De Vlaamsche School. Jaargang 25
(1879)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijKroniek.Antwerpen. Tot innig leed van allen die prijs hechten aan het behoud van wat de voorvaderlijke bouwkunst ons merkwaardigs nagelaten heeft, besliste de gemeenteraad den 26n April met 18 tegen 9 stemmen en 1 onthouding dat de dusgenaamde Blauwe Toren, staande in de nabijheid der Oude-Vaartplaats en voor zooveel men heeft kunnen nagaan in de xive eeuw gebouwd, afgebroken zal worden. Terzelfder tijd besliste de vergadering, dat de zegeboog, welke de voormalige Borgerhoutschepoort stadwaarts versierde (zie de Vlaamsche School van 1868, blz. 65) en opgericht werd ter herinnering aan de overwinning in 1583 door de burgers van Antwerpen op de soldaten van den hertog van Alençon behaald en waarvan de steenen bewaard zijn, herbouwd zal worden omtrent St.-Jacobsmarkt, tegen den gevel van een in tijd en wijle op te richten gebouw. Het is bedroevend ja ontmoedigend te moeten zien, hoe in omstandigheden als deze, het oordeel van de meest gezaghebbende deskundigen miskend wordt. Voor het behoud van den Blauwen Toren werd te vergeefs gesproken en gewerkt door de koninklijke commissie van monumenten, de academie van oudheidkunde, de afdeeling beeldende kunsten van het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen, de maatschappij der Antwerpsche bouwmeesters, den uitstekenden Franschen bouwkunstenaar Violet-le-Duc, den befaamden bouwmeester H. Beyaert, den bekwamen kunstschilder V. Lagye die lid is van den gemeenteraad en anderen. - Den 11n Mei vierde de Koninklijke Harmonie het 25-jarig jubileum van den heer A. Lemaire, als muziekbestuurder. De heer C. Dhanis heeft den held van het feest toegesproken namens het bestuur der maatschappij en hem een fraai diploma ter hand gesteld. Het bestuur der Harmonie heeft den vereerde als geschenk 500 fr. verhooging van jaarwedde gestemd. Den uitstekenden bestuurder ter eere werd een gelegenheidsstuk van Peter Benoit uitgevoerd, dat veel toejuiching verwierf. - Een onzer vrienden, die onlangs in Turijn was, zag aldaar bij eenen kunstkooper eene uitmuntende afbeelding in oliedruk (oleographie), zoo groot als de schilderij, van P. Van der Ouderaa's Weelde en armoede (zie 1876, blz. 83). - O.-L.-Vrouwekerk. Blz. 65 van 1875 herinnerden wij dat men in den eersten jaargang van ons tijdschrift blz. 193 de plaatsnede en de beschrijving kon vinden van het oudste en tevens prachtigste gekleurde glasvenster dat was overgebleven in de tegenwoordige St.-Antoniuskapel der hoofdkerk uit het schoonste tijdvak der glasschildering der xvie eeuw. Het werd aan de Antwerpsche hoofdkerk in 1503 door den koning van Engeland Hendrik VII van Lancaster geschonken; sedert jaren eischte dit stuk herstellingen; sommige deelen waren spoorloos verdwenen en door andere er niet bij passende vervangen; voorts hadden slecht uitgevoerde herstellingen het geheel deerlijk bedorven. De ramen der St.-Antoniuskapel zijn thans van nieuwe kruisen voorzien en de geschilderde ruiten van het oude raam vernieuwd en uitmuntend bijgeschilderd door de heeren Stalins en Janssens volgens de teekening van den kunstschilder J. Antony, onder de leiding van den heer P. Genard die voor 25 jaren het eerst in ons tijdschrift op die belangrijke en zeer noodzakelijke herstellingen de aandacht riep. (Zie nog 1875, blz. 104.) Hopen wij dat het bestuur onzer vorige cathedrale in zijne pogingen zal gelukken om insgelijks de herstelling te bekomen van het glasraam van aartshertog Philips den Schoone welk tot weerga van dit van koning Hendrik VII diende. - Den 22n Mei is op de begraafplaats van het Kiel een gedenkteeken ingehuldigd ter nagedachtenis van wijlen den verdienstelijken kunstschilder Joseph Anthonis: eene fraaie steenen zuil, bekroond met een kruis en voerende op de voorzijde het hooggewerkt welgelijkend portret van den vereerde, zijwaarts gezien, gebeiteld door den beeldhouwer F. Joris. Voor het overige is het gedenkteeken, welk een echt smaakvol geheel vormt, uitgevoerd naar de teekening van den heer H. Blomme. Onder het portret staat te lezen: Aan A.J. Anthonis, kunstschilder, 1850 + 1878. Zijne vrienden. Bij de onthulling werden twee redevoeringen uitgesproken. (Zie over J. Anthonis onzen jaargang 1878, blz. 140.) Sint-Nicolaas. De kunstschilder J. Janssens is tot ridder van de orde van St.