toonstelling over 1830-1880: J. Verhas, Schoolparade; J. Impens, Vlaamsche herberg; J. Portaels, De dochter van Sion; C. Hermans, De morgen; E. De Pratere, Veemarkt te Brussel; T. Baron, Het Rouat-dal in Hesbaye; A. Bouvier. Landschap; J.T. Coosemans, Een Mastbosch; T'Scharner, Na den winter op de boorden van de Maas te Lysden; voor het rijksmuseum is ook aangekocht het borstbeeld van wijlen Philip Van Brée (zie 1879, blz. 143), uitgevoerd door L. Royer (zie 1879, blz. 76). Ph. Van Brée was in 1842 bewaarder van het museum van Brussel.
Leuven. Onder de pers bij K. Fonteyn, De Godvruchtige Pelgrim tot O.-L.-Vrouwe van Scherpenheuvel, gevolgd door eene Meimaand ter harer eer, door den zeer eerw. heer J.F. Hendrickx, pastoor te Tremeloo.
Gent. Het stedelijk museum is verrijkt met twee tafereelen, geschonken door het staatsbestuur, namelijk: Zicht van Terneuzen door J.T. Coosemans en Zicht van Gent door G. Denduyts
- Em. Hiel heeft voor de feesten die in September zullen plaats hebben in deze stad eene cantate geschreven, getiteld Het volk van Gent, waarop muziek gezet wordt door A. Gevaert.
- Bij Lod. De Vriese gaan Julius Vuylsteke's Verzamelde gedichten in het licht gegeven worden in eenen bundel van ongeveer 400 blz.; prijs: 4 fr.
- De Maatschappij tot Bevordering van Nijverheid en Wetenschappen heeft haar 17de Jaarboekje in het licht gegeven. Buiten eenen almanak voor 1881 bevat het een aantal stukken die betrekking hebben op de maatschappij en waaruit wij onder andere vernemen dat zij, den 30n September 1879, 576 werkende en 109 aanmoedigende leden telde. Voorts een aantal bijdragen als: van Emiel De Smedt, over stoomketels en stoomtuigen op de rijkstentoonstelling van 1880 te Brussel, van Edm. Sacré over de lichtteekening, van C.I. (Imbroeck?), eene beschouwing van de Grootemarkt te Brussel en Een woord over huishoudkunde, benevens twee gedichten van J. Wytynck.
Kortrijk. 14 Augustus aanstaande zal er eene kunsttentoonstelling geopend worden gevolgd van eene verloting der aangekochte kunstvoorwerpen. De heer Hendrik Conscience is voorzitter, de provinciale bouwmeester P. Croquison, ondervoorzitter, de heer H. Nolf, burgemeester, eerevoorzitter. De kunstwerken moeten voor 15 Juli te Kortrijk zijn aangekomen; de kosten van vervoer heen en weer (tarief 2) zijn voor rekening der maatschappij. Voor verdere inlichtingen zich te wenden tot den heer P. Gillon, secretaris der maatschappij ter aanmoediging van schoone kunsten en letterkunde te Kortrijk. Te Brussel kan men de kunstwerken kosteloos bestellen bij Mommen, Batterijstraat 32 en te Antwerpen bij G. Geeraerts, Kloosterstraat 45.
- De uit 49 klokken bestaande stedelijke beiaard wordt thans bespeeld volgens het klavierstelsel van F.H. Smulders, van Maastricht, waarover ons tijdschrift in 1880, blz. 73, en vroeger, breedvoeriger gewaagde. De toepassing van het stelsel van Smulders te Kortrijk heeft 17,000 fr. gekost. In de zwaarste klok van den Kortrijkschen beiaard is het volgende opschrift gegoten: Cortraceni. Coecilia sum. Ecce laetoe stipant sociae xlviii. (1878.) Consule H. Nolf-Goethals, scabinis E. Ghesquière, P. Debboudt, P. Tack, H. Van der Plancke, secretario C. Mussely. Me fudit Lovanii Severin Van Aerschodt. Kortrijks beiaardspeler (Petrus Callens) geniet eene jaarwedde van 500 fr.; voor het veranderen der arias ontvangt hij 50 fr. en als hij in buitengewoonen dienst speelt bekomt hij eene buitengewone vergoeding van 1 frank per kwartier.
