De Vlaamsche School. Jaargang 26
(1880)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijSterfgevallen.P. BORTIER, van wien de Vlaamsche school meermalen gewaagde en ook bijdragen mededeelde,Ga naar voetnoot(1) is op 11 September 1879 te Brussel overleden. Dit sterfbericht bleef achterwege, doordien 's mans vriend, wijlen de heer P. Lansens, zich gelast had met het schrijven eener levensschets welke door dezes overlijden (zie 1879, blz. 187) achtergebleven is. De dichter J. de Geyter erfde 's heeren Bortiers kunstwerken waartusschen 8 tafereelen, die vroeger de Sinte Godelievekapel in een klooster der gemeente Ghistel versierden. Het klooster werd in de xvie eeuw verwoest, maar de kapel bleef gespaard en werd nog gedurende vele jaren op den feestdag der heilige Godelieve door bedevaarders bezocht. Tusschen de acht schilderijen waarvan de kunstschilder A. Piron er reeds eenige herstelde, bevindt er zich eene die namelijk door den heer de Geyter in een onlangs verschenen opstel, getiteld Découverte d'une oeuvre capitale de Van Eyck, aan dezen oud-Vlaamschen meester wordt toegeschreven en die gaaf en ongeschonden gebleven is; de lijst, het slot, de scharnieren der vier luiken, zouden zich nog in hun oorspronkelijken staat bevinden. Het stuk stelt tafereelen voor uit het leven der martelares, de buitenkant der luiken bevat de afbeeldingen van de heiligen Jacobus, Nicolaas, Joannes, Gregorius en de schenkers, deze laatste geknield aan de voeten van Jacobus en Joannes; hunne wapenschilden versieren het bovengedeelte der luikdeuren. De geschiedkundige getrouwheid der kleedij van adellijke mannen en vrouwen, eenen pelgrim, eenen krijgsknecht, bisschoppen, priesters, pages, knechts, toeschouwers, de gezichten in kasteel en kerk, alsmede op vestingwerken, leiden tot het vermoeden dat het stuk uit den tijd van Philips den Goede (1393-1467) dagteekent. De schilderij is te koop. Jozef BROECKAERT, priester van het gezelschap van Jezus, wiens overlijden te Leuven, den 14n Februari, op blz. 44 door ons is vermeld, werd te Lokeren in 1807 geboren. Hij voltrok zijne Latijnsche studiën in het college van Aalst, bestuurd door kanunnik Van Crombrugghe, en onder de leiding der geleerde professors en priesters Cracco, Gevaert, J.J. De Smet en Andries. Als kind zag hij de Kerk onder Napoleon I in zeer moeielijke omstandigheden; in 1825, bij het eindigen zijner studiën, zag hij Willem I de kerkelijke onderwijsgestichten sluiten. Hij verliet alsdan zijn vaderland, reisde naar Zwitserland en trad daar in de orde der Jezuïeten. Casimir VAN DEN DAELE, kunstschilder, geboren te Deinze in 1818, weduwenaar van Emelia Maria Peeters, sedert jaren te Antwerpen gevestigd op de Groote Markt nr 42, is ten huize van zijnen broeder te Moerbeke bij Gent overleden den 21n Maart 1880. Op de meeste driejarige tentoonstellingen in België prijkten van zijne werken en zeer dikwijls hebben wij er in ons tijdschrift melding van gemaakt. Eelco VERWYS, ge oren te Deventer 17 Juli 1830, een der uitnemendste beoefenaars van de Nederlandsche taal en letterkunde en die vooral ten aanzien van het middel-Nederlandsch zich groote vermaardheid had verworven sedert hij zijn Jacob van Maerlants Wapene Martijn in het licht gaf, is den 28n Maart overleden te Arnhem, in 49-jarigen ouderdom. Sedert twaalf jaren was hij mede-opsteller van het Nederlandsche Woordenboek. Vroeger was hij leeraar aan het gymnasium te Franeker en in 1862 werd hij tot archivaris-bibliothecaris van Friesland benoemd. Als mensch deed hij zich om zijn goed hart en rond karakter hoog waardeeren. W. SCHULGEN, de bekende uitgever, te Dusseldorp en te Parijs, van christene beeldekens (gedrukte afbeeldingen in klein formaat van personen en voorstellingen uit de godsdienstige geschiedenis), is in de eerste dagen van April in eerstgenoemde stad overleden. Th. GUDIN de Fransche zeeschilder, die in zijnen tijd een grooten naam had, doch wiens werken tegenwoordig minder in den smaak vallen, is volgens een bericht uit Parijs van 13 April in 78 jarigen ouderdom overleden. Karel Jan DHOSSCHE, een van België's beste graveurs, geboren te Gent den 2n Juli 1819, is aldaar overleden den 14n April. Hij muntte uit in het graveeren op steen en verwierf zich in korten tijd eene verdiende kunstfaam. Lichaamszwakte en eene zware bloedspuwing kwamen hem echter verwittigen, dat het zittend leven en het gebogen werk hem niet paste. Zijn vader was een bakker; hij besloot dit ook te worden, en gevolg gevende aan zijn voornemen, vond hij bij trog en oven de gezondheid terug. Af en toe graveerde hij, bakker zijnde, nog enkele platen. In 1853 had hij de werkmansmedaille bekomen. Hij was getrouwd met Virginia Van Haute en woonde te Gent op de Vrijdagmarkt. Hij werd den 17n April begraven, na eenen lijkdienst die plaats had ten 8 ure 's morgens in de Sint-Jacobskerk te Gent. G.J. MULDER, oud-hoogleeraar in de scheikunde aan de Utrechtsche hoogeschool, geboren te Utrecht op 27 December 1803, is volgens een bericht van 19 April, overleden te Bennekom, op 77-jarigen leeftijd. Behalve een aantal scheikundige werken, vertalingen en bijdragen in tijdschriften, schreef hij in 1844: Het streven der stof naar harmonie; De Elementen; 1845, Redevoering over de stoffelijke wereld, een middel tot hoogere ontwikkeling; 1847, De voeding in Nederland; 1848. Berzelius herdacht, Verval van Nederland, bezuiniging, onderwijs; 1849, Wetenschap en volksgeluk, De weg der wetenschap enz. Den 23n April werd hij op het kerkhof van de Bildt begraven, onder een grooten toeloop. Door dr. P.Q. Brondgeest werd aan de aanwezigen medegdeeld, dat het de uitdrukkelijke wil van den dierbaren afgestorvene was, om eenvoudig en zonder toespraken over zijn verscheiden aan de aarde te worden toevertrouwd. Mev. Adolf. ADAM, geboren Conrand, is volgens een bericht uit Parijs van 20 April aldaar overleden, oud 62 jaren. Tot aan haar huwelijk in 1854 met den befaamden Franschen toonzetter, was zij toonkunstenares. Zij schreef ook ettelijke fraaie verhalen, waaronder Het klavier van Maria-Antoinetta. D. Mariano Soriano FUERTES is dezer dagen in Spanje overleden. Hij schreef eene Geschiedenis der muziek in 5 deelen en een werk getiteld De muziek der Arabieren in Spanje. Hij was de stichter van het veelgelezen weekblad El Artista. Lodewijk DU BOIS, kunstschilder, is op 27 April te Brussel overleden. Hij werd begraven den 30n April. Twee lijkreden werden uitgesproken door de heeren J. Stallaert en Lambrichs. |
|