Door den Franschen natuuronderzoeker Désiré Charnay, hiertoe in staat gesteld door den geldelijken steun der hooge regeering van zijn vaderland, werden onlangs, met vergunning van de Mexicaansche regeering, opgravingen gedaan in de omstreken van Teotizuacan. Wat men vond, loonde de moeite. Te San-Juan brachten de opgravingen de prachtige overblijfselen van een groot paleis te voorschijn, benevens vier grafsteden, beeldhouwwerken, vazen en velerlei kunstvoorwerpen. Nabij Comalcaco, in den staat Tabasco, bezocht voornoemde reiziger de bouwvallen eener overoude stad, die verspreid lagen over eene oppervlakte van 32 kilometers. Onder andere werden er een duizendtal pyramiden aangetroffen, die in lang vervlogen eeuwen gediend hadden als kolommen, waar bovenop paleizen en torens gebouwd waren geweest. Te Tula is een huis en een paleis blootgegraven met muurschilderingen.
In Puebla bevindt zich eene zeer oude en hoogst merkwaardige pyramide; ook ziet men daar nog overblijfselen van vestingwerken uit den tijd der Tolteken of Azteken.
In Guaxaca staan de muren van het paleis der oude koningen van Mitla nog gedeeltelijk recht en vertoonen de overblijfselen van drie gebouwen, waaronder vooral eene zaal uitmunt, welke op zeer eenvoudige zuilen van porfier rust die versierd zijn met figuren welke eenigszins gelijken aan die van de Etruscische vazen.
In Vera-Cruz, nabij het Indiaansche dorp Papantla, vonden jagers, op het einde der vorige eeuw, in een dicht bosch, eene zware pyramide, van groote vierkante porfiersteenen gebouwd, die bij lagen op elkander gelegd en met beeldschrift versierd waren. Langs 57 treden bereikt men het bovenste plat of terras van deze pyramide, die eene offerplaats schijnt geweest te zijn, waar menschen geslacht werden ter eere van de goden der uitgestorvene volkeren die deze streken hebben bewoond.
Wij geven hier eenige der
letterteekens van het bedoelde beeldschrift:
Dit soort van Mexicaansch schrift wordt keivormig (caluileform) genoemd omdat alle teekens op kleine keisteentjes gelijken. Men vindt het op de gedenkteekens van Palenque, en verscheidene handschriften te Dresden, Madrid en Weenen zijn er mede geschreven. Tot heden toe heeft men het nog niet
ontcijferd. Het andere beeldschrift bestaat uit voorstellingen van voorwerpen die, te zamen gebracht, woorden vormen. Zoo schrijft men b.v.: Itzcoatl, naam van den vierden koning van Mexico, welk ‘Obsidianen-slang’ beduidt, met eene slang (coatl)
doorboord met pijlen van obsidiaan (itzli) of ook met een pijl (itzli), een pot (co) en water (atl) wat van onder naar boven gelezen wordt. Men gebruikte dit laatste soort van schrift ook om vreemde woorden te schrijven zooals: ‘Amen.’
metl: agaveplant; De cijfers schrijft men als volgt: atl: water.
1, 2, 3 enz.
10.
100.
1000.
Als eene merkwaardige bijzonderheid haalt E.A.W. von Zimmerman het feit aan, dat de oude Mexicanen de gebouwen voor hunne goden behoorlijk naar de hemelstreken richtten, evenals de Egyptenaren hunne pyramiden en de Hindoes hunne pagoden.
Hoogst merkwaardig zijn de uitgestrekte bouwvallen door A. de Rio en J. Alonso in 1787 bij Palenque in den Mexicaanschen staat Chiapas ontdekt.
Niet minder belangrijk en wellicht nog uitgestrekter zijn de bouwvallen, in 1842 te Chichen-Itza bij Uxmal in Yucatan gevonden en welke, naar men gist, behoord hebben tot eene stad die grooter was dan Parijs. In 1860 bezocht de heer D. Charnay deze plaats en maakte er vele photographien en teekeningen, onder andere van een reusachtig worstelperk en vooral van een echt vorstelijk paleis, bestaande uit vijf volkomen op elkaar gelijkende zeer groote zalen, en welks gevels kwistig rijk beladen zijn met prachtig beeldwerk en andere versieringen, waarvan sommige deelen punten van overeenkomst schijnen op te leveren met den bouwtrant der Chineezen en Japanners.
Tusschen de bouwvallen van paleizen die men te Palenque aantreft, is vooral merkwaardig een gebouw, dat binnen zijne uitgestrekte muren een ontzaggelijk aantal heiligdommen en graven, plaatsen en zuilengangen, ouderaardsche galerijen en cellen bevat. Het geheel, rustende op een platten vorm, bestaat uit drie terrassen van verschillende hoogte en uitgestrektheid en vormt een ruimen vierhoek door overdekte galerijen omringd. Aan alle kanten heeft men toegang door trappen, en oostelijk voert eene tweede trap inwendig weder naar beneden op eene met zuilengangen omgevene plaats. Onder deze zuilengangen treft men de eerste galerijen aan, en in het midden van den vierhoek ziet men overblijfselen van een altaar.
Sommige Mexicaansche pyramiden hebben van onder een grooteren omvang dan de Egyptische. Men vindt in Mexico ook pyramiden, welke tot eene andere orde behooren, namelijk afgeknotte pyramiden, boven op elkaar geplaatst, eene zeer groote en breede van onder en elke volgende kleiner. Te Xochicalco bestond een aldus gebouwde tempeltoren van vijf verdiepingen. De zijden waren versierd met half verheven grof beeldwerk, waarvan de figuren ruim een meter hoog waren en drie centimeters uitsprong maakten.
Van alle oud-Mexicaansche pyramiden is de grootste en belangrijkste de dusgenaamde pyramide van Cholula, in den staat Puebla. Zij moet als tempel en begraafplaats hebben gediend. Ook zij is samengesteld uit verscheidene op elkander geplaatste, alle naar boven afnemende pyramiden. Zij heeft vier zulke afdeelingen en is over het geheel 54 meters hoog. Op haren gevel stond voorheen een altaar, dat aan den god der lucht gewijd was. Het platte dak der pyramide beslaat eene uitgestrektheid van 4200 meters.
In het jaar 1879 gaf een Vlaamsch dagblad eene reeks brieven, geschreven door eenen Vlaming, die eene omreis in Mexico maakte. In een dezer brieven, gedagteekend uit de hoofdstad van Mexico, die, zooals men weet, ook den naam van Mexico draagt, wordt medegedeeld, dat in den wester-buitenmuur van de stedelijke hoofdkerk een bazaltsteen ingemetseld is die 11 voet middellijn heeft, 25.000 kilos zwaar is en waarop de almanak of jaarverdeeling der Azteken afgebeeld is. Volgens den berichtgever wordt de ouderdom van dezen eerbied waardigen steenen almanak op meer dan 700 jaren geschat.