Internationale maatschappij van aquafortisten, onder het eerevoorzitterschap van H.K.H. de Hertogin van Vlaanderen.
Met kenspreuk: Unguibus et morsu vives.
In den loop van dit jaar, blz. 78, hadden wij het genoegen bovengenoemde nieuwe maatschappij te doen kennen en aan te halen wat toen reeds van haar verschenen was. Sedert dien liet zij nog de volgende platen, mede behoorende tot den jaargang 1875 verschijnen:
Juli E. Verveer ('s-Gravenhage): Visscher; E. Puttaert, Zoniënbosch, bij ondergaande zon; T'Scharner, Na den winter, aan de oevers van de Maas.
Augustus. J.S. Lumley, Een baanstrooper; F. Rops, William Lesly op den buiten aan 't teekenen; A.D. De Mol, Vrouwenhoofd (fantazij).
September. Beauverie (Frankrijk), Vallei van Optevos (Dauphiné); J.S. Lumley, Vischvangst op de Neva; A. Taeié, Hof der Tuileriën.
October. J.S. Lumley, zeer schoon portret van den eerw. heer Drury; E.L. Montefiore, Rotsen van Mainville; H. Saffrey (Frankrijk), een eigenaardig plaatje, getiteld: Een menschenvriend.
November. Bracquemond (Frankrijk), portret van den heer Edwards; Tacée, de twee Sosie (naar Molière); E. Smits, Meisjeshoofd.
December. H.K.H. de gravin van Vlaanderen: Gezicht te Wardenberg (in Zwitserland); De Gourcy: Landschap; C. Van Gravesande: Oevers der Vecht in Holland eene zeer fraaie plaat, die eene geoefende hand verraadt.
Studieplaten. Juli. G. Coindre, drie zeer schoone proeven; J. Gerard (Brussel), Visscher; Ongenoemde, Huiselijk tooneel; E. Lambrichs, De blinde, goede schets; Baes, verschillende schetsen.
Augustus. Landschap (schets), door baron J. Goethals; 'T Scharner, Zeegezicht; Taelemans, Oude vrouw (naar Rops); Mars, Mijne eerste proef; Hannon, De Zwanenberg te Elsene.
September. E. Oubry, landschap; De Mol vader en zoon, studiën naar Verboeckhoven; graaf van Ursel, figuurtje naar Madou; mev. A. Belcour, Boerenbinnenhuis (naar G. Coindre); L. Boudot (Frankrijk), 's Avonds te Mothiers.
October. Juff. M.F. Daniel (Engeland), Herinnering van Stuckeridge; Willes Johnson (Engeland), Herinnering aan Stoodleigh; E. Puttaert, Na het onweder; J. Hippert, eene schets; Mars, De kleine Paul.
November. F. Rops, Parisina; E. Smits, Gezicht op Ostia; De Witte, eene Breister en een Ouderling; Mars (België), Napolitaansche fluitspeler.
December. E.L. Montefiore: eene breed behandelde plaat, de Choubragang in Caïro (naar eene teekening van Makowsky; Lenain (België): een fraai landschapje; A. Taiée, Gezicht uit het Park van Saint-Cloud: V. Hamel (Frankrijk): Gezicht op Etretat bij lage tij; Berthaut (Frankrijk), Aan de oevers van de Doubs, zeer lief.
Hiermede heeft men volledig den eersten jaargang van het Album en van het Studieboek, die twee inderdaad merkwaardige verzamelingen uitmaken. Wij hopen dat de volgende jaargang weldra het licht zal zien.
De graaf en de gravin van Vlaanderen legden op 3 November een bezoek af in den Cercle artistique te Brussel, waar men op hun verzoek de sterkwaterplaten op nieuw had tentoongesteld. De heeren Vervoort, voorzitter, Malou minister, S. Lumley en baron J. Goethals leidden HH. KK. HH. rond. De gravin van Vlaanderen had er de twee door ons reeds vermelde proeven van hare sterkwaterplaten laten tentoonstellen.