De Vlaamsche School. Jaargang 24

Kroniek.

Antwerpen. Koninklijke academie van schoone kunsten. Op 22 December en volgende dagen waren tentoongesteld in de zaal der Venusstraat, eene jachtvoorstelling in plaaster van J. Cuypers. primus van Rome in de beeldhouwkunde in 1872, en drie tafereelen van E. Van den Bussche, leeraar bij de academie, voorstellende: Keizer Karel V na zijne aftreding te St-Yust aankomende. De gijzelaar en Verledene zegepralen.

- De heer Frans Callaerts is benoemd tot orkestmeester der hoofdkerk ter vervanging van wijlen L. Kiven.

- De heer stadsarchivaris P. Genard heeft aangekocht het handschrift voor de tweede uitgaaf van het Theatrum Orbis van Abraham Ortelius.

- Bij G. Van Merlen is van de pers gekomen: Généalogie de la familie de Liagre door A. Goovaerts, een prachtbundel in- 4^o van 313 blz., waarvan slechts 50 exemplaren zijn getrokken, versierd met drie in kleur gedrukte platen en 120 houtsneden van J. Gons. Deze Généalogie, welke opklimt tot het jaar 1350, mag genoemd worden een zeer belangrijk werk, dat in vele opzichten ook groote waarde heeft onder een meer algemeen geschiedkundig oogpunt. De schrijver verdient met zijnen verdienstelijken arbeid te worden geluk gewenscht.

Brussel. Er wordt verzekerd dat de kunstschilder E. Wauters zich te Parijs gaat vestigen.

Leuven. A. Hennebicq is door het staatsbestuur gelast met de uitvoering van schilderingen in de groote zaal van het stadhuis mits 130,000 fr.

Bergen. Bij Dequesne-Masquillier is verschenen het door ons op blz. 60 als bekroond vermelde werk van den heer Ed. G.J. Gregoir. Het is getiteld: Notice biographique sur François-Joseph Gossé dit Gossec en versierd met de afbeelding van het gedenkteeken welk in de gemeente Vergnies ter eere van den uitstekenden kunstenaar is opgericht. De levensschets is zeer uitvoerig en bevat een groot getal bijzonderheden en stukken omtrent Gossé die weinig of niet gekend zijn.

Buitenland.

Amsterdam. Het vaartuig Willem Barentsz, onder bevel van dan luitenant ter zee 1^ste klasse A. De Bruyne, is van uit de Noordelijke IJszee teruggekeerd. (Zie onze blz. 114.) De manschappen die met de Willem Barentsz de reis naar de Barents-zee maakten, ontvingen ieder eene zilveren tabaksdoos op welker deksel is afgebeeld het vaartuig met matrozen op de plecht en in het want. Binnen in het deksel is gegriffeld: ‘Aan..... Herinnering aan de reis naar de Noordelijke IJszee. 6 Mei - 13 October 1878.’ De gezamenlijke kosten voor de reis van de Willem Barentsz hebben bedragen gl. 47,312.82. Het hoofdcomité voor de Noordpoolvaart zal trachten de noodige gelden bijeen te brengen tot de uitrusting van een tweeden tocht naar de Noordelijke IJszee.

Utrecht. Het getal der studenten aan de stedelijke hoogeschool bedraagt 502.

Leiden. Het aantal studenten bij de stedelijke hoogeschool bedraagt 838.

Parijs. De hertog Audiffret Pasquier is gekozen als lid der academie ter vervanging van mgr. Dupanloup. (Zie blz. 180.)

Londen. In een overzicht van eene schilderijententoonstelling te Grosvenor, had de dagbladschrijver Ruskin een zeer ongunstig oordeel geveld over de stukken van den schilder Whistler en onder andere gezegd, dat zulk kladderwerk nooit zonder voorspraak op de tentoonstelling zou toegelaten zijn geworden en de schilder een mensch zonder schaamte moest zijn om 200 guinjes te durven vragen om het publiek eenen verfpot in het gezicht te smijten. De schilder die zich gekrenkt achtte in zijn goeden naam, heeft den schrijver een proces aangedaan. De twaalf gezwoornen van het hof van den rijkskanselier, onder voorzitterschap van baron Huddleston, hebben den eischer een penny (dat is vijf centiemen) schadevergoeding toegekend en de partijen ieder in hare eigene kosten veroordeeld.

