Kroniek.
Antwerpen. - Den 11n April ordende de gemeenteraad de dienstinrichting van het huis Plantijn, gelijk zij zal afgedeeld zijn tusschen a) den bestuurder die in het lokaal zal wonen, en b) den bewaarder. De aanvragen, voor het bekomen der ambten, aan het stadsbestuur in te zenden vóór 25 April.
- Van den heer E. Gregoir is verschenen: Panthéon musical populaire, in twee deelen. Dit belangrijk en veelomvattend werk van den bekwamen en ieverigen schrijver en toonzetter, is hoofdzakelijk bestemd om het zingen meer en meer te bevorderen en het zangonderwijs te vergemakkelijken en te verbeteren. Sedert vele jaren reeds, wijdt de heer E. Gregoir zijne beste krachten aan dit hoogst loffelijk doel en wij meenen te mogen verzekeren, dat hij daarmede reeds goede uitkomsten verkregen heeft. Zijn Panthéon musical littéraire wenschen wij dan ook in vele handen.
- De te Parijs nieuw aangekochte schilderij van Hobbema, De watermolen, is in het stedelijk museum bijgezet en lokt daar ongemeen veel bezoekers naar toe. 't Is een zeer schoon stuk, een waarlijk puike Hobbema, waarop het Antwerpsch museum met rechtmatige fierheid zal mogen wijzen.
- Koninklijke academie van schoone kunsten. Als kampers naar den prijs van Rome in de schilderkunst werden aangenomen: E. De Jans, L. De Pape, J. Comet, K. Goethals, J. Schoukwits en J. Ubaghs. De stukken van den voorbereidenden prijskamp, die openbaar tentoongesteld zijn geweest, van 9 tot 11 April, waren niet zeer verdienstelijk. Als kunstrechters zijn benoemd de heeren N. De Keyser en F. Pauwels (Antwerpen), E. Slingeneyer, A. Robert, J. Stallaert, A. Thomas, G. Guffens, E. Wouters (Brussel), T. Canneel (Gent), L. De Taeye (Leuven), A. Chauvin (Luik), E. Legendre (Doornik); bijgevoegde leden: de heeren F. De Braekeleer (Antwerpen) en J. Van Severdonck (Brussel). (Zie blz. 7.)
Brussel. - Het in aanbouw zijnde paleis van justitie, welk nog in verre na niet voltooid is, heeft reeds ongeveer 16 millioen frank gekost. Er wordt sedert 16 jaar aan gewerkt. In die tijdruimte heeft het rijk betaald II, 300,000 fr., de provincie Brabant 2 millioen en de stad Brussel 2,700,000 fr. De bouwmeester ontving tot hiertoe 294,889 fr. 94 c.
- Den 17n April is in het hertogelijk paleis de 17e jaarlijksche tentoonstelling der waterverfschilders geopend, in het bijwezen van HH. MM. den koning en de koningin, den heer Delcour, minister van binnenlandsche zaken, en vele andere aanzienlijke personen.
Brugge. - Door een der bladen wordt gemeld, dat het stadsbestuur, voor 2000 fr., uit de verzameling van mgr. Weimaer heeft aangekocht de eenig gekende schilderij van den Brugschen schilder Jacob van Coornhuuse, voorstellende het Laatste oordeel.