Kunstzin.
Ik voor mij zou de stelling niet al te gewaagd achten, dat het eerste en voornaamste bewijs dat in een land kunstzin aanwezig is, daarin bestaat, dat het kunstenaars voortbrengt: en dat het bewijs te klemmender zal zijn, wanneer die kunstenaars worden aangetroffen ook onder hen, die, wegens den stand waaruit zij zijn voortgekomen, schier alles moeten verplicht zijn aan hunnen natuurlijken aanleg, en slechts weinig aan hunne opleiding kunnen dank weten.
P.J. Veth.