Moggridge en den Duitscher Dieck. De bedoelde rotsen, waarvan sommige 2000 en 2750 meters boven de oppervlakte der zee verheven zijn, bevinden zich in de nabijheid der Fransche grens, op Italiaanschen grond, tusschen Nizza en Vintimille. Rivière houdt het er voor, dat de bewuste ingriffelingen, waarvan hij kopijen heeft doen maken, tot de hoogste oudheid opklimmen.
- Van den bekenden Franschen schrijver Louis Veuillot is onder den titel Molière et Bourdaloue een werk verschenen, waarin Molièré's werken hevig worden aangerand en als zedeloos veroordeeld, vooral de stukken Tartufe en de Misanthrope. Over de vrouwenkarakters in de stukken van Molière schrijft Veuillot: ‘Zij zijn valsch, lichtzinnig, ondankbaar, ondernemend, bedorven en alleen gevoelig voor genot en ijdeiheid. In den geheelen Molière vindt ge niet ééne figuur van moeder of maagd of verloofde, of het zijn vrouwspersonen in staat tot ieder avontuur, of het zijn babbelaarsters of laffe figuranten; die het eeuwige tooneelspelen van verliefden spijt, om het optreden van Mascarille of Scapin voor te bereiden. Reinheid, eerbied, geloof, dochterlijke teederheid, moederliefde, toewijding, kuischheid van taal, dat alles kennen de vrouwen van Molière zelfs niet.’ Terzelfder tijd als hij Frankrijks grootsten tooneelschrijver zoo geweldig te lijf gaat spreekt de heer Veuillot zijne afkeuring uit over het tooneel in 't algemeen, welk, volgens hem, door ‘zedenbederf de omwentelingen voorbereidt.’ Ten antwoordde op het werk van Veuillot, heeft de heer H. de la Pommeraye een boek laten verschijnen, getiteld Molière et Bossuet, waarin de stukken van Molière verdedigd worden, niet slechts op grond van hunne waarlijk niet gering te schatten letterkundige verdienste, maar ook van uit een zedelijk oogpunt, tevens met nadruk wordt gewezen op den beschavenden invloed van het tooneel.
- Te Cize-Bolozou (Ain) zijn grafsteden met geraamten en verschillende voorwerpen ontdekt, welke schijnen te dagteekenen uit den meest verwijderden Celtischen tijd.
Frankfort. Tot aandenken van wijlen Salomo von Rotschild heeft zijne dochter Mathilda, de echtgenoote van den heer W.K. von Rotschild eene som van fr. 312,500 geschonken, om een fonds te stichten ter bevordering der kunstnijverheid bij middel van beurzen, die zullen worden verleend aan onbemiddelde jongelingen, die aanleg hebben voor de kunst en woonachtig zijn te Frankfort (waar de stichting is gevestigd) of in den omtrek dezer stad.
Berlijn. Zooals bekend is, geeft de generale staf van het Duitsche leger een werk uit over den Fransch-Duitschen oorlog. Het eerste deel van dit werk (9 afleveringen), heeft de verbazende som opgebracht van fr. 380,952,38. Aan de wetgeving zal voorgesteld worden, de renten van die som te gebruiken tot het vergemakkelijken van krijgsgeschiedkundige studiën, reizen, het aankoopen van groote werken, belangrijke bibliotheken, letterkundige nalatenschappen van officieren van naam enz.
- Het Pruisische staatsbestuur is voornemens eene leening van 158 millioen frank uit te schrijven, om daarmede rijksgebouwen te laten oprichten. Berlijn zou hierbij niet het minst goed bedeeld wezen. In deze stad zou het staatsbestuur namelijk de volgende werken uitvoeren: stichting eener algemeene kunstschool (polytechnische school), waarvan de aanbouw geschat is op de aanzienlijke som van 11 millioen; oprichting van een nijverheidsmuseum (waaraan zouden toegevoegd worden de bestaande academie voor bouwkunde en die voor nijverheid; er zou plaats zijn voor 2000 studenten; het lokaal met de nevengebouwen zou eene ruimte van 18,600 vierkante meters beslagen; de gevel zou 240 meters breed zijn); oprichting van twee gymnastische scholen, geschat op 965,000 frs. Vergrooting van het atheneum, geschat op 1 millioen, 200,000 frs., vergrooting van de reaal-school, geschat op 330,000 frs., vergrooting van de hoogeschool door den aanbouw van een lokaal voor het geven van geneeskundig onderwijs bij de ziekbedden (kliniek), geschat op 527,000 frs. en de oprichting van een laboratorium bij dezelfde hoogenschool, geschat op 2 millioen 400,000 frs, vergrooting van het koninklijk museum, geschat op 627,000 frs., aanbouw van een museum van volkenkunde geschat op 2 ½ millioen, aanbouw van een landbouw-museum, geschat op 1 ½ millioen, aanbouw van eene school voor schoone kunsten geschat op 627,000 frs., aanbouw eener gevangenis, geschat op 100,000 frs. Binnen kort zal het ontwerp van leening aan de wetgeving worden ingediend.
Londen. Mev. Adelina Patti heeft in deze stad, op tien dagen vijf concerten gegeven, die haar 50.000 fr. betaald zijn. Zij gaat thans te Milaan en te Venetië zingen. In eerstgenoemde stad zal zij 9 en in de andere 4 maal optreden, tegen 8000 fr. per keer.
Egypte. Toen wij in 1876, blz. 89, de toebereidselen vermeldden, die door Engeland werden gemaakt, om de obelisk, die onder den naam van Naald van Kleopatra is gekend, naar Londen over te brengen (deze overbrenging heeft thans plaats gehad), voegden wij er bij; ‘Nevens haar (de Naald van Kleopatra) ligt half in puin eene tweede obelisk, van 66 voet hoogte, welke men denkt dat destijds met de Naald van Kleopatra vóór het paleis van Cesar stond.’ Volgens wordt gemeld, heeft de onderkoning die tweede obelisk aan Amerika toegezegd en zal zij weldra naar Nieuw-York worden overgebracht, welk vervoer op niet minder dan 1 ½ millioen frank geschat wordt. De heilige zinnebeeldige letterfiguren op de obelisk, zijn slechts langs twee zijden goed te onderkennen.