Sterfgevallen.
Willem GROEN van PRINSTERER, van wiens ziekte wij gewaagden op blz. 82, is den 19n Mei overleden. Op 21 Augustus 1801 geboren te Voorburg, studeerde hij aan de hoogeschool van Leiden en werd, nog jong zijnde, reeds secretaris van staat bij 's konings kabinet benoemd. Van dan af verzamelde hij de bouwstoffen voor zijn groot werk: Archives de la maison d'Orange, dat het licht zag in 14 boekdeelen (1835-1861). In 1840 werd hij gekozen tot lid der tweede kamer der staten-generaal. Hij schreef onder andere: Iets over den tegenwoordigen oorlog in Portugal, 1826; - Over volksgeest en burgerzin, 1829; - Nederlandsche gedachten, (4 deelen), 1830-1832; - Beschouwingen over Staats- en volkenregt (3 stukken), 1830-1840; - Handboek der geschiedenis van het vaderland (2 deelen), 1841-1846; - Kort overzicht van de geschiedenis des vaderlands, 1842; - Vaderlandsche zangen, 1842; - Ongeloof en revolutie, 1847; - Vrijheid, gelijkheid, broederschap (5 stukken), 1848; - Grondwetsherziening en eensgezindheid (9 stukken), 1849; - Verscheidenheden over staatsregt en politiek (2 deelen), 1849; - Zelfstandigheid der kerk of alvermogen van den staat, 1853; - Verspreide geschriften kerk-, school-, en volkshistorie (2 deelen), 1859-1860; - Parlementaire studiën en schetsen (40 nummers), 1866; - Nederlandsche gedachten (4 deelen), 1869-1872; - zijne redevoeringen, in de tweede Kamer uitgesproken, werden verzameld en uitgegeven in vier boekdeelen, onder den titel: Adviezen in de Tweede Kamer der Staten-Generaal, 1850-1857. Buitendien zouden de titels van
Groen van Prinsterers vlugschriften over staatkunde, onderwijs, godgeleerde en wijsgeerige vraagstukken, eene vrij lange lijst vormen. Bij testamentaire beschikking heeft de overledene, die mag geroemd worden als een der uitstekendste geleerden van het hedendaagsch Europa, aan de koninklijke bibliotheek te 's-Gravenhage de origineelen vermaakt der door hem uitgegeven historische brieven van da Costa, Wormser en Thorbecke.
A.G.
Victor DE BUCK, een der geleerdste leden van het genootschap van Jezus, geboren te Audenaarde, in 1817, is, den 23n Mei, in het Jezuïetencollege te Brussel overleden. Hij nam een ruim aandeel aan het samenstellen der vijf laatst verschenen deelen van de Acta sanctorum en stond bij zijne collegas hoog aangeschreven om zijne uitgebreide kennissen, vooral op het gebied der kerkgeschiedenis. In het Vlaamsch schreef hij Het christelijk Hoeylaert, Passieboeksken en een Leven van den H. Jacobus Lacops.