Groote mannen.
Die naam komt rechtens toe, en wordt zonder iemands tegenspraak gegeven aan allen, van wie op het groot tooneel der wereld, op eenig gebied, in welke richting het zij, een kracht is uitgegaan, die machtig om zich heeft gegrepen, een licht, dat ver gestraald heeft, een zegen die heeft doorgewerkt: aan allen die ergens het ijs gebroken en een weg gebaand hebben, dien zij achter zich openlieten en waarop zij gevolgd zijn; die een grondslag hebben gelegd waarop kon, waarop moest worden voortgebouwd; die een algemeenen geest gewekt, een algemeenen wil in beweging gebracht hebben; die een voorbeeld hebben gegeven, dat altijd verder werkt, en een indruk hebben gemaakt, dien zij nog maken, zoo dikwijls hun beeld of hun werk voor de oogen herschijnt; die, wat zij ook aan hunnen tijd verschuldigd mochten zijn, hunnen tijd meer gegeven hebben dan zij van hem konden ontvangen, en wier nagedachtenis in alle tijden een werk doet, vruchtbarer vaak en grooter nog dan hetgeen zij bij hun leven vermochten; die niet slechts groot waren omdat zij uitstaken boven anderen, maar omdat zij het waren voor anderen.
Nicolaas Beets.