De Vlaamsche School. Jaargang 26

De mug en het kaarslicht.

Een mugje, jong en onbezonnen,
Vloog gonzend rond de vlam der kaars;
Reeds dikwijls had men het verwijderd;
Doch wijsheid is bij muggen schaars.

Het klaagde luid van pijn en hitte,
Toen men 't opnieuw ter hulpe kwam;
Doch eensklaps vloog 't weer dartel opwaarts
En wierp zich in der kaarse vlam.

Daar lag het met verzengde pooten,
De vleugels waren gansch verbrand;
Nu leed het onuitstaanbre smarten
En stervend vloekte het, te laat, zijn onverstand.

Zoo zoekt de mensch zijn eigen lijden,
Wil hij daarvan de bron niet mijden.

Pieter Vierhout.

Antwerpen.