Over het evenwicht der warmte.
Wanneer twee lichamen
gedenkteeken van lodewijk gerrits, op st.-willebrords kerkhof te antwerpen. (zie blz. 161.)
uitgevoerd door l. de vriendt, op hout gesneden door e. vermorcken.
eene ongelijke warmte hebben, gebeurt er van het een naar het ander eene warmtestraling
van ongelijke hoeveelheid, zoodat na eenigen tijd de warmtegraden van beide lichamen gelijk zijn. Alsdan zegt men, dat er evenwicht van warmte bestaat.
De overbrenging
van warmte geschiedt ook bij aanraking. Het is daarom dat wij, als wij een voorwerp aanraken, welks warmtegraad minder is dan die van ons lichaam, het gevoel van koude hebben,
omdat dit voorwerp,
hetwelk neigt tot evenwicht in warmte,
een gedeelte van onze warmte wegneemt. Hetzelfde gebeurt, wanneer wij in eenen kelder komen, die doorgaans dezelfde warmte blijft behouden. In den zomer gevoelen wij er koude, en in den winter warmte, omdat in den zomer de warmte der buitenlucht grooter is dan die der lucht van den kelder; in den winter, integendeel, is de lucht van den kélder warmer. Nochtans zullen wij hier doen opmerken, dat onze lidmaten in sommige gevallen het gevoel van hitte ondergaan bij aanraking van een zeer koud lichaam, zooals bevrozen kwik, omdat alsdan eene te groote hoeveelheid van onze innige warmte zich plotselings ophoopt in een punt. Zoo kan men zich de handen grootelijks verwarmen wanneer men ze met sneeuw wascht.
Een lichaam in warmte-evenwicht, straalt zooveel warmte af als het ontvangt op denzelfden tijd, en de stralingskracht van een lichaam is in evenredigheid met de inslurpingskracht en in omgekeerde rede met de terugkaatsingskracht. Daaruit volgt, dat een lichaam in warmte-evenwicht, hetwelk weinig warmte inslurpt, ook weinig uitstraalt, maar integendeel veel warmte terugkaatst. Bij voorbeeld, indien 100 warmtestralen op een metalen blinkend lichaam (zooals eene zilveren plaat) vallen, zullen er 10 ingeslurpt en 90 teruggekaatst worden, maar in den staat van evenwicht zal ditzelfde lichaam 10 stralen uitwerpen. Eene glazen plaat zal 90 stralen inslurpen en 10 terugkaatsen, maar in denzelfden tijd zal zij ook 90 stralen uitstralen.
Uit deze manier van het warmte-evenwicht te beschouwen, volgt, dat dit evenwicht niet stilstaande is, maar gedurig bewegend, vermits de lichamen gedurig warmte inslurpen, uitstralen en terugkaatsen.
Dr. F.-J. Matthyssens.
Wees steeds gemeenzaam, nimmer onbescheiden.
Neem elks gevoelen op, maar spaar uw oordeel.
Shakespeare.