Kroniek.
Brussel. Emiel Wauters, die op laatste algemeene tentoonstelling te Parijs het groot gouden eeremetaal bekwam, heeft in zijn werkhuis, welk zich bevindt in zijne prinselijke woning, op den hoek van het kruispunt ten einde de Wetstraat, 46, schilderingen tentoongesteld waartusschen goed afgewerkte schetsen of verkleiningen van de Krankzinnigheid van Hugo van der Goes, tot nog toe des schilders meesterstuk, (zie 1878, blz. 169); Maria van Burgondië om genade smeekende voor Hugonet en Imbercourt, uit het museum van Luik; Maria van Burgondië zwerende de gemeente-voorrechten van Brussel te eerbiedigen en Jan IV en de ambachten van Brussel, welke in het groot de trapzaal van het Brusselsch stadhuis versieren; verder meesterlijke vrouwenportretten, waaronder vier ten voeten uit en twee ten halverlijve, een paar kinderportretten en verscheidene zeer schoone geschilderde studiën naar zijne groote geschiedkundige tafereelen, benevens prachtige waterverfschilderingen, in Italië uitgevoerd. Alles te zamen heeft de heer Wauters eene inderdaad veelzijdig belangrijke tentoonstelling tot stand gebracht, die geen kunstvriend, welke te Brussel komt, mag nalaten te bezoeken. Buitendien is des schilders naar Vlaamschen trant gebouwde woning een echt museum te noemen. Door eene ruime trapzaal, verlicht met geschilderde glasramen en versierd met waterverfschilderingen, oude tapijten, geborduurde kussens en fraaie meubelen, genaakt men de weelderig met allerlei kostbaarheden versierde werkplaats op het tweede verdiep.
Wij danken langs dezen weg den heer E. Wauters voor het genoegen dat wij smaakten bij het bezoeken zijner werkplaats op 6 September jl. in gezelschap van twee uitstekende Antwerpsche schilders die, even als wij, hoogst voldaan huiswaarts gekeerd zijn.
- De buitengewoon schoone zinnebeeldige verlichting die alhier op 17 in plaats van op 16 Augustus plaats had was ingericht volgens teekeningen van den uitmuntenden bouwkundige H. Beyaert.
- 26 Augustus had het door ons op blz. 146 aangekondigde kunstfeest plaats in een daartoe opzettelijk gemaakt lokaal, ingericht door den Cercle artistique. De zalen waren prachtig versierd; in de groote danszaal, tusschen de kolommen der beuken, bevonden zich de standbeelden der negen provinciën, omringd met de wapens der bijzonderste steden. De zinnebeelden, die de zijbeuken versierden, waren wel gelukt, maar dat kunnen wij niet zeggen van de schilderingen die meestal te hoog hingen en waarvan vele ook te wenschen lieten. Behalve de door ons reeds vermelde kunststukken waren er nog de volgende:
E. De Block, Portret van baron de Stassart; |
L. Delbeke, De letterkunde; |
J. Gerard, De bouwkunde; |
A. Markelbach, De schilderkunst; |
L. Verwee, Portret van koning Leopold I; |
E. Lambrichts, Portret van koningin Maria Louisa; |
E. Sacré, Portret van den hertog van Brabant; |
V. Fontaine, Portret van den graaf van Vlaanderen; |
X. Melery, Afschaffing der octrooirechten; |
F. Verhas, De verloving van prinses Stephanie; |
Devaux, Portret van prins Redolf; |
F. Tschaggeny, Portret van prinses Stephanie; |
J. Verhas, Schoolparade; |
A. Verwée, Landbouwvereenigingen. |