Praag. Er wordt in de Duitsche bladen met den meesten lof gesproken over de muurschilderingen door Jan Swerts in de Sinte-Annakapel der Praagsche domkerk uitgevoerd. Dezelfde meester is door den aartsbisschop gelast met de uitvoering van het portret van Z.H. paus Leo XIII, dat hij in het begin van het jaar 1879 te Rome gaat beginnen.

Kopenhagen. De Deensche wetenschappelijke uitrusting, die in 1877-1878 voor rekening van het staatsbestuur Groenland bereisde, heeft een verslag van haren tocht in het licht gegeven. Onder andere heeft zij een duister vraagstuk opgelost. In 1751, was de reiziger Dalager op den top gekomen van den Nunatack, een berg die zich uit de sneeuwvelden benoorden Frederikshaal verheft; in de verte naar den oostkant had hij eene rij sneeuwtoppen bemerkt, die naar zijne meening de oostkust van Groenland vormden. Eene afdeeling van de Deensche expeditie, onder bevel van luitenant Jensen, is tot aan die onbekendebergen gekomen. Zij zijn op ongeveer 50 mijlen van de grens der ijsvelden

[p. 203]

gelegen. Drie Denen en een Eskimo hebben den 31ⁿ Juli 1878 den hoogsten top van die bergketen beklommen, zijnde eene onzaggelijke rotsmassa, 5000 voet hoog boven den zeespiegel. Aan den anderen kant van het gebergte strekken zich, zoover het oog zien kon, ijs-en sneeuwvelden uit. Het was dus bewezen, dat deze bergen zich niet uitstrekten langs de oostkust van Groenland. De Deensche expeditie heeft omtrent de gesteldheid van Groenland hoogst belangrijke bevindingen gedaan.

- Juni 1879 zal het 400-jarig bestaan der hoogeschool gevierd worden. Carl Plong en Chr. Richardt hebben twee cantaten gedicht die op muziek gezet worden door Niels Gade en Hartman. Hoogleeraar Rördam schrijft de geschiedenis der hoogeschool wier faculteiten gezamenlijk een boek met kleine wetenschappelijke opstellen zullen uitgeven. Er zal een gedenkpenning worden geslagen. Voor de onkosten zal het rijk 35,000 kronen hulpgeld verleenen.

Rome. Door de opgravingen in het Forum meent men thans met zekerheid te weten gekomen te zijn, dat de Via Sacra een aanvang nam bij den boog van Titus (zie onzen jaargg. 1875, blz. 45), zich vervolgens rechts wendde en van die hoogte, Samnia sacra via geheeten, naar het Forum daalde.

- In het Stadio Palatino zijn vele schoon versierde kolommen en kapiteelen opgegraven.

- In de Via Nazionale is een prachtige veelkleurige mozaïekvloer opgegraven.

- Volgens wordt gemeld, zouden de schilderingen der Sixtijnsche kapel zich in zeer slechten staat bevinden. Onder andere zou de kleur der frescos geweldig verschoten zijn door de werking sedert ruim 3½ eeuwen van wierook- en kaarswalmen. Ook moeten er lekken in het gewelf zijn. Het tafereel welk het Laatste avondmaal voorstelt schijnt het meest te hebben geleden. In den muur, waarop het is geschilderd, zouden, naar er verzekerd wordt, zelfs ijzeren krammen en bouten geslagen zijn, ten einde er bij feestelijke gelegenheden draperijen aan te hangen.

- 30 November is te dezer stede onthuld het standbeeld van koning Victor-Emanuel, gemaakt door den vermaarden Genueeschen beeldhouwer Pietro Costa.

