De Vlaamsche School. Jaargang 26

[p. 136]

Kroniek.

Antwerpen. Aan den kunstschilder P. Van der Ouderaa is 100,000 fr. aangeboden om een panorama te schilderen voor de stad Hoei; voor de studie van het onderwerp, aan Konstantinopel ontleend, zou de schilder zich naar Turkije's hoofdstad hebben te begeven.

- Bij den muziekhandelaar Possoz is verschenen een Huwelijkszang van Frans Dodd, muziek voor piano van Fl. Tillemans. Het stuk wordt als zeer verdienstelijk geroemd.

- Museum der oude meesters. Balthazar Van den Bossche's schilderij: Ontvangst van den hoofdman der Kolveniersgilde, Jan Baptist del Calmpo, eerste burgemeester van Antwerpen, 1707-1710, n^r 379, gaat hersteld worden. (Zie 1868, blz. 196.) De groote schilderij van Ferd. De Braekeleer, uitgevoerd in 1837, thans n^r 48, voorstellende De Spaansche furie, gaat herstellingen ondergaan. De vernis was reeds in 1868 als deerlijk uitgeslagen opgegeven in ons tijdschrift.

Brussel. Die in de hoofdstad komt, mag niet nalaten een bezoek af te leggen in de bestendige tentoonstelling voor werken van kunst, welke, zooals wij hebben gemeld op blz. 49, in het Zuiderpaleis (op den boulevard van Henegouwen) is gevestigd. Zij bevat, onder andere, schilderijen van Artan, Asselberghs, Bakalowitz, Baron, Bouvier, E. Breton, Castellani, Courbet, Carl Daubigny, De Knyff, Heremans, Madrazo, Hans Makart, Meunier, Oyens, Papperitz, J. Portaels, Robie, Rouvier, J. Van Beers enz.

- Het staatsblad van 14 Juli behelst de statuten van de met een kapitaal van 250,000 fr. voor den tijd van 30 jaren bij akte van 25 Juni gestichte Naamlooze Maatschappij der Geschiedkundige Panoramas, te Antwerpen, door de heeren: P.J. Van der Ouderaa en G.J.A. Van Luppen, kunstschilders; J.A. Hientz, koopman te St.-Nicolaas, J.F. Stordiau, bouwkundige, F.J. Gons, kuustschilder, A.J. Stalins, glasschilder, A.J.J.A. De Laet en F.J. Dodd, kooplieden, allen te Antwerpen. De maatschappij zal voor verscheidene steden van België en het buitenland panoramas doen maken. Het eerste (zooals wij op blz. 78 meldden) wordt geschilderd door P. Van der Ouderaa en J. Van Luppen, en zal voorstellen: de Slag der Gulden Sporen.

Gent. In den laatsten tijd deed het stedelijk museum de volgende aanwinsten: Ed. Richter, te Parijs, schonk aan het museum zijne schilderij getiteld Judith, welke op de Brusselsche tentoonstelling van 1878 onder n^r 789 voorkwam; van den Gentschen kunstschilder Lodewijk Tijdgadt werd eene schilderij aangekocht die eene gebeurtenis uit den Oosterschen oorlog voorstelt; voorts werd een landschap aangekocht van wijlen Felix De Baerdemaecker (zie onzen vorigen jaargang, blz. 31). Aan de schilderijen van Rafaël Coxie, voorstellende het Laatste oordeel, werden door den schilder Roegiers herstellingen verricht. Gereinigd en op nieuw ingelijst werden de volgende schilderijen: Christus stervend aan het kruis, van Seger Jacob Van Helmont, Landschap, van Lucas Achtschelling, De marteling van den H. Blasius, door Gaspar De Craeyer en de H. Nicolaas, van Godefridus Maes.

- De commissie voor het aannemen der stukken voor de aanstaande driejarige tentoonstelling, welke hare werkzaamheden begonnen is, is als volgt samengesteld: voor Antwerpen, V. Lagye en J. Van Luppen; Brussel, J. Quinaux en Jh. Gerard; Gent, L. Tydgadt en F. Van Loo; Luik, J. Nisen; voor Holland, W. Roelofs; voor Frankrijk, E. Richter.

IJperen. Baron Van Ketule heeft het stadsarchief begiftigd met ongeveer 300 oorkonden uit de xiii^e, xiv^e en xv^e eeuw, betreffende liefdadige stedelijke inrichtingen, waaronder de aloude St.-Nicolaasgilde.

Luik. A. Chauvin, sedert 22 jaren bestuurder van de academie, heeft zijn ontslag gegeven en zal waarschijnlijk vervangen worden door C. Soubre, sedert 30 jaren als leeraar aan het gesticht verbonden.

