De kokosboom.
't Is een kokosboom dien men hier afgebeeld ziet. Hij behoort tot de familie der palm boomen en wordt, naar aanleiding daarvan, ook kokospalm en, om het eigenaardig geruisch dat hij doet hooren als de wind hem schudt, zoomede klapperboom genoemd Zijn wetenschappelijke naam is Cocos nucifera. Hij bereikt eene hoogte van meer dan 30 meters en heeft een slanken, geringden stam. Te recht wordt van hem gezegd, dat hij de nuttigste boom der wereld is. Dat kokosnoten zeer smakelijke en voedzame vruchten zijn, zullen de meeste onzer lezers niet slechts van lezen en zeggen, maar ook bij ervaring, dat is proefondervindelijk weten. In havensteden, gelijk Antwerpen, zijn kokosnoten bijna zoo gemeen als inlandsche vruchten en, in evenredigheid, weinig duurder. Men vindt ze er te koop in de fruitwinkels tegen 1 frank of 75 centiemen het stuk en in de dusgenaamde snoepwinkeltjes verkoopt men ze bij brokjes aan de scholieren, op welke wijze zij ook op straat worden uitgevent door de rondtrekkende appel- en perenleursters. De zeer harde schalen van de kokosnoot, die, volgroeid, de grootte van een menschenhoofd bereikt, worden door de Indianen als kommen gebruikt. Van de harde vezelachtige stof, waarmede de bast van de noot begroeid is, maken zij vlechtwerk en ook touwen, die zeer sterk zijn en waarop de invretende kracht van het zeewater weinig of geen invloed heeft. De jonge bladen worden toebereid en gegeten als koolen; van de bloemstelen wordt zoogenaamde palmwijn of toddy en eene soort van siroop gemaakt, waaruit men den sterken drank trekt, die onder den naam arak gekend is. In alle koopsteden van Europa en Amerika behooren kokosolie en kokosboter tot de handelsartikels die dagelijks op de Beurzen worden omgezet. Zooals bekend is, worden genoemde olie en boter, welke uit de kokosnoot
getrokken worden, voor het maken van zeep en pomade gebruikt. Als wij, bij wat voorgaat zullen gevoegd hebben, dat de boom, waarvan wij hier gewagen, ook hout oplevert dat