- Italië's minister van binnenlandsche zaken heeft een der beste plaatsnijders in deze stad gelast, voor den prijs van 5500 lire (5500 fr.), eene plaat te maken naar de schilderij uit de kerk S. Andrea della Valle, den H. Joannes voorstellende, het onsterfelijk werk van Domenico Zampieri, genaamd il Domenichino. De plaat is bestemd voor de beroemde verzameling van koperplaten, die te Rome in de Calcografia bewaard worden.

Florence. Het voornemen bestaat om in het Pitti-paleis eene tentoonstelling te houden van oude kunstvoorwerpen, in Italië gevonden.

- Volgens wordt gemeld, heeft Odoardo Beccari in de wouden van Sumatra eene bloem ontdekt, grooter en prachtiger dan de Victoria regia. Hare doorsnede moet 0^m83, hare hoogte 1^m72 bereiken. Knollen van de plant zijn toegestuurd aan den markies Corsi-Salviati, te Florence. De plant, door Beccari Titanum genoemd, zou behooren tot de familie Amorphophallus. (Zie over de Victoria regia onze 124^e blz., onder Zanzibar.)

Milaan. Blz. 124 hebben wij melding gemaakt van de treurige wijze waarop de kunstschilder Tranquillo Cremona eenige maanden geleden stierf. In den schouwburg La Scala zijn thans 150 schilderijen van hem tentoongesteld; met de opbrengst van het inkomgeld zal ter eere van den kunstenaar een gedenkteeken opgericht worden. Tot zijne voortreffelijkste schilderijen behooren De valkenier, Het bezoek aan het graf van Romeo en Julia, Faust en Margaretha, voorts eene allerliefste schilderij, voorstellende een jongeling die een meisje laat drinken uit de holte van zijne handen. Voor een zijner meesterstukken, een minnend paartje voorstellende, kon T. Cremona in 1871 op de tentoonstelling te Turijn voor 700 fr. geen kooper vinden. Vergeefs bood hij het der commissie tot aanmoediging van schoone kunsten voor 600 fr. aan. De arme schilder moest zijn werk voor 500 fr. afstaan aan eenen kunstkooper die het eenige jaren later te Weenen voor 20,000 florijnen aan den man bracht.

Sicilië. Er is sprake, een weer- en sterrekundig observatorium te bouwen op de kruin van den berg Etna, over welken zich eene zoo heldere lucht welft, dat naarmate men des avonds hooger opstijgt, men sterren ziet schitteren die beneden het gebergte niet zichtbaar zijn. Professor Zacchini heeft waargenomen, dat Venus op den Etna schaduw veroorzaakt en hij gelooft zulks ook te hebben bemerkt ten opzichte van Sirius.

Nieuw-York. Van de zeepeilingen, dit jaar door het Amerikaansche vaartuig Essex gedaan, is eene kaart gedrukt, waaruit blijkt dat de grootste diepte tusschen Afrika en het eiland St.-Helena 5600 meters en tusschen St.-Helena en Brazilië 6006 meters bedroeg. (Zie in verband hiermede onze jaarg. 1877, blz. 72.)

- In 1861, dus twee jaren na de ontdekking der petroleumbronnen door kolonel Drake, werden 27,000 vaten ter waarde van 1 millioen dollars door Amerika uitgevoerd; in 1877 14½ millioen vaten, ter waarde van 62 millioen dollars.

- De petroleumbronnen van Pennsylvanië en West-Virginië hebben tot dusver 80 millioen vaten petroleum geleverd (waarde cira 4000 millioen dollars).

- Volgens een blad van Nieuw-York heeft eene proef plaats gehad met het verhitten door petroleum, naar een nieuw stelsel. De brandstof bestaat uit een mengsel van petroleum en koolteer en wordt door eene buis op eenen stroom van overhitten stoom geleid, waardoor zich de noodige hoeveelheid zuurstof ontwikkelt en eene veel krachtiger hitte wordt voortgebracht dan door eenen met steenkolen verhitten smeltoven wordt geleverd. Volgens het schijnt, kan op die manier in 10 minuten ruw ijzer gesmolten worden, in plaats van in 2 uren op de gewone manier. Voor het smelten van glas zijn de gewone 16 uren tot 2 ingekort.