-Sylvester benoemd. Gent. De waterplant Victoria Regia bloeit thans in den kruidtuin. Op een blad van deze reusachtige plant is door den heer J. Van Hulle, bestuurder van den tuin, een gewicht van 230 kilos geladen, welk het getorscht heeft zonder te bezwijken. (Zie over dit gewas onzen jaargang 1878, blz. 124.) Brussel. Den 14n Juni is op het kerkhof te Laeken eene door L. Fraikin vervaardigde grafzuil ter nagedachtenis van den aldaar in 1874 begraven welbekenden Belgischen dichter Andreas Van Hasselt ingehuldigd; het gedenkteeken werd bekostigd door mev. weduwe Van Hasselt. Ofschoon de plechtigheid eigenlijk niet publiek was, waren toch vele vrienden en vereerders van den overleden letterkundige daarbij tegenwoordig en werden vier redevoeringen uitgesproken. | |
Buitenland.'s-Gravenhage. In verscheidene Nederlandsche bladen vindt men met ophef gewag gemaakt van het verschijnen van een nieuw werk van den Franschen schrijver Henry Havard, getiteld L'art et les artistes hollandais. Onder andere komen daarin voor eene levensschets van Michiel Van Mierevelt en eene studie over Rembrandts jonggestorven zoon Titus Van | |
[pagina 91]
| |
Rhijn; aanteekeningen omtrent Pieter Lastman, den meester van Rembrandt, Pieter Montfoort, den leerling van Mierevelt, Joannes Lingelbach, Van de Velde enz. In het werk is ook opgenomen het verslag, door Havard bij den bestuurder der afdeeling schoone kunsten in Frankrijk uitgebracht over zijne zending naar Nederland; laatstgenoemd stuk behelst een overzicht van den toestand der archieven in Nederland. - Dr. Van Vloten maakt bekend, dat hij het bekende Maerlant-handschrift van den vorst van Bentheim-Steinfort in leenbruik heeft ontvangen en het in den loop van dit jaar grootendeels zal uitgeven. Amsterdam. De rijke kunstliefhebber jhr. J.H.S. Van de Poll laat in zijne woning op de Heerengracht door den bouwmeester Leliman een klein museum bouwen voor zijne kostbare schilderijenverzameling, bestaande uit een paar honderd stukken van oude meesters, waaronder Rembrandt, Van Dyck, Paulus Potter, Ruysdael en Cuyp en talrijke doeken van de nieuwere school. De verzameling zal kunnen bezichtigd worden; het zal ook toegelaten zijn schilderijen te kopieeren. - Van 23 tot 25 Mei hebben in deze stad prachtige en druk bezochte muziekuitvoeringen plaats gehad, ter viering van het 50-jarig jubelfeest van de Maatschappij tot bevordering der Toonkunst, volgens het programma, in onzen vorigen jaargang, blz. 179, hoofdzakelijk medegedeeld. - Te Parijs bij Germer-Baillière en te Amsterdam bij Fr. Muller is van A. Foucher de Careil een werk verschenen, getiteld: Descartes et la princesse Palatine, ou de l'influence du cartésianisme sur les femmes au xviie siècle. In dit boek zijn opgenomen 26 brieven van Christina van Zweden welke men lang verloren gewaand had en waarnaar de Fransche schrijver, 20 jaren geleden, vruchtelooze nasporingen in Holland had gedaan voor de eerste uitgaaf van zijn werk. De brieven werden op de volgende merkwaardige wijze teruggevonden. De heer Frederik Muller, de beroemde letterkundige oudheidkenner, bracht verleden zomer eenigen tijd door te Velp. Baron Van Pallandt, eigenaar van het kasteel Rozenburg, liet hem de overblijfselen zien van eene oude bibliotheek, die in den toren van het kasteel wordt bewaard. De bibliotheek bleek rijk te zijn in werken van 1650 tot 1700 en de heer Muller bood den baron zijne hulp aan om de boekerij in orde te brengen. Zij vonden, toen zijn aanbod dankbaar werd aanvaard, een bundeltje van ongeveer 200 bladzijden, in klein quarto, beschreven met fraai Fransch schrift der xviie eeuw, papier en inkt van dien tijd. De titel luidde: Recueil de quelques lettres écrites à M. Descartes par la reine de Suède et la princesse de Bohême, copiées sur les originaux. Daar had men de lang gezochte brieven die door den heer Muller werden medegedeeld aan Foucher de Careil, welke, zooals hooger is gezegd, zich verhaastte er gebruik van te maken voor eene nieuwe uitgaaf van zijn bovenvermeld werk. - Het ontdekkingsvaartuig Willem Barentsz, gezagvoerder De Bruijne, vertrok den 4n Juni van IJmuiden naar de Noordpoolstreken. (Zie onzen jaarg. 