Koninklijke maatschappij ter aanmoediging van schoone kunsten te Antwerpen.
Ter gelegenheid der nationale tentoonstelling van het jaar 1879, zijn door de maatschappij de volgende prijskampen uitgeschreven:
1. Beeldhouwkunde. - De Voorzichtigheid, beeld van nabij vijf meters, te plaatsen op eene hoogte van 11 meters, op den voorgevel des voorbouws van het paleis van justitie van Antwerpen. Het voor den prijskamp ingeleverde model moet gemaakt zijn op een derde der uitvoeringsgrootte en zal geplaatst worden op eene hoogte die overeenkomt met zijne grootte. Eene schets van den voorgevel is op de volgende bladzijde gedrukt. De prijs is een eermetaal en eene belooning van achthonderd frank.
ii. Klassieke bouwkunde. - Openbare bibliotheek, te bouwen op eenen grond van hoogstens 4000 meters oppervlakte. Afgezonderde bouw, samengesteld uit een beneden- en een bovenverdiep, lokalen bevattende voor verzamelingen van boeken, van archieven, van medailles en van prenten, met leeszaal en woning van den conservateur. De medekampers moeten ten minste vier teekeningen leveren: a. Een plan gelijkvloers; b. Een plan van het verdiep; c. De voorgevel; d. Eene doorsnede. De planteekeningen op eene schaal van 5 millimeters per meter; de voorgevel en de doorsnede op eene schaal van 1 centimeter per meter. Eene legende of omschrijvende nota moet er bijgevoegd worden. De prijs is een eermetaal en eene belooning van acht honderd frank.
iii. Spitsbogige bouwkunde. - Hoogzaal met orgelkas, te plaatsen in Onze-Lieve-Vrouwekerk van Antwerpen, in het benedendeel van den middenbeuk. Oppervlakte om door ongeveer 80 muzikanten bezet te worden. De medekampers moeten de volgende teekeningen leveren: a. Eene grondteekening; b. Eenen opstand; c. Eene doorsnede; op de schaal van 5 centimeters per meter. De prijs is een eermetaal en eene belooning van acht honderd frank.
n.b. Voor de prijskampen van bouwkunde mogen de teekeningen noch gearceerd noch gewasschen zijn.
Voorwaarden. - 1. Niemand wordt tot den prijskamp toegelaten dan Belgen of kunstoefenaars in het koninkrijk gehuisvest.
2. De kuustenaars welke reeds te voren eenen prijs hebben behaald, mogen niet meer mededingen voor dat gedeelte van den prijskamp waarin zij eenmaal bekroond zijn geweest.
3. De teekeningen en de beeldhouwwerken moeten toegezonden worden aan den knaap van de Koninklijke Maatschappij ter aanmoediging der Schoone Kunsten, in het museum te Antwerpen, en aldaar uiterlijk op 10 Juli 1879, ten 8 ure des avonds, besteld zijn. Alle later ontvangene werken zullen onwederroepelijk buiten de prijskampen gesloten worden, welke reden men ook zoude inbrengen.
De maatschappij neemt ten haren laste de kosten van vervoer, weg en weer, van al de voorwerpen tot de prijskampen bestemd, welke haar uit België langs de spoorbaan, tarief nr 2 (petite vitesse), zullen gezonden worden. De vervoerkosten langs alle andere banen blijven voor rekening van den afzender. De voorwerpen, uit den vreemde gezonden, zullen moeten gefrankeerd worden tot aan de Belgische grenzen. In geval van beschadiging zullen de voorwerpen tentoongesteld worden in den staat waarin zij bij de uitpakking zullen bevonden zijn.
4. De teekeningen en beeldhouwwerken zullen eene zinspreuk of eenig ander kenteeken dragen, hetwelk ook voor opschrift dienen moet van een verzegeld en afzonderlijk briefje, waarin naam, voornamen, voluit geschreven, woon- en geboorteplaats des mededingers zullen aangeduid zijn. Dit briefje moet aan den secretaris toegeschikt worden met eenen naamloozen brief, waarin hem kennis wordt gegeven van den aard des afgezonden stuks en van de daarbij passende uitleggingen en opmerkingen.
5. Al de teekeningen en beeldhouwwerken die deel maken van den prijskamp, zullen in de tentoonstelling der maatschappij worden geplaatst, en daarna aan de eigenaars worden teruggegeven. De begiftigingen zullen niet betaald worden dan na de aflevering der verkleinde kopie (in photo-lithographie) door de commissie goedgekeurd, en uit te voeren volgens de afmeting door haar aangeduid.
6. De werken waaromtrent al de vereischten, bij dit programma bepaald, niet in acht genomen zijn, zullen uit den prijskamp gesloten worden en op de tentoonstelling verschijnen zonder naam der vervaardigers.
7. De commissie zal tot het beoordeelen der prijskampen eene jury van ten minste negen leden benoemen, welker meerderheid zal gevormd zijn uit personen die der stad Antwerpen vreemd zijn. Niettemin zal de commissie het recht hebben geene jury te benoemen voor den prijskamp, voor welken blijkbaar onvoldoende stukken ingekomen zijn.
8. Onmiddellijk na de beoordeeling zullen de briefjes geopend worden welker zinspreuken of kenteekens overeenstemmen met die der bekroonde stukken en zal men de namen der overwinnaars uitroepen. Indien er accessits worden toegekend, dan zullen deze insgelijks worden bekend gemaakt door midde der zinspreuk; zoo de vervaardiger zich niet aanbiedt en van