De Vlaamsche School. Jaargang 26
(1880)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 82]
| |
Koninklijke academie van schoone kunsten te Antwerpen.Op 2 Mei en volgende dagen waren in de zalen der Venusstraat de werken tentoongesteld, uitgevoerd voor de jaarlijksche prijskampen, benevens die in de afzonderlijke werkhuizen gemaakt. Voor de klassen van schilderkunst getuigde alles van mannelijke kracht en werkzaamheid. Ook vroegen wij ons als onwillens af: wat wil men hier hervormen of verbeteren? 't Is onbetwistbaar, dat men daar alles leeren kan wat in eene kunstschool kan geleerd worden; voor het overige moet de kunstenaar zich zelve vormen, tenzij men eene school van navolgers van den eenen of anderen beroemden meester mocht willen zien ontstaan. Wat er ontbreekt aan de tegenwoordige inrichting is een leeraar voor landschapschildering, die sedert lang hadde moeten benoemd worden ter vervanging van den overleden professor (leerlingen uit het buitenland die hier studeerden zijn uit dezen hoofde door hunne ouders teruggeroepen); worden er, buitendien, nog leeraars benoemd voor dierenschildering, voor zeeschildering en voor het schilderen naar het gekleed model, dan ware het onderwijzend personeel volzet, vooral wanneer nog eenige hulpleeraars aangenomen werden, iets wat zelfs toelaten zou ettelijke van de tegenwoordige toezichters te ontslaan, vermits orde en tucht bij de aangewezene uitbreiding van het onderwijzend personeel natuurlijk zouden winnen. De door ons verleden jaar op blz. 88 vermelde commissie, benoemd om te onderzoeken of de academie noodig heeft hervormingen te ondergaan, heeft hare taak volbracht en haar verslag aan den heer minister van binnenlandsche zaken ingediend, in de maand Januari laatstleden. Wij deelen dit verslag op de volgende bladzijde mede. De heer K. Verlat had reeds op 6 December 1879 zijn plan van inrichting in druk laten verschijnenGa naar voetnoot(2). Komen wij echter op de tentoonstelling terug. Van K. Boom, van Hoogstraten, zagen wij een Christus aan het kruis, eene Italiaansche vrouw, een Jongeling met eene duif en een Ezel, alles naar de natuur geschilderd; van F. Bramley, van Lincoln (Engeland) en P. De Josselin De Jongh, van St.-Oedenrode (Holland), Beelden, levensgroot naar de natuur geteekend, eene zeer leerzame nieuwigheid, die, met verscheidene andere, ingevoerd is door den heer K. Verlat, eersten leeraar van schilderkunst. L. BruninGa naar voetnoot(1) en F. Vermorcken, van Sint-Gillis (Brabant), stelden teekeningen naar het levend gekleed model ten toon. H. Hoeben behandelde dezelfde onderwerpen als K. Boom en schilderde buitendien een Liggende man en, bij den ezel, een Melkboerinnetje; W. Loysdail, van Lincoln, een Gezicht der Palingbrug te Antwerpen; E. Nelis, van Waasmunster, twee studiën naar de natuur; L. Van Engelen, van Lier, zeven zeer opmerkelijke studiën naar de natuur geschilderd, waartusschen eene Italiaansche vrouw en een Italiaansch meisje met eenen waaier, die voor kunstgewrochten mogen doorgaan; E. Verbrugge, van Brugge, vier verdienstelijke studiën in den aard der voornoemde; K. Boland, Esopus en Epicurus en Een kluizenaar; H. Van de Gehugte, Weg bij de bergen van Putte, Omtrek van Calmpthout, De herfst (gezicht uit den omtrek van Capellen), De acht Zaligheden (gezicht op een aldus heetend gehucht onder Calmpthout). L. Cockx, van Heinsbergen, Borstbeeld in gebakken aarde; D. Duwaerts, van Diest, een borstbeeld en eene groep getiteld: Lig neer, ook in gebakken aarde; A. Van Beurden, een borstbeeld en eene groep, getiteld Afgunst, beide in pleister; J. Gooris, samenstelling van planten in plaaster; E. Careels, van Lier, Plan van een stadhuis voor eene stad van eersten rang; A. Du Houx, modellen in hout van een Schip van 450 ton en eene Centerboot van ongeveer 9 ton met de noodige plans, de berekening van het zeilwerk enz., enz.; J.B. Aertsens, Juweelen in waterverfschildering; G. Dubois, Behangsels; W. Pauwels, Schildersvergaderzaal, in den stijl der Vlaamsche kunstherbloeiing; A. Van Nieuwenhove, van Kortrijk, idem.; J. Dela Montagne, Rafaël, houtsnede; K. T'Felt, van Gent, Studiekop, en D. Verest, een Gezicht uit den Antwerpschen dierentuin, voor ons tijdschrift. De prijsuitdeeling had plaats op 9 Mei in de groote zaal der Harmonie onder voorzitterschap van den heer gouverneur der provincie, den heer burgemeester van Antwerpen, eenige leeraren (vele leeraren, iets wat zeer te betreuren is, waren afwezig) en genoodigden. Het jaarverslag werd voorgelezen door den heer G. Kempeneers, regent der academie; de heer griffier P. Rombouts deed de namen der bekroonde leerlingen kennen. Prijzen van uitmuntendheid werden behaald door, te weten: Schilder- en teekenkunst, hooger onderwijs: J. Rosier, van Lanaeken. - Teekenkunst, middelbaar onderwijs: J. Van Aerschot, van Herenthals; overgangsafdeeling, K. Albert, van Thieldonck; lager onderwijs; F. De Jong; tweede afdeeling: V. Anthonis; derde afdeeling: F. Van der Auwera, van Lier; vierde afdeeling: F. De Prins, van Brecht; vijfde afdeeling: L. Van de Moer. - Landschap en dierenschildering; door het overlijden van den leeraar J. Jacobs heeft er geen prijskamp plaats gehad. - Beeldhouwkunde en boetseering, hooger onderwijs: F. Van de Laar, van Sittard; middelbaar onderwijs: V. Dupont, van Kortrijk; tweede afdeeling: L. Baggen, van Geleen (Holland); lager onderwijs: E. Van Hooydonck; tweede afdeeling; F. Meeuwes, van Turnhout; Sieraden: hooger onderwijs: L. Stynen; middelbaar onderwijs: F. Van Elsen; lager onderwijs: P. De Moor, van Audenaarde; tweede afdeeling: J. Charles. - Bouwkunde, hooger onderwijs: H. Wiertz; middelbaar onderwijs: J. Schouten, van 's-Gravenhage; tweede afdeeling: E. Tyck; derde afdeeling: F. Sel, van Boom; lager onderwijs: V. Delrue; tweede afdeeling: E. Moreau. Scheepsbouwkunde: A. De Houx; middelbaar onderwijs: E. Kieken; lager onderwijs: L. Lacour. - Teekenkunde op de kunsten en stielen toegepast. Sieraadschildering: hooger onderwijs P. De Maeyer; lagere afdeeling: L. Aertsens; middelbaar onderwijs: 21 leerlingen hebben bloemen, vruchten, wild en bijhoorigheden tentoongesteld, uitgevoerd onder de leiding van den leeraar L. Schaefels (zie blz. 2). - Teekening van sieraden: F. Anthonissen; lager onderwijs: H. Nauwelaars, van Lier; tweede afdeeling: L. Muller; derde afdeeling: F. Celis, van Borgerhout; vierde afdeeling: K. Darden; vijfde afdeeling: C. Lauwers. - Graveerkunst: F. Brant; lager onderwijs: A. Relik en G. Van der Veken. |
|