De Vlaamsche School. Jaargang 26
(1880)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 71]
| |
Gedenkteeken der vrijmaking van de Schelde te Antwerpen.
Teekening en steensnede van C. T'Felt.
Wij geven hier de afbeelding van het in 1873 bekroonde ontwerp van gedenkteeken, dat te Antwerpen staat opgericht te worden ter herinnering aan den afkoop van den ScheldetolGa naar voetnoot(1). De prijskamp werd uitgeschreven in 1872 en er was bepaald dat het gedenkteeken op 1 Augustus 1874 zou ingehuldigd wordenGa naar voetnoot(2). Het bekroonde ontwerp is van den jongen bouwmeester Jan Jaak Winders, van Antwerpen. Aan de uitvoering is evenwel nog niet begonnen. Alleen de grondvesting is voltooid. Dit werk werd verricht door de heeren gebroeders Andreas en Alfons Hertogs, die het bij openbare besteding aannamen voor 10,987 fr. De vertraging in de uitvoering van het gedenkteeken werd teweeggebracht, doordien het Antwerpsch gemeentebestuur, na de uitwijzing van den prijskamp, de steensoort die de heer Winders wilde gebruiken, niet genoegzaam bestand achtte tegen de onguurheden van het weder. Er werd gevreesd, en wijgelooven te recht, dat de voorgestelde steen zeer spoedig afschilferen en zelfs verbrokkelen zou, onder den invloed van regen, wind en hitte. Toen hem dit voorgehouden werd, erkende de heer Winders gereedelijk, dat het, onder alle opzichten, zeer te wenschen zoude zijn, eene sterkere soort van steen te nemen, dan door hem aangewezen was; maar hij verklaarde dat het gemeentebestuur, | |
[pagina 72]
| |
in dit geval, eene grootere som aan het werk zou moeten ten koste leggen, dan er was uitgeloofd in den prijskamp; volgens het programma, zou de bekroonde niet meer dan 62,000 fr. ontvangen, om geheel het gedenkteeken te maken. Nadat zeer lang over de zaak was onderhandeld, besliste de Antwerpsche gemeenteraad den 27n Mei 1879, dat het gedenkteeken 20 meters hoog zou gemaakt worden, in plaats van 15, zooals oorspronkelijk was bepaald, en dat, in stede van steen van Chamesson, uit het Fransche departement Côte-d'Or, gelijk de heer Winders wilde gebruiken, het gedenkteeken zou gemaakt worden uit beste Savonnière-steen en de treden uit harde Vendresse-steen. Terzelfder tijd nam de gemeenteraad voor, 98,000 fr. te zullen betalen, doch in de vergadering werd de wensch uitgesproken, zoo mogelijk aan het onderdeel van het gedenkteeken eene fontein te verbinden, en volgens een bestek, op 8 Maart 1880 door den heer Winders aangeboden, zou die toevoeging nog 39,000 fr. moeten kosten. Het gedenkteeken zal op de Marnixplaats verrijzen, op de gronden van het gewezen Kasteelplein. |
|