De Vlaamsche School. Jaargang 23
(1877)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijWapenschild der abdij van Postel.Welk is eigenlijk het wapen van het Postelsch klooster? Velen, verwonderd deze vraag te hooren stellen, zullen ons ten antwoord naar Foppens, Leroy, Butkens en anderen verwijzen, en daar een beeldschrift of rebus aantoonen als het wapen dezer abdij, te weten, eenen post, of boomstam, en de letter L, beide van sinopel, saamgebonden met eene koord, op grond van zilver. Wij waren ook langen tijd in de meening dat dit het echte Postelsch wapen was, wanneer, op zoek naar de wapenen der abten van dit klooster, verscheidene zaken ons onder de hand vielen, welke ons het vermoeden deden opvatten dat er een ander bestond, en na verder onderzoek verkregen wij de overtuiging dat Postel voert: op zilver drie molenijzers van sabel met de spreuk: Cruce vincit veritas; door het Kruis verwint de waarheid. Ziehier eenige bewijsredenen tot staving van onze bewering. Beschouwen wij, ten eerste, eenige der zegels van de schepenbank van Reusel, welke ons in handen kwamen. Gelijk men weet, behoorde de grondheerlijkheid van Reusel aan de abten van Postel, ‘die, als grondheeren, volgens oud gebruik, over dit dorp eene laatbank, uit eenen meier en 7 schepenen bestaande, hebben aangesteld. Dit heeft tot den 2n November 1688 voortgeduurd, wanneer H.H. Mogenden, die sedert den Munsterschen vrede over den eigendom van Bladel, Reusel en Postel met het Spaansche hof in geschil waren, zich het beheer van Reusel hebben aangematigd.Ga naar voetnoot(1)’ Vier van de zegels der schepenbank van Reusel, door verschillige abten van Postel gegeven, hebben wij voor oogen: te midden staat in eene nis een O.-L.-V.-beeld, rechts een klein schild met het wapen van den betrekkelijken abt, links het wapenschild met molenijzers door eenen engel gehouden. De randschriften luiden als volgt: op het eerste zegel, met
Men zou kunnen ons de opmerking maken dat men in de beschrevene zegels het wapen met molenijzers eerder
Buiten het zegel, door prelaat Van Boesdoncq aan de schepenbank van Reusel gegeven, hebben wij van hem een persoonlijk zegel, op hetwelk, in het middenvak, in eene nis, de H. Nicolaas, patroon van Postel, staat; rechts Van Boesdoncqs | |
[pagina 18]
| |
wapen, links het wapen met molenijzers. In den rand leest men: Sig: Cornely. Van Boesdoncq. abbatis. coenobii. Postellensis. Moesten wij op enkele gissingen voortwerken, hier ten minste zou men reden hebben om te veronderstellen dat men het wapen des kloosters heeft willen aanduiden tegenover het wapen des prelaats; het ware zonderling op het zegel eens abts qua talis het wapen eener onderhoorige heerlijkheid en niet dat zijns kloosters aan te treffen. Doch, alle gissingen ter zijde gesteld, ziehier stellige bewijzen. Het is gekend, dat in de abdijen twee zegels gebruikt wierden, namelijk het persoonlijk zegel van den abt en het zegel des kloosters. In de twee laatste eeuwen vindt men algemeen het wapen des prelaats in zijn zegel gesneden en op het zegel des kloosters of het kloosterwapen, of den patroon der kerk, of het een en ander. Wat elders in gebruik was, bevinden wij ook in Postel. De twee laatste eeuwen, dat is sinds de oprichting van Postel als abdij, leveren ons een aantal stukken, bezegeld met het zegel des kloosters, op hetwelk wij nooit anders dan het wapen met molenijzers aantreffen. Volgens dat de abt mede onderteekenaar is der stukken of niet, vindt men al dan niet het betrekkelijk prelaatszegel nevens het kloosterlijke. Bij voorbeeld: een stuk van 8 December 1698 onderteekend door de verschillige kloosterheeren, is gegeven Sub sigillo nostro Conventuali et signatura propria. Een ander sluit met de volgende woorden:... In quorum fidem et robur has subsignamus et sigillis abbatiali et conventuali munimus. In monasterio postellensi hac 8 Jan. 1703. Hierna volgen de handteekens van den abt en de kloosterlingen. Vlaamsche stukken eindigen met deze of dergelijke woorden:... Ter oirconde hebben dit met onsen segel ende naemen bevestigt. Postel 4 October 1708; Ter oirconde hebben wy deesen eygenhandig onderteekent ende met onsen segel becragtight. Actum in Postel den 3 Mert 1728, enz. enz. Het eerst aangehaalde stuk draagt alleen het zegel met de molenijzers; al de andere, door den abt mede onderteekend, hebben daarbij een tweede zegel, namelijk dat van den betrekkelijken abt. Het blijkt dus welk het kloosterzegel en, bij gevolg, welk het kloosterwapen van Postel was. Hier geldt nogmaals de opmerking dat men meermaals het gekende beeldschrift, den post, aan eenen, de letter L aan den anderen kant des wapens, de plaats van schildhouders ziet aanvullen. Hetgeen wij in de zegels waarnamen, bevonden wij ook op de stempels, gebezigd om ingeprint te worden op den band der boeken, op kerksieraden enz... Zoo zagen wij op een aantal boeken, voortkomende van de oude abdij van
Een laatste bewijs vinden wij in het doodsbericht van den abt Isfridus Van den Broeck († 1744). Sprekende van zijne prelaatwording: ‘Pacificus,’ zegt het, ‘ac amans dominus eis venit, dum scutum familiae Conventuali nectens hoc lemma: Omnia in unum, pacis et amoris symbolum subjecit.’ (Hij kwam tot hen als een man van vrede en liefde, daar hij, het wapenschild zijner familie met dit des kloosters verbindend, deze spreuk: Alles in één, als een zinnebeeld van vrede en liefde, er onder stelde.) Nu, welk is dit wapenschild van Van den Broeck, in hetwelk het wapen des kloosters en dit zijner familie samengevoegd zijn? Het is gedeeld; rechts en links op zilver drie molenijzers van sabel; in het binnenschild zes molenijzers, insgelijks van sabel, in Sint-Andrieskruis geplaatst, vier in paal, een rechts en een links. Geen twijfel, of de schrijver van het sterfbericht zag in het binnenschild het familiewapen van den abt, in het hoofdschild het tweemaal uitgedrukte wapen van Postel. Veeltallige oorspronkelijke en onbetwistbare bewijzen brachten ons dus de overtuiging dat het echte wapen van Postel is, zooals wij het hooger beschreven. Van wanneer het in voege kwam en om welke reden het werd aangenomen, hebben wij tot hiertoe niet kunnen achterhalen. F.W. Eene vraag. Kent er iemand het wapen van Adriaen Van Breugel, tienden abt van Postel (1757-1760)? Inlichtingen hierover zullen met dankbaarheid bij het bestuur der Vlaamsche School ontvangen worden. |
|