Namen. De kunstverzameling op het stadhuis is vermeerderd met eene schilderij van Joseph Stevens, getiteld: Verveling, aangekocht voor 2000 fr., waarvan het rijk er 1000 betaalde. Van den heer Jan Cambij, te Namen, werd voor 3000 fr. aangekocht het borstbeeld van Nicolaas Bosret, de maker van het vaderlandsch lied van Namen. Het staatsbestuur beschonk de verzameling met het pleisteren model van het beeldwerk van de Tombaij, voorstellende De gemartelde der gevloekte dalen; de heer Mathieu, van Parijs, schonk het bronzen borstbeeld van zijnen vader, den uitstekenden vervaardiger van heelkundige werktuigen.

Dinant. In deze stad die den grooten kunstschilder Wiertz zag geboren worden, is een museum geopend welk bestaat uit schilderijen, schetsen, letterkundige werken en handschriften van Wiertz, alle geschonken door den heer Potvin, wien ze bij uitersten wil vermaakt werden door den schilder. Het museum dat in het stadhuis gevestigd is en dagelijks kan bezichtigd worden van 2 tot 4 ure, bevat buitendien een aantal lichtteekeningen, alsmede ettelijke voorwerpen die aan Wiertz hebben toebehoord. Het stadsbestuur heeft alsnog van den heer Potvin eene schilderij van Wiertz ontvangen, getiteld: In den hemel zien wij elkander weer, met opdracht die te plaatsen in de thans hersteld wordende hoofdkerk. Het stuk is gehangen in de linkerkruisbeuk der kerk.

Buitenland.

's-Gravenhage. Het Nederlandsch museum van geschiedenis en kunst heeft van den heer Dullert ten geschenken ontvangen een grooten schoorsteenmantel met gebeeldhouwde steenen figuren uit het jaar 1612 en afkomstig uit het landhuis Everwijn Spiker, bij Arnhem,

Berlijn. De kostbare bibliotheek van den hoogleeraar Mommsen op zijn buitengoed te Charlottenburg is nagenoeg geheel door brand vernield. Zij bestond uit ruim 40,000 boekdeelen en bevatte eene menigte zeldzame en oude handschriften. Deze laatste zijn alle een prooi der vlammen geworden, terwijl de weinige boeken, die niet door het vuur hebben geleden, door waterschade en in de puinhoopen vernield zijn. Onder de stukken die nog konden gered worden bevindt zich het handschrift van Scaliger dat door de bibliotheek der hoogeschool van Leiden aan den heer Mommsen uitgeleend was; het werd slechts een weinig beschadigd Een ander handschrift, door de Leidsche bibliotheek aan Mommsen geleend, ging in den brand verloren.

Weenen. Een te Parijs overleden Oostenrijker heeft aan het gemeentebestuur van Weenen 30,000 fr. vermaakt, onder voorwaarde dat die som zoolang op de bank zal worden gezet, totdat zij zal aangegroeid zijn tot een kapitaal welk jaarlijks 5 millioen franks interest opbrengt; volgens berekening zouden daarvoor 180 jaren noodig zijn; de interest moet gebruikt worden ten behoeve der noodlijdenden.

Nieuw-York. In deze stad is eene nieuwe schaatsenbaan geopend, voorzien van kunstijs. Het gebouw is van steen; de baan, 200 voet lang en 40 voet breed, bestaat uit een diepen bak, waterdicht gemaakt en van een buizennet voorzien. Door dit buizennet brengt eene stoompomp eene zoutoplossing, die, vóór zij in de buizen gebracht wordt, door een afkoelingstoestel ver beneden het vriespunt wordt afgekoeld, waardoor het buizennet eene luchtgesteltenis verkrijgt van tusschen 12 en 20 graden onder het vriespunt. Wordt nu de bak met water gevuld, zoodat het boven de pijpen reikt, dan bevriest het en ontstaat

[p. 137]

er eene ijsvlakte ter grootte van den bak. Is door het rijden het ijs bot geworden, dan verwijdert men het losse ijs en de vuiligheid en brengt er een laagje water op, dat onmiddellijk bevriest en weder eene zuivere gladde oppervlakte aan de rijders biedt. Gewoonlijk heeft deze bewerking tweemaal per dag plaats.

- De uitvinder Brundayes heeft een werktuig vervaardigd, waarmede 150 spijkers (nagelen) per minuut gemaakt worden. Waar is de tijd, dat de spijkers één voor één uit de hand moesten gesmeed worden!

- Bij de wetgeving in Noord-Amerika is eene voordracht ingediend, waarbij de president wordt gemachtigd eenen pooltocht uit te rusten. Een ingezetene, de heer H.W. Howgade, heeft aangeboden voor zijne rekening eene stoomboot voor den tocht te leveren.

- Generaal Ruggles beweert een middel te hebben gevonden om het te laten regenen naar believen: hij verklaart namelijk te midden van de wolken ontploffingen te kunnen veroorzaken door dynamiet of eene andere springstof, welke onder aan eenen luchtbal zou opgevoerd en dan ontstoken worden door een electrieken draad of eene lont die gedurende een zekeren tijd kan branden.