De vrouw
heeft onze toekomst in hare macht. Wanneer zij grootsch en goed handelt, dan vaart het gezin wel daarbij. Is zij een slons, het gezin is een nest van ellende, dat ellendigen broeit en over 't land verspreidt. Haar waarde is niet hoog genoeg aan te slaan voor gezin en gemeente, voor stad en volk. Daarom is het een verkwikking een jong meisje te zien, dat een goede degelijke huisvrouw belooft te worden, die haar kinderen behalve melk ook zielevoedsel zal geven. Haar gezin is nooit in donkerheid, want als de flonkerende diamant straalt zij licht uit in de duisternis; in haar woord is belofte en kracht tegelijk; zij is sterk, want zij geeft zich geheel. In haar stem ligt muziek voor den lijdenden man, en die stem boezemt ontzag in aan 't weerbarstig kind. Haar handen vermenigvuldigen zich naar de macht der nooden. Wie kan de vingers tellen van een huisvrouw die 't onmogelijke verricht? Het aantal schijnt de natuur te tarten en toch is 't de natuur die haar zooveel schonk. Wanneer roept een kind in den nacht vergeefs zulk een moeder aan? Laat de rechtgeaarde man zeggen van een goede vrouw, wanneer zij in nood afwezig was. En zoo is dit in alle rangen en standen. Daarom moet de vrouw opvoeding ontvangen in alle rangen en standen. Zij is de hoop des lands, - een volk zal zijn moeder niet ongestraft verwaarloozen, de natie die haar vrouwen eert, zal niet bezwijken. Aart Admiraal.
Wie weet of niet het leven dood,
En 't sterven leven is te noemen?
Niet ieder slaagt bij den eersten slag.
F.C. de Brieder.