1878, blz. 202.) - Door het bestuur der hervormde kerk te Hoogwoud zijn 17 geschilderde kerkramen, meerendeels beschadigd en dagteekenende uit het laatst der xviie eeuw, voor 500 gl. verkocht aan eenen Rotterdamschen kunsthandelaar. Deze verkoop, welke plaats had omdat men er tegen opzag eenig geld aan herstelling uit te geven, wekt te recht veel afkeuring bij de kunstvrienden. Het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap te Amsterdam had de ramen voor zijn museum willen koopen, voor 635 gl.; maar het kerkbestuur had zich jegens den kunsthandelaar verbonden. Deze laatste heeft ze reeds met groote winst overgelaten. - Het rijksmuseum werd in 1878 door 34,629 personen bezocht (ruim 7000 minder dan in 1877). De aanwinsten van het museum bestaan in de volgende schilderijen, bij laatste wilsbeschikking vermaakt door mej. G. Meijer Warnars: 1o portret van P. Meijer Warnars en van mej. J. Vetter, echtgenoote van P. Meijers Warnars Jz., door C.H. Hodges; 2o gezicht in den boekwinkel van Meijers Warnars op den Vijgendam te Amsterdam, door J. Jelgerhuis Rz.; 3o De slag bij Nieuwpoort, door Paulus van Hillegaert. Er werden schilderijen verdoekt van C. Bega (nr 24), A. Van Dyck (nr 104), Corn. Van Haarlem (nr 129), C. Ferri (nr 109), N. Maes (nr 236), J. Ribera (nr 322), J. Verspronck (nr 372). Arnhem Den 29n Mei is op het graf van den letterkundige J.P. de Keyser zijn wit marmeren borstbeeld geplaatst, vervaardigd door Stracké. (Zie onzen jaargg. 1878, blz. 12 en 60.) Parijs. Het tweede gedeelte der beroemde bibliotheek van wijlen A. Firmin-Didot is van 26 tot 31 Mei publiek verkocht. De catalogus, groot 274 blz., waaraan eene studie van Georges Duplessis over de gravuur in de boeken voorafging, bevatte de beschrijving van 525 handschriften en gedrukte werken. De belangrijkste daarvan waren op 10 en 12 Mei tentoongesteld in den boekwinkel van B. Quaritch, in Piccadilly te Londen. Deze verkooping heeft 955,157 fr. opgebracht. Het dusgenaamde missaal van Karel VI, dat beurtelings aan de koningen Hendrik V, VI, VII en VIII toebehoorde, bracht 76,500 fr. op, 80,000 fr. met de opgelden (het werd toegewezen aan den boekhandelaar Fontaine, men zegt voor den hertog van Aumale). Over dit merkwaardig missaal halen wij hier het volgende aan. Nadat de Engelsche koning Hendrik VIII het Roomsch geloof verzaakt had, werd het missaal, benevens de beroemde muurschildering van Milaan, het Laatste avondmaal door Leonardo da Vinci op doek geschilderdGa naar voetnoot(1), naar Antwerpen overgebracht door zekeren Gilles, en verkocht in 1545 door de erfgenamen van Jan Le Grand, aan de heeren der abdij van Tongerloo bij Westerloo. Iets schooners dan dit missaal, laat zich bezwaarlijk denken; het vormt als het ware een geheel museum; de niet bij name gekende kunstenaars die de schilderingen uitvoerden, waarmede het boek is versierd, doen aan meesters van Memlincs gehalte denken. Het bleef in het bezit der abdij te Tongerloo tot in de maand Juni 1869. Toen lieten de abdijheeren het door hunnen zeer verdienstelijken gewezen bibliothecaris, den zeer eerw. heer Michiel Van Spilbeeck (fr. Ignatius) verkoopen om geld bijeen te krijgen voor het verrichten van een goed werk. De boekhandelaar Bachelin de Florenne te Parijs kocht het missaal voor 25,000 fr. en stond het vervolgens tegen een veel hoogeren prijs af aan den heer Firmin-Didot welke het op nieuw liet binden, daar de fluweelen band eenigszins gehavend was. Op de in zilver gedrevene hoeken en sloten zijn afgebeeld de vier evangelisten, benevens de Blijde boodschap en de Geboorte des Zaligmakers onder het jaartal 1610. Het Journal des beaux arts, nr 12 van 30 Juni 1879 (Ad. Siret), zegt verkeerdelijk dat dit missaal afkomstig zou zijn van de abdij van Averbode en dat die abdij gelegen is in de provincie Limburg, in plaats van Brabant (zie over deze ligging blz. 29). Voor het missaal der kerk van Tours (Fransch gemaak uit de xvie eeuw) werd 20,000 fr. betaald; voor een geschreven kerkboek, in de xve eeuw gemaakt voor den Engelschen generaal Jan Talbot, werd 18,500 fr. betaald; een aan Maria Staart toebehoord hebbend handschrift bracht 10,000 fr. op. Een klein Vlaamsch handschrift uit de xve eeuw getiteld: Horae, is door den boekhandelaar Fontaine gekocht voor 20,800 fr. | |