- Onder den naam Edison Electrice Light Company heeft zich eene maatschappij met een kapitaal van 300,000 dollars gevormd, om licht, warmte en kracht uit electriciteit te trekken. (Zie onze blz. 172.)

- Nieuw-Yorksche bladen melden, dat de heeren W.E. Dawyer en Albon Man een brevet verkregen hebben voor eene huislamp voor electriek licht. Hunne lamp bestaat uit een glazen bol, gevuld met zuiver stikstofgas. In den bol bevindt zich - volgens de lichtsterkte die men verlangt - eene grootere of kleinere pin van houtskool, die door een electrieken stroom tot 30,000 en 50,000 graden Fahrenheit verhit wordt. Deze pin verteert niet: de houtskool verbrandt niet, omdat de zuurstof geheel ontbreekt. De verhitte houtskool straalt licht uit, dat zeer gelijk moet wezen aan het daglicht, zoolang de electrieke strooming plaats heeft. De uitvinders beweren, dat een stoomtuig van 1000 paardenkracht licht leveren kan voor 30,000 branders, tegen den prijs van omtrent 50 fr. per uur, terwijl het voor gelijke hoeveelheid licht benoodigd gas (150,000 kubieke voeten) meer dan 2000 fr. zou kosten.

San-Francisco. Een blad van Californië geeft de volgende beschrijving van eenen luchtsteen, die gevonden is in de Mohave-woestijn: de klomp weegt ongeveer een pond, heeft eene laag goud op eene der zijden, is niet magnetisch en heeft de werking van verschillende zuren doorstaan; eene der andere zijden vertoont eene breuk van kristalachtig voorkomen, welker kleur staalgrijs met geel is; de luchtsteen heeft aan de

[p. 204]

beste beitels weerstand geboden en is onder de hevigste slagen niet gesprongen; hij bestaat dus uit een onbekend mengsel van metalen, 't welk door geen ander in hardheid geëvenaard wordt. (Zie over luchtsteenen onze jaarg. 1874, blz. 157, 1876, blz. 130.)

Paramaribo. Aan den heer Van Sypesteyn, gouverneur der Nederlandsche kolonie Suriname, is door de heeren gebroeders De Jong aangeboden een zilveren beker, gemaakt in de fabriek der heeren van Kempen, te Voorschoten (Holland), hoog 0^m38; het deksel is versierd met Suriname's wapen aan de eene en dit van den vereerde aan de andere zijde. Op den beker staat te lezen, dat de kolonie aan den heer Van Sypesteyn hare goudnijverheid te danken heeft. De band van het deksel en de wapens zijn van Surinaamsch goud.

Alexandrië. De heer Hars, Amerikaansch consul in deze stad, heeft in 68 dagen eene reis rond de wereld gedaan. Aan den tocht van Alexandrië naar San-Francisco over Brindisi, Parijs, Londen, Liverpool en Nieuw-York, besteedde hij 20 dagen; van San-Francisco naar Yokohama insgelijks 20 dagen; van Yokohama naar Hong-Kong 6 dagen; van Hong-Kong naar Ceylon 10 dagen; van Ceylon naar Suez 12 dagen, vanwaar hij binnen eenige dagen weer Alexandrië heeft bereikt.

Klein-Azië. Schliemann zet op groote schaal zijne nasporingen voort in het rijk Troas. Onder andere heeft hij te Hissarlik gevonden eenen dolk, een ivoren zwijnenbeeldje, eene bronzen vaas waarin 22 gouden en 13 zilveren oorringen, twee doekspelden met spiralen van goud, een armband van elektron, duizende gouden kralen en duizende op ivoren staafjes gevormde zilveren ringen in half gesmolten toestand.