Kroniek.
Brussel. - In de hoofdstad is gesticht eene afdeeling van het Davids-fonds, onder het bestuur der heeren Nuyts, pastoordeken, dr. Borrewater, P. Tinel, H. De Wende, J.B. Onghenae, G. Adriaensen, A. Jacobs, Beetemé, J. Verheyen, L. Adriaensen, en J. Van Reeth.
- De minister van binnenl. zaken maakt bekend, dat er twee beurzen voor jonge bouwkundigen, elke beurs van 600 fr., te vergeven zijn. De aanvragers moeten in koninklijke Belgische academiën ten minste drie prijzen behaald, een volledig lager onderwijs genoten en zich steeds goed gedragen hebben. De aanvragen met de noodige bewijsstukken worden ingewacht bij den minister van binnenlandsche zaken, vóór 1 December 1875.
Leuven. - Van den heer Adolf Siret is aangekondigd om eerlang te verschijnen een werk van 400 blz., met portretten, sterk waterplaten, houtsneden enz., getiteld: L'enfant de Bruges, Frédéric Van de Kerkhove, paysagiste, mort à l'âge de 10 ans et 11 mois. 1862-1873. Inschrijvingen worden aangenomen bij den schrijver, te Leuven.
IJper. - In het jaarverslag van het gemeentebestuur over 1874, lezen wij, dat men zich ieverig onledig houdt met het rangschikken der archieven, en dat daaronder belangrijke stukken gevonden zijn. Zoo noemt men namelijk bescheiden, waaruit blijkt dat in het jaar 1700 de Antwerpsche schilders Pieter Verdussen en Van Raveschot landschappen en zinnebeeldige schilderingen uitvoerden in de zalen, de gangen en op de trappen van de woning van den intendant Barentin, die door Lodewijk XIV aangesteld was om IJperen de kastelnijen Cassel, Bailleul, Warneton, Poperinghe en de gronden van Merville, Wervicq, Loon en acht parochiën te beheeren. De gevondene stukken doen de voorwaarden van het werk kennen, den tijd dien de schilders er aan besteedden en de vergoeding welke zij er voor ontvingen. Er wordt ook in gemeld, dat de IJperling Jacobus van Vimeure in het huis van den intendant beeldhouwwerk maakte. Andere stukken moeten wetenswaardige bijzonderheden behelzen over bestellingen van een groot getal kunstwerken, tusschen 1625 in 1790 door het IJpersch magistraat gedaan aan kunstschilders, beeldhouwers, penningsnijders enz. Van schier alle bestellingen zijn de contracten voorhanden.