De Vlaamsche School. Jaargang 23(1877)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 113] [p. 113] Overweging. Vaarwel! Vaarwel! o lente van mijn leven, Wier zon zoo mild haar blijde glanzen spreidt; Aan andren zij uw vreugde, uw lust gegeven; Naar de eenzaamheid voelde ik mij heengedreven; Want 't leven is zoo kort, en lang is de eeuwigheid. De wereld noemt mij dom en onbezonnen, Veracht, versmaadt het leven dat ik leid; Zij roept: ‘Kom, put uit mijne vreugdebronnen, Het leven is nog nauw voor u begonnen!’ Maar 't leven is zoo kort, en lang is de eeuwigheid. Hoe rustig klopt in deze stille woning Mijn hart, o Heer, dat zich voor U bereidt; Schenk me Uw gena, o machtg Heemlenkoning, Volharding zij mijne eenige belooning; Het leven toch is kort, maar lang is de eeuwigheid. P.V. Vorige Volgende