend werdGa naar voetnoot(1). In 1861, blz. 191, gaven wij in ons tijdschrift eene keurige koperetsing van Jos. Linnig, die het Steen langs de buitenzijde vertoont. Thans deelen wij eene gravuur mede, die eenen blik vergunt op de belangwekkende opene binnenplaats van het Steen. Op die plaats, links en rechts, treft men de volgende opschriften aan, die aan liefdadige stichtingen uit de xve eeuw, ten voordeele van arme in de gevangenis van het Steen opgeslotene lieden herinneren, gedaan door Elisabeth Van Wyneghem en Peter Pot. Zij zijn in arduin gekapt en goed bewaard gebleven. Zij getuigen gunstig voor den geest van liefdadigheid welke ten allen tijde de Antwerpsche bevolking bezielde. Wg geven den bestuurleden van het museum, langs dezen weg, in bedenking, of zij niet goed zouden doen deze letteren te laten vergulden, ten einde de opschriften, waarvan hier de tekst volgt, zooveel te gemakkelijker leesbaar te maken, eene eer die zij ruimschoots verdienen en die vooral mag bewezen worden aan de nagedachtenis van de edelmoedige menschenvrienden wier goede daden zij vereeuwigen: ♁ Peter Pot heeft beset d̅ ghevange̅ die ter bed' leve̅ erflic alle woensdage te brenge̅ elke̅ ee̅ brood gelyc me̅ in den Godshuys van S. Salvatoers de̅ armen geeft end' daer toe den voers, gevange̅ met gelde v̅scharen na goetduncken des Gods huys voers. ♁ God heb de siele amen. | |
[pagina 135]
| |
Op de opene plaats zijn onder andere oudheden tentoongesteld gedeelten van gedenkteekens, grafzerken, de kop die vroeger aan het huis nr 98 op Sint-Jacobsmarkt geplaatst was ter herinnering der
Hierboven ziet men ook eene afbeelding van de zaal nr 4, op het bovenverdiep van het Steen. Zij is in Antwerpens stedelijke geschiedenis bekend onder den naam van Gemeen Steen (of het gemeen gevang), omdat daar de in hechtenis genomene lieden werden opgesloten, die niet betalen konden om zich een afzonderlijk of beter vertrek en anderen kost dan de gevangenisregel medebracht te verschaffen. In deze zaal, gelijk op onze plaat zichtbaar is, worden onder andere oudheden bewaard een antiek dusgenaamd privilegiekoffer der stad met drie sloten, een gebeeldhouwde eikenhouten stoel der vierschaar, oude keteltrommels, weleer in stadsdienst gebruikt, sabels, knodsen, helmen, hellebaarden, bijlen, kruis- en handbogen, andere wapenen, de koppen van den reus en de reuzin uit den ouden Antwerpschen ommegang (zie onzen jaargang 1877, blz. 96) enz.; voorts marteltuigen uit de rechtspleging van weleer, waaronder de ijzeren kenf of halsband, dien men afgebeeld vindt in onzen jaargg. 1865, blz. 21; de lijkblazoenen der infante Isabella, die bij de uitvaart dezer vorstin hebben gediend; de wapens der familie Tucher (zie onzen jaargg. 1864, blz. 222) enz. enz. Het Antwerpsch museum van oudheden, dat met niet zeer veel begonnen is, heeft zich thans, sedert de 20 jaren van zijn bestaan, reeds in zooverre uitgebreid, dat de zalen de voorwerpen, welke het bezit, moeielijk kunnen bergen. Het is dan ook een bezoek en nog wel een herhaald bezoek, overwaard, zoowel voor bewoners van Antwerpen, als voor vreemdelingen. De belangwekkende verzameling Egyptische oudheden, welker aankoop door het gemeentebestuur wij in 1879, blz. 155, vermeldden, bevindt zich insgelijks in het museum, tot welks laatste aanwinsten eene kleine verzameling oud-Romeinsch aardewerk enz. behoort, afkomstig uit de nalatenschap van wijlen den heer W. Van Genechten, te Turnhout, wiens sterfgeval vermeld is op blz. 12. Ook kocht de besturende commissie onlangs een aantal oudheden aan bij den kunstkooper M. De Vries, korte-Nieuwstraat nr 6, te Antwerpen. |
|