Buitenland.
Amsterdam. Koolemans Beynen, een der uitstekendste zee-officieren van de Nederlandsche vloot, heeft, als liefhebber, deelgenomen aan den tocht, dien Engeland nu laatstelijk heeft uitgerust ter opsporing van de Noordpool. In eene voordracht, onlangs door hem daarover gehouden in deze stad, verhaalde hij, onder andere, het volgende: De Eskimos hebben een afzonderlijk woord voor Hollanders; zij noemen hen Arpanjaks (walvischmenschen) en hun werd duidelijk gemaakt dat de heer Koolemans Beynen een Arpanjak was. Het geheele dorp liep leeg om den Arpanjak te zien. De herinnering aan de Hollanders was bewaard gebleven. Een Eskimo, de oudste man, wist zelfs dat de vader zijner moeder een Arpanjak had gekend. Een ander bracht den heer Koolemans Beynen eene in zeehondenvel gewikkelde tabaksdoos uit de zeventiende eeuw, met het nog niet verouderde opschrift: ‘Gezelschap van de jonge vrouw is de zeeman zelden moe.’ Door ruilhandel was deze doos ongetwijfeld in handen der Eskimos gekomen en eerbiedig door hen bewaard.
- In eene der zalen van het Trippenhuis (museum), die waarin Rembrandts Staalmeesters hangen, is door het wegnemen van het linnen behangsel, een houten plafond met beeld- en schilderwerk ontdekt, waarvan het middenvak eene voorstelling uit de oude godenleer vertoont.
Heerlen. In deze Nederlandsche gemeente zijn onlangs goed bewaarde muntstukken opgegraven met het randof opschrift Nerva en Caesar Aug. Voorts zijn nog opgedolven eene aschkruik (urn), die geheel gaaf was, doch door onvoorzichtigheid gebroken werd; een honderdtal aarden potjes en schoteljes (keukengerief), eene ijzeren spies, het spits van eenen pijl, scherven met voorstellingen uit de jacht, groen glas van flesschen, eene menigte steenen, een muntstuk van Nero, een van Trajaan en andere, een kleine handmolen van 0m45 in doorsnede, welke op een voetstuk stond. De grond, waar dit een en ander gevonden werd, strekt zich uit aan de beide zijden van den weg naar Maastricht tot aan de hoeve van Geleen, welke plaats den naam van Dodeslager draagt en waar talrijke beenderen gevonden zijn, benevens Romeinsche grafsteden. Men veronderstelt dat hier het oude Coriovallum gestaan heeft.
Kampen. Blz. 27 hebben wij de lijst medegedeeld der leden van de regelingscommissie van het xvie Nederlandsch taal- en letterkundig congres. Voor de kosten en feestelijkheden, bij gelegenheid van het congres, in deze stad te houden, is voorloopig 2000 gl. beschikbaar gesteld.
Parijs. Om houtwerk en meubelen, door den worm aangetast, hiervan te bevrijden, wordt door Lauezzar aanbevolen, carbolzuur en terpentijn, bij gelijke deelen, te mengelen en dit vocht met een dun, langharig penseel in de openingen te brengen, waardoor het ongediert dan zou te voorschijn komen en sterven. In plaats van terpentijn kan ook lavendelolie gebruikt worden.