Brugge. Het stadsarchief is in den laatsten tijd, onder andere, verrijkt geworden met de drie volgende handschriftelijke boeken, gekocht in de veiling der bibliotheek van wijlen den heer Fr. Van Hamme van Stampaertshoucke, te Gent: 1o Tnaervolghende is het vermeughen preeminentie ende last van den Burghmeester van den courpse der stede van Brugghe; 2o Register van allerhande instructien gepasseert voor M. Van de Velde, notaris te Brugge (1611-1614); 3o Reglement voor den cipier ende gevangene binnen de gevangenisse der stadt Brugge (1717). Het eerstvermelde boek bevat de volgende stukken: a) eene verordening van 37 artikels omtrent de machtsbevoegdheid van den burgemeester der gemeente, of, zooals men het toen noemde, van den courpse; b) eene verordening op het ‘luyden van de poortclocke van Brugghe’; c) een uittreksel uit een plakkaat van 20 Maart 1601 over de ‘ghebrande wijnen ofte levende waeteren’; d) een uittreksel uit eene verordening van 11 April 1647 over de ‘pense stallen’; e) aanteekeningen over merkwaardige gebeurtenissen, waartusschen onder meer de volgende behooren: 1. Den vn januari, den burghmeester ende twee scepenen offeren t'onse Vrouwe ende hebben elck ses stuyvers, 't is over hertog Carel; 2. Den ii maerte, 't jaer ghetyde van den goeden graeve Carel, daer gaen twee scepenen ende alle de raeden; 3 Den xxii may, 't jaer ghetyde van den heere Liwekdary daer gaen twee scepenen ende alle de raeden; 4. Den xxviij oogst, sint Donaes, 't jaer ghetyde van den grave Louys de Nevers; 5. Den xxvi septembris, den hooghbailliu schoutheete, beede de burchmeesters gaen offeren t' onse
Vrouwe over den conynck Philips ende hebben eenen schellynck; 6. Ontrent het laste septembris, 't jaer ghetyde van hertoghe Jan in sint Gillis; daer gaen twee scepenen ende raede, ende bringhen de dischmeesters int collegie voor de burchmeesters 13 teeckenen, elck teecken weerdich synde in broot, wyn, vleesch ende erweten twee stuyvers; 7. De koude brugghe marct geduurt ses weken en beghint derthien avont; 8. Dandere beghint saterdaeghs naer Paesschen ende gheduurt oock ses weken. Tusschen de stukken bevinden zich akten van begiftiging voor den ‘berch van charitate,’ voor ‘der aerme meyskins schole,’ voor ‘der aerme cnechtkins schole,’ voor de behoeftigen der stad, deze laatste vanwege Anna Breydel weduwe van Frans Van den Heede en vanwege Isabella Breydel. Nog zij vermeld een contract van huwelijk van 31 Mei 1612, tusschen Philippus Van de Kerchove en Catharina Clayssius, onder hetwelk de bruid, haar vader en zijn oom, ofschoon alle denzelfden familienaam voerende, zich als volgt teekenden: Catharina Claeyssins, Antonius Claeissins, Petrus Claeis. Aan een der stukken is de volgende tekst van eene getuigenis ontleend: ‘Compareirt A. schipper wonachtich... oudt 39 jaren ofte daerontrent; de welcke comparant considererende dat men schuldich es alle warachtighe zaken te ghetuughen ende attesteren zonderlinghe dies verzocht zijnde, heeft ten verzoucke van L... ghetuucht ende gheattesteirt up zijn deel hemelryckx ende manne waerheyt, warachtich te wesen, als dat’ enz.
- De glasschilder Samuel Coucke heeft aan de kerk van het H. Graf te Jeruzalem in Palestina een door hem geschilderd glasraam geschonken, om boven de groote kerkdeur te worden ingezet. Christus, die de rechterhand zegenend uitstrekt en in de linker de kenteekens der koninklijke waardigheid houdt, is afgebeeld in het middelgedeelte; vier rondeelen vertoonen de evangelisten en vier andere een dergelijk getal doctors in de godgeleerdheid. Het raam bevat buitendien het volgende opschrift: Pietatis causâ. Hoc opus artificiosum Dono dedit Samuel Coucke, pictor vitriarius. Brugis Flandrorum 1880. De patriarch van Jeruzalem heeft den heer Coucke tot ridder van de H. Graforde benoemd.
Dendermonde. Bij Aug. De Schepper-Philps is het prospectus verschenen van eenen dichtbundel van Gustaaf Rens, getiteld: Mijmeringen. Hij zal ruim 100 blz. bevatten; prijs 1 fr.