Buitenland
Parijs. - De heer Vérard de Sainte-Anne, ingenieur, heeft aan het oordeel der academie van wetenschappen te Parijs, het denkbeeld onderworpen Frankrijk aan Engeland te verbinden bij middel van een ijzeren-weg onder de opene lucht. Deze spoorweg, 35 kilometers lang, zou gebouwd zijn op eene gewelfde brug, welke zou rusten op kunstmatige van beton of watermortel gemaakte rotsen. Een trein zou in 30 minuten over zijn.
- Den 22n Maart trad freule Bettina, dochter van baron Alfons Rothschild, in den echt met haren neef Albertus, zoon van baron Salomo Rothschild, van Weenen. Als eene meldenswaardige bijzonderheid stippen wij aan, dat de jonge jodin, buiten eenen bruidschat van 12 millioen frank, ook een diploma van afgelegd examen als onderwijzeres bezit.
- Nieuwsbladen deelen mede, dat in het verkoophuis van Drouot een geschreven Vlaamsch getijdenboek der xve eeuw, versierd met 18 groote en 5 kleine geschilderde prenten, voor 20,000 fr. toegewezen is aan den heer Labite, vertegenwoordiger van den hertog van Aumale.
- In deze stad zal in 1876 gehouden worden eene tentoonstelling van voorwerpen betrekkelijk spoorwegen en telegrafen, met aanwijzing van de achtereenvolgens bewerkstelligde verbeteringen.
- Voor de aanstaande tentoonstelling van schilderijen zijn reeds 6000 stukken ontvangen.
Lyon. - P. Van der Ouderaa's Laatste rozen genieten in de hier geopende tentoonstelling veel bijval; de schilderij is door bemiddeling der commissie verkocht. (Zie 1875, blz. 195.)
Reims. - In April 1876 zal in deze stad geopend worden eene tentoonstelling van voorwerpen, die betrekking hebben op den geschiedkundigen oorsprong van dit gedeelte van Frankrijk, Gallo-Romeinsche wapens, juweelen en vaatwerk van het Merovingisch tijdvak en andere.
Berlijn. - Den 2n Maart werd alhier met veel bijval voor de eerste maal opgevoerd Wagners nieuw zangspel Tristan und Isolde. De keizer woonde de voorstelling bij. Het stuk wedervoer grooten bijval.
Londen. - John Forster, de levensbeschrijver van Goldsmith, Swift en Dickens, wiens overlijden wij op blz. 32 vermeld hebben, heeft geheel zijne kostbare letterkundige nalatenschap vermaakt aan het South-Kensington-museum, dus aan de natie. Behalve eene uitgebreide boekerij, bevat deze nalatenschap talrijke letterkundige merkwaardigheden, zooals: eene eerste foliouitgave van Shakespeare, al de tooneelspelen van Garrick, eene weergaloos rijke verzameling schotschriften, eigenhandige brieven van Pope, Swift, Byron en andere beroemde schrijvers, de nagelezene proeven van Johnson's Lives of the Poets en van vier romans van Dickens, de oorspronkelijke uitgaaf van Robinson Crusoè en van Goldsmith's Traveller en Deserted Village, een wonderbaar geïllustreerd exemplaar van Grangers Bibliographical History of England, in 31 folio-deelen, met 5562 portretten en platen, eene prachtige verzameling werken van Hogarth, zeldzame plaatwerken, schoone schilderijen van oude Engelsche en Nederlandsche meesters, eene kostbare verzameling van zeldzaamheden enz. Eene der voorwaarden bij die erfgift is, dat de verzameling in haar geheel, in ééne zaal van 't museum zal moeten worden geplaatst, en dat er niets ooit van verkocht of verruild mag worden. Forster liet aan zijne weduwe de vrijheid om al deze schatten gedurende haar leven nog in haar bezit te houden, doch zij heeft edelmoedig nu reeds alles aan de natie afgestaan.
St.-Petersburg. - Er gaat een groote wetenschappelijke ontdekkingstocht over land naar het nog niet in al zijne deelen goed gekende Siberië ondernomen worden. Deze onmetelijke landstreek, welker grond de rijkste delfstoffen bevat zonder dat er tot hiertoe nog veel gedaan is om ze uit te graven, kan, eens voor den handel en de nijverheid ontsloten, belangrijke bronnen van rijkdom opleveren voor Rusland en geheel Europa. Zijnerzijds gaat Zweden pogingen aanwenden om, over zee, een beteren weg dan tot hiertoe gevolgd wordt naar de Siberische kust te vinden.
Rome. - Volgens de dagbladen is in de Via Nazionale, in de grondvesten van het paleis van Antonelli, een geheele boog uit den tijd van Servius Tullius gevonden; men vermoedt dat deze boog de door Livius vermelde Porta Fontinalis zou kunnen zijn, die naar de Arx Martis voerde.