Jan de Bazier, zilverdrijver te Antwerpen in de XVIIe eeuw.
Bij acte, gesloten te Antwerpen in 1666, den 6 Mei, tusschen de Schepen der stad Gent en Jan de Bazier, zilverdrijver, verbond zich deze om aan eerstgenoemden te leveren en te maken ‘een schier gedreven bazyn en vaze, van het beste gekeurt zilver ende goudt, volgens costumen ende keure van Antwerpen. Moet zijn, aen alle kanten vergult, inhoudende naer het leven uytgedreven, te weten 5 conterfeytsels van Z.M. de Koning van Spagnien en van Philips IV, III, II, ende Carolus V, met de leeuwen ende Italiaensche looveren daerneffens, springende uyt de corne copia; welke vase ende bazyn moet komen te wegen 310 ofte 320 oncen.’
Den 12 November deszelfden jaars werden beide kostelijke stukken ten stadhuize van Gent geleverd. Het laatste woog 30 mark 5 oncen 6 Engelschen; de vaas had een gewicht van 24 mark 7 ½ oncen, samen dus 434 ½ oncen 6 Engelschen. Gerekent aan 7 gulden de once, bekwam de kunstenaar voor zijn werk 3.034 gld. 12 stuivers.
F.D.P.