Gezicht op de stad Antwerpen in 1878.
Houtsnede door mejuffer Julia Vermorcken.
Wij hebben het genoegen hier een plaatje mede te deelen dat door eene jonge juffrouw is gemaakt die zich met den besten uitslag op de houtsnede toelegt en daarvoor een meer dan gewonen aanleg verraadt. Haar naam prijkt onder haar werk, welk zij verlangt beschouwd te zien als eene eerste proeve en dat door ons als dusdanig onzen lezers aangeboden wordt, die ongetwijfeld met ons van gevoelen zullen zijn, dat deze proeve de beste verwachtingen van de toekomst der jonge kunstenares geeft.
Juffrouw Julia Vermorcken is de dochter van den bekwamen leeraar der houtsnede bij de Antwerpsche academie van schoone kunsten, wiens twee zonen insgelijks houtgraveerders zijn.
Wij veroorlooven ons, onder hartelijke gelukwensching om wat zij reeds leverde, juffrouw Vermorcken aan te sporen tot iever en volharding, welke haar niet slechts in staat zullen stellen de moeielijkheden van het moeielijk vak gaandeweg te boven te komen, maar ook daarin eene roemrijke vaardigheid en bekwaamheid te erlangen; want - wij herhalen het - zij bezit eenen aanleg die groot mag worden genoemd.
Voor diegenen onzer lezers welke niet te Antwerpen gevestigd zijn, stippen wij hier aan, dat de medegedeelde plaat de Werf aan de Van-Dyckkaai te zien geeft.
De menschen schijnen niet te weten, noch wat rijkdom, noch wat kracht is; van het eerste verwachten zij te veel, van het laatste te weinig. Zelfvertrouwen en zelfverloochening zullen een man doen drinken uit zijn eigen put, en van het eigen, steeds welsmakend brood doen eten, daar zij hem aanwijzen hoe hij eerlijk moet arbeiden voor het dagelijksch onderhoud en hoe hij het goed, dat hem is toevertrouwd, zorgvuldig kan besteden.
Baco.