Buitenland.
's-Gravenhage. - De heer Groen van Prinsterer, die gevaarlijk ziek is, heeft de eer gehad, dat H.M. de koningin persoonlijk, in haar rijtuig gezeten, aan de woning van den beroemden geschiedschrijver naar zijnen toestand is komen vragen en een bloementuil voor den kranke afgegeven heeft.
Zwolle. - Door de maatschappij tot bevordering der bouwkunst is eene commissie benoemd, bestaande uit de heeren J.G.J. Van Roosmalen, J.W. Bosboom en S.J.H. Trooster Bhz., welke zich verstaan hebben met den archivaris, jhr. mr. T.H.F. Van Riemsdijck, tot het opmeten van eenige oude merkwaardige gebouwen, die nauwkeurig zullen in teekening worden gebracht.
Parijs. - Op 24 en 25 April werd verkocht de tweede partij schilderijen, nagelaten door den heer Van Walchren van Wadenoyen. (Zie 1875, blz. 106 en 188.) Onder andere golden: A. Achenbach, Onweder op de kusten van Noorwegen, 8,000 fr.; Waterstroom in Noorwegen 14,500; O. Achenbach, Fontein uit de omstreken van Rome, 2,360; Kinderen die met beentjes spelen, 1,750; J. Aubert, Dromend aan het zeestrand, 2,600; E. de Beaumont, Alles voor de wetenschap, 1,700; H. Bellangé, Voorval uit den Spaanschen oorlog, 1510; Berne-Bellecour, Studielievend, 1,210; Rosa Bonheur, Op weg naar de markt, 48,100; Schaap door een braambosch gaande, 6,800; Bouguereau, Biddend meisje, 4,900; Brascassat, Een stier die op eene weide aan eenen boom knabbelt, 20,500; Rustende dieren op de weide, 1,825; J. Breton, Eene maaister ingeslapen op korenschoven, 3,100; Brion, Leesles, 2,200; Couture, Meisjeshoofd, 3,950; Decamps, Pifferaro bij een Lievevrouwbeeld, 10,750; Italiaansch meisje met hare geit, 6,300; A. De Dreux, Zadelpaarden door een jong meisje bewaakt, 200; P. De la Roche, Herodiade, 15,500; Diaz, Kinderen die boomtakken in een bosch aftrekken, 2,450; E. Dubufe, Het penningske der weduwe, 6,000; J. Dupré, Landschap, (Landes) 8,000; E. Frère, Het naar school gaan, 7,800; Fromentin, Arabieren op de wildezwijnenjacht, 4,600; L. Gallait, Eene arme vrouw met hare kinderen terugkeerende van een nagelezen akker, 16,000; Gerome, Rembrandt in zijne werkplaats,
19,000; Hamman, De ontwaking van den kleinen Montaigne, 3,550; Hamon, Mijne zuster is niet hier, 6,700; Hebert, de Malaria, gewijzigde verkleining van het stuk uit den Luxembourg te Parijs, 9,200; Heilbuth, Kardinaalsknechten op den berg Pincio te Rome, 4,655; E. Isabey, Een hofjonker, 6,100; Zeestrand bij lage tij, 1,100; Jalabert, De gelukkige moeder, 6,250; Jonge vrouwen aan haar tooisel, 1,520; Zalig zijn zij die gelooven, naar eene samenstelling van A. Scheffer, 6,000; Hendrik Leys, Binnenhuis bij een Vlaamschen schilder in de middeneeuwen, 21,200; Triktakspeler, 12.000; Marilhat, Karavaan stil blijvende bij eene fontein, 15,000; Meissonnier, Twee lansknechten, 36,000; H. Merle, Een kind met eenen hond, 4,620; Pettenkoffen, De wagen der gekwetsten, 4,620; Saint-Jean, Bloementuil in eene vaas, 25,000; Bloementuil neergelegd bij eene rotsbron, 6,100; A. Scheffer Dante en Beatrix, 40,000; Christus en de kinderen, 5,100; Schreyer, Wallachijsche boer die een met verscheidene paarden bespannen wagen ment, 1,950; Toulmouche, Het portret (samenstelling uit den ouden tijd), 3,200; Troyon, Een veedrijver, 40.000; H. Vernet, Arabisch paard door eenen neger bewaakt, 3,350; Vetter, Bernard Palissy, 6,300; F. Willems, Voorstelling uit de godsdienstige beroerten onder Karel IX, 5,750; De opvoeding van den jongen prins, 7,000.
Gradgington. - Nabij de spoorwegstatie dezer Engelsche gemeente, is den 27n April, in den achternoen, een gloeiende steen, 8 Engelsche ponden zwaar, met groot gedruisch uit de lucht gevallen. Hij maakte een gat in den grond der weide waarop hij viel van 18 duim diepte. De steen, bijna geheel uit gedegen ijzer bestaande, is nog warm uit den kuil gegraven en naar Wolverhampton overgebracht. Omtrent den tijd dat de steen neerkwam, was er in de lucht een zwaar gedommel gehoord, waarna eene ontploffing werd vernomen die zoo hevig klonk als het losbranden van een kanon. Het had niet gedonderd of gebliksemd. Daarna is een stortregen gevallen die den ganschen avond aanhield.