niet minder dan 261 nummers, waartusschen uitmuntende van Italianen en Hollanders; ook ons land is zeer goed vertegenwoordigd, onder andere door: L. Gallait, De kleine ziekedienster, E. Smits, Studiehoofd, Toovey, Zicht te Scarborough, Dell Acqua Hadgi Levantin, C. Van Camp, Mijmering, Huberti, Wintergezicht, Mej. Stroobant, Weide in Vlaanderen enz. enz. De stukken van Maccari (Rome), Pagliano en De Albertis (Milaan), Van de Sande-Bakhuysen en Oyens, te Brussel gevestigde Nederlanders, vestigen vooral de aandacht der liefhebbers.
- Op de internationale tentoonstelling welke te Sydney gaat plaats hebben, zal België vertegenwoordigd zijn door 224 inzendingen, buiten de schoone kunsten. Z.M. de koning zal de groote kaart van Afrika, die hij heeft doen ontwerpen, tentoonstellen. Het staatsbestuur heeft voor het goedmaken van de kosten der deelneming aan deze tentoonstelling een hulpgeld van 200,000 fr. verleend. De goederen genieten vrachtvrijen overtocht. België wordt ambtelijk vertegenwoordigd door den heer Van Schalle.
- Van wege den heer schepen Buls, die daarvoor allen dank verdient terzelfder tijd als hij er zich zelve mede vereert, zal aan den gemeenteraad voorgesteld worden, de namen der straten op de straatnaamplaten ook in het Vlaamsch te stellen. Door dezen maatregel, dien wij hopen al spoedig te zien nemen, zal eene stootende miskenning ophouden en voorzien worden in eene wezenlijke behoefte, waarop ons tijdschrift onder andere in 1871, blz. 78 en in 1872, blz. 162 gewezen heeft.
- In de zaal van den Senaat is geplaatst het portret van Maria-Theresia door L. Gallait.
- Ik ben een arme minnestreel, het fraaie gedicht van Th. Coopman, door ons op blz. 40 medegedeeld, is door den beroemden dichter Klaus Groth in het Platduitsch overgezet.
- De heer Frans De Potter, is door koninklijke academie van België bekroond in den door haar uitgeschreven prijskamp voor eene geschiedenis van Jacoba van Beieren.
- Voor den cantatenprijskamp voor 1879 zijn 19 Fransche en even zooveel Vlaamsche dichtstukken ingezonden.
- De minister van justitie heeft de volgende heeren in commissie gesteld ter bewerking eener officieele Vlaamsche vertaling van het burgerlijk wetboek: Nypels, hoogleeraar te Luik, voorzitter; Grandjean, kamervoorzitter in het hof van beroep te Gent, ondervoorzitter; De Hont, ondervoorzitter van de rechtbank van Gent, verslaggever; Dodd, bureel overste bij het ministerie van justitie, secretaris; De Paepe, procureur-generaal te Gent; De Vigne, advocaat te Gent; Serrure, advocaat te Brussel; De Maere-Limnander, te Gent; Heremans, hoogleeraar te Gent; van Beers, lid van den gemeenteraad te Antwerpen; Van Assche, notaris te Gent; Thonissen, hoogleeraar te Leuven.
Leuven. Verschenen het eerste halfdeel (256 blz. met platen) van de door ons in 1875, blz. 168, aangekondigde Geschiedenis van Leuven, geschreven in de jaren 1593 en 1594, door Willem Boonen, thans voor de eerste maal uitgegeven op last van het stedelijk bestuur door Ed van Even. Het werk, met 57 platen versierd, zal een boekdeel uitmaken van rond de 500 blz. Het levensbericht van Boonen zal met het 2e halfdeel verschijnen. De druk van het verschenen deel is uitmuntend verzorgd. De prijs, bij inschrijving, van het geheele werk, is bepaald op 20 fr. Men schrijft in te Leuven bij Em. Fonteyn, Naamschestraat 16.
Gent. Het Willemsfonds heeft onder den titel Vlaamsche bibliographie in het licht gegeven de lijst van Nederlandsche boeken, tijdschriften en muziekwerken, in België gedurende 1878 verschenen.
- Ten nadeele van de eerw. paters Predikheeren in deze stad werden in het begin van Mei vijf schilderijen gestolen: De zegepraal der kerk, Jezus' geboorte en de H. Catharina van Senen, op doek geschilderd, vond men uit de lijsten gesneden, de afbeeldingen der evangelisten Joannes en Matheus, op hout geschilderd en 0m60 op 0m74 groot, werden met lijst en al ontvreemd; de lijsten vond men weggeworpen in de Schouwvegersstraat.
- In het gewezen klein Vleeschhuis, Korte-Dagsteeg, welk gebouw aan de bestiering der godshuizen toebehoort, zijn bij het afschrabben der gekalkte muren, overblijfselen van muurschilderingen waargenomen, die men denkt van de xive eeuw te zijn.
Rousselaere. Verschenen bij J. De Meester: het derde deel van Guido Gezelle's Gedichten, bevattende vele schoone gezangen en gebeden.