zouden doen toenemen. Daarvoor verlang ik niets als de helft van de zuivere winst. Het is een aanbod, waarbij gij niets kunt verliezen, geene bijzondere geldelijke opofferingen hebt te doen en waardoor gij, wanneer ik dit zoo zeggen mag, weldra aan het hoofd zult staan van geheel de linnennijverheid.
De koopman had met klimmende verbazing toegehoord; hij wist niet, wat hij van dit alles moest denken; een vreemd jongeling, ter nauwernood de kinderschoenen ontwassen, verklaarde een volmaakt koopman te zijn, en sprak van groote, winstaanbrengende ondernemingen, alsof hij die maar uit de mouw had te schudden. De gedachte kwam bij hem op, dat het in het hoofd van den jongeling niet in orde was, en dit alleen bewoog hem niet onmiddellijk een einde aan het gesprek te maken.
- Gij belooft groote voordeelen, was het antwoord, hoe is uw naam?
- Schutter, Eduard Schutter.
- Van waar?
- Uit Boheme.
- En in welk handelshuis hebt gij uwe opleiding gehad?
- Ik heb verkozen, mij hier en daar door eigen aanschouwing kennis te verzamelen.
- Zoo, zoo. Door eigen aanschouwing, hier en daar, - zeker geene alledaagsche manier. Maar ontwikkel uwe plannen eens wat uitvoeriger; want gij zult moeten toestemmen, dat dergelijke algemeene spreekwijzen niets bepaalds te kennen geven.
- Dat gevoel ik volkomen, mijnheer, aldus vervolgde de jonge Schutter met gevoel van eigenwaarde, luister. Turkije en alle landen van Azië, die er in onmiddellijk handelsverkeer mede staan, zijn begonnen met Silezisch linnen, al is dat dan vooreerst in geringe mate, in te voeren; geen zwaar linnen, geen creas, neen licht, het beste is sluierlinnen, zooals het klimaat dier streken dit vordert. Het is buiten twijfel, dat dit vertier binnen weinige jaren zeer zal toenemen en ook door alle fabrikanten zal worden aangegrepen, doch nu is het zaak, de eerste te zijn en de grootst mogelijke massa op de markten aldaar te brengen, om van de hooge prijzen, die door de concurrentie spoedig gedrukt zullen worden, voordeel te trekken.
De koopman werd steeds besluiteloozer, wat hij van den jongeling moest denken.
- En gij raadt mij dus - aldus viel hij hem in de rede.
- Ik raad u daarom, al het linnen van die soort, dat koopbaar is, op te koopen en het gedeeltelijk naar Venetië aan het huis Belzani en co, gedeeltelijk naar Hamburg aan Boemer en zonen ter opzending naar Konstantinopel en Smyrna te sturen.
Bij deze mededeeling veranderden de trekken eensklaps en de verwondering maakte plaats voor eene wantrouwende en toornige uitdrukking.
- Zijn die huizen u bekend? vroeg hij.
- Belzani en co is een der beste handelshuizen uit Venetië; gij zelf zult wel met hen in betrekking staan; even zoo Boemer in Hamburg, dien ik persoonlijk ken en met wien ik deze zaak nog drie maanden geleden breedvoerig besproken heb. Ik zou ook niet ongenegen zijn, het linnen zelf naar Hamburg te brengen.
- Zoo, uwe aanbiedingen zijn inderdaad een rijper overleg waardig. Sta mij evenwel toe, een oogenblik mij te verwijderen; ik ben onmiddellijk weder tot uwen dienst.
Met deze woorden verliet de koopman het vertrek en liet den jongen man alleen, die zich reeds in stilte verheugde over het gelukken van zijn plan. Hij had hier meer dan genoeg tijd voor, want het duurde lang, voor dat de koopman terugkeerde, en toen dit eindelijk geschiedde, was hij niet alleen, maar vergezeld van den gerechtsdienaar Greip.
- Nu wil ik u mijn antwoord op het door u gedane voorstel doen kennen. Luister nauwkeurig, sprak hij, terwijl hij den jongen man met een spottenden lach beschouwde. Ik heb Belzani in Venetië tot op dit oogenblik steeds voor een eerlijk man gehouden, die slechts door ongelukkige ondernemingen genoodzaakt was zijne betalingen te staken. Dat hij meende, dat dit laatste hier nog niet bekend is, toont aan, dat hij ons al voor zeer onvoorzichtig en slecht onderricht houdt; dat hij echter zulk een jongen, als gij zijt, hierheen zendt, om zulk een bedrog in het groot ten uitvoer te leggen, bewijst niet alleen, dat hij een schurk, maar ook zeer dom is. Of de onderneming met de groote bezending naar Hamburg, die gij zoo goed zijt op u te nemen, ook voor rekening van Boemer of voor u zelve is, zal een gerechtelijk onderzoek uitwijzen, dat ook zal uitmaken, waarom het den heer Boemer goed gedacht heeft zich van zulk een dommen agent te bedienen, die dadelijk met de deur in huis valt en zou stout is, mij te zeggen, dat hij drie maanden geleden nog met Boemer in Hamburg heeft gesproken, hoewel die al een jaar dood is. Gij zijt nog zeer jong, voegde hij er spottend bij, en kunt het ver brengen. Voorloopig willen wij u echter onschadelijk maken! Greip, ik heb dien heer niets meer te zeggen.
- Mijnheer Mahlman! riep de jonge man in de grootste ontsteltenis uit, gij gelooft toch niet - ik zweer u -
- Maak dat gij voortkomt! sprak de gerechtsdienaar, zweren kunt gij later, zooveel gij wilt. - Och, dat is dezelfde rondzwerver van vroeger; zoo, zoo, hebt gij u al laten vangen? Dat is spoedig afgeloopen.
- Kent gij dien man, Greip? vroeg de heer Mahlman nieuwsgierig.
- Zeker! Zeker! Hij was de vorige week aan den weg gezeten, doch hij had andere kleederen aan en behandelde mij lomp. Ik wilde hem toen reeds aanhouden, doch hij verzocht verschooning, gaf mij eenig drinkgeld, en ik liet hem loopen.
- Zoo! - Dus, verkleed en veel geld? Nu de zaak wordt bedenkelijk. Neem hem mede, Greip!
De jonge man stelde verder geene vergeefsche pogingen in het werk, om zich te verrechtvaardigen, en bevond zich na verloop van korten tijd in eene kleine, vochtige gevangenis, met alle vrijheid om over zijn lot rijpelijk en ongestoord na te denken.
(Wordt voortgezet.)