[pagina 92]
| |
- Het nieuw Parijsche stadhuis zal volgens berekening in de eerste maanden van 1881 kunnen ingehuldigd worden. De buitengevels zullen versierd zijn met 141 verschillende beeldhouwwerken en 254 standbeelden. Binnenwaarts zullen geschiedkundige en decoratieschilderingen worden aangebracht, welke te zamen op niet minder dan 1,200,000 fr. geschat zijn. De hooge leiding van al de werken is opgedragen aan den gunstig gekenden bouwmeester Ballu. - Volgens eene statistiek, opgemaakt bij gelegenheid der Parijsche wereldtentoonstelling van 1878, zijn er tegenwoordig in Frankrijk 3000 fabrikanten van kunstbloemen die jaarlijks voor 25 millioen fr. van dit artikel in de wereld brengen, benevens voor 15 millioen vederen. - De aloude en merkwaardige kerk van Saint-Pierre-Montmartre, die in ergen en toenemenden staat van verval is geraakt, gaat van staatswege hersteld worden. Het Parijsche gemeentebestuur zal 100,000 fr. in de kosten hebben bij te dragen. Grenada. Volgens Duitsche bladen melden, zou het Alhambra, het wereldberoemde paleis, in het jaar 1338 door koning Joesoef Aboelhagebei voltrokken, met vernieling bedreigd worden, doordien de heuvelgrond, waarop het staat, ondermijnd en losgespoeld zou zijn door de rivier de Darro, wier verlegging thans aanbevolen wordt als het eenige middel dat wellicht zou toelaten de heerlijke overblijfselen van de woning der oude Moorsche koningen te redden. Londen. Ter eere van sir James Simpson, den beroemden heelkundige, door wien de chloroform het eerst in toepassing werd gebracht, wordt in de Westminster-abdij een standbeeld opgericht. - Een voorstel van lord Thurlow, om de Londensche museums des Zondags toegankelijk te stellen voor het publiek, is in het Hoogerhuis met 67 tegen 59 stemmen verworpen. Onder de tegenstanders waren lord Beaconsfield en de aartsbisschop van Canterbury. De eerstgenoemde vreesde, dat het Zondags openstellen der museums een eerste stap zou zijn op den weg tot het stuksgewijs afschaffen van den wekelijkschen rustdag, dien hij beschouwde als ‘de hoeksteen der beschaving.’ (Zie over dezelfde zaak de Vlaamsche School van 1877, blz. 111.) - In de 3e zitting van het internationaal letterkundig congres (zie blz. 75) werd besloten aan Z.M. den koning der Belgen het eerelidmaatschap op te dragen. Weenen. De 150 petroleumputten in de provincie Gallicië hebben in 1878 opgeleverd 400,000 vaten (100 kil.) ruwe olie, welke gezuiverd 180,000 vaten overlieten. Bijna al deze olie wordt in Oostenrijk zelf gebruikt. Florence. Volgens het verslag van de commissie van toezicht op de tabak houden zich in Italië 15,102 vrouwen en slechts 1814 mannen met het maken van sigaren bezig. Certaldo. In deze stad is opgericht een standbeeld van Giovanni Bocaccio, den schrijver van Il Decameron. Men weet dat Bocaccio, de onechte zoon van een Florentijnschen koopman, in 1313 te Parijs geboren werd; zijne familie stamde uit Certaldo, een vlek in Toscane. Sicilië. Men is op den Etna reeds begonnen met den bouw van het sterre- en weerkundig observatorium, waarvan in onzen jaargang 1878, blz. 203, gewag gemaakt werd. Athene. De Grieksche aardrijkskundige maatschappij heeft besloten den befaamden leeuw van Chaeronea te herstellen welke boven het graf stond der Beotiërs, die gedood werden in den veldslag tegen Philippus van Macedonië, 338 jaar vóór Christus, en welke men tijdens den onafhankelijkheidsoorlog ondermijnde en deed springen omdat men dacht daaronder eenen schat te vinden. De stukken van het beeld zijn grootendeels voorhanden. Nieuw-York. De grootste locomotief der wereld is in Amerika afgeleverd door de Baldwin-locomoteeve works. Dit reusachtig vuurmonster, Uncle Dick geheeten, weegt ongeveer 66,000 kilos en heeft eene lengte van 60 Engelsche voeten. Het moet dienst doen op den Atchison Topeka and Santa Fé Railroad. |