oefend heeft, in 1632 te Delft geboren werd en in 1723 overleed.
Parijs. - Men weet, dat keizer Napoleon III een werk geschreven heeft, getiteld La vie de César. Dit werk is echter onvoltooid gebleven. Het laatste deel werd niet geschreven. De erfgenamen van den heer Plon, door wien Napoleons werk uitgegeven werd, hebben tegen de erfgenamen van den voormaligen keizer een proces ingespannen, tot het bekomen van 666,640 fr. schadevergoeding, wegens het niet nakomen van het contract, in 't jaar 1864 tusschen den heer Plon en Julius Cesars levensbeschrijver gesloten. De rechtbank heeft aan de familie Plon den eisch ontzegd, op grond 1o dat in het contract geen tijdstip bepaald was voor de voltooiing van het werk, 2o omdat de uitgever nooit den schrijver had laten dagvaarden tot het leveren van het laatste deel, 3o omdat, ten gevolge van Napoleons overlijden, de verbintenis als verbroken moet worden beschouwd. De eischers werden veroordeeld in de kosten van het proces. Van het werk zijn nog 25,000 exemplaren over, die in den handel niet veel meer waard zijn dan scheurpapier. Van de twee verschenen deelen werden in den eersten tijd een groot getal exemplaren verkocht. De uitgever betaalde zelfs 192,000 fr. schrijversloon aan Napoleon, die deze aanzienlijke som met zijne talrijke medewerkers deelde. Intusschen duurde de vraag naar het werk niet lang. Van 1867 tot 1870 werden slechts 180 exemplaren verkocht. Sinds 1866 had Napoleon niet meer aan het boek gewerkt; hij had Cesars leven toen tot aan den overtocht over den Rubicon beschreven.
- Een berichtgever uit Parijs deelt het volgende mede: ten einde licht te verkrijgen, zonder van phosphorstekskens gebruik te maken en gevaar te loopen het vuur aan eenig voorwerp mede te deelen, is te Parijs bij oppassers in magazijnen, waar ontplofbare of licht ontvlambare stoffen voorhanden zijn, een vernuftig middel in gebruik, dat door een ieder zeer gemakkelijk kan worden beproefd. Na in een helder, doorschijnend, langwerpig fleschje een stukje phosphorus ter grootte van eene erwt te hebben geworpen, vulle men het fleschje tot op een derde met tot op het kookpunt verhitte olijfolie, waarna het met een kurk wordt gesloten. Door het fleschje te ontkurken, lucht in te laten en daarna weder te sluiten, vult de ledige ruimte in het fleschje zich met een helder schijnend licht, gelijkstaande aan dat eener gewone lamp. Als het licht verflauwt, behoeft men het fleschje slechts even te openen, om een nieuwen voorraad lucht in te laten. Een aldus gereedgemaakte lichttoestel kan maanden achtereen gebruikt worden, alvorens de inhoud behoeft te worden vernieuwd.
Londen. - Er worden gelden ingezameld en reeds heeft men 75,000 fr. bijeen, om te Londen eenen schouwburg ter eere van Shakespeare op te richten. Aan den schouwburg zullen zalen verbonden zijn, waarin Shakespeare's werken en al wat daarover gedrukt werd, benevens schilderijen, beeldhouwwerken en platen, waarvoor de scheppingen van den grooten schrijver de onderwerpen leverden, verzameld zullen worden.
Keulen. - Sedert eenigen tijd is in de domkerk de groote klok gehangen, die gegoten werd uit kanonnen, in den oorlog van 1870 door de Duitschers op de Franschen veroverd. De klok weegt niet minder dan 540 centenaars en wordt de keizersklok geheeten. Maar al de pogingen die er worden aangewend, om haar geluid te doen geven, blijven zonder gevolg; de klok bedankt voor elken klepel. Men vraagt, of het ook zou komen van het Fransch metaal op Duitschen grond?
p.s. Het bovenstaande was geschreven, toen ons het bericht onder de oogen kwam, dat door eenige kleine veranderingen aan den klepel der keizersklok (een klepel ter zwaarte van eenige duizende ponden), nu met de klok geluid kan worden.
Bayreuth. - De groote repetitiën in den Wagner-schouwburg zijn sedert eene week begonnen en zullen 14 dagen duren, elken dag 4 uren lang. Bijzondere aandacht trekt de inrichting van het orkest, 't welk zoo diep gebouwd is, dat de toehoorders alleen het tooneel zien en door de bewegingen der orkestleden niet afgeleid worden, hoewel de zangers en zangeressen natuurlijk den bestuurder en de meeste leden van het orkest voor oogen hebben. De koperen en slaginstrumenten echter zijn ook voor hen onzichtbaar, daar zij onder het tooneel geplaatst zijn, ook om den klank eenigszins te dempen.
Rome. - In den tuin van Vezius Agorius Pretestatus, welke tusschen het plein Manfredofanti en de statie gelegen is, zijn drie ruwe voetstukken uit den grond gegraven, nevens welke twee standbeelden lagen, die elk 1m20 hoog zijn; het eerste van beide stelt een meisje voor, met eene lichte tunica gekleed, het tweede een ouden herder, in herten- of hondenvellen gehuld, die een lammeke onder den arm houdt. Daarenboven is in den tuin van Mecenas opgegraven eene fontein uit Pentilisch marmer, die den vorm van eene drinkschaal heeft; de voet bestaat uit eene gevleugelde chimera met vastgesnoerd haar; het bovengedeelte er van is gedeeltelijk met ribben, gedeeltelijk met hooggewerkte sieraden versierd, welke tot den bacchusdienst behooren; het geheel rust op eenen struik van bloeiende waterplanten.
- Men is druk bezig met het gereedmaken van het vroegere Collegium Romanum, waarin de nieuwe Victor-Emanuel-bibliotheek zal worden opgericht. In het reusachtig gebouw zullen buitendien het gymnasium, het lyceum en de technische leerinrichting gevestigd zijn. De bibliotheek zal de grootste wezen, welke Italië bezit; men wil haar brengen tot 700,000 deelen. Haar kern zal bestaan uit de 60,000 deelen, welke uit de bibliotheek der Jezuïeten en uit die der afgeschafte kloosters afstammen, zoover ze niet in de Bibliotheca Angelica eene plaats konden vinden. Voorts zal in het Collegium Romanum worden geplaatst het met verscheidene voorwerpen verrijkte museum van leermiddelen; het museum Kircherianum, beroemd door zijne verzameling antieken, munten en christelijke oudheden; het nijverheidsmuseum, door de gemeente met behulp van den staat opgericht; het vóórhistorische museum; het museum van opschriften en het Italiaansche museum (laatstgenoemd bevat Oskische en Etrurische oudheden). Eindelijk wordt het gebouw behouden voor eene sterrewacht, die thans onder de leiding van pater Secchi staat. De bibliotheek der Minerva, waaraan evenzeer herstellingen worden gemaakt, is tot opname van kerkelijke werken bestemd.
Konstantinopel. - De Turksche regeering heeft besloten, alle studenten, die op hare kosten in 't buitenland aan hoogescholen hunne opleiding ontvangen, terug te laten komen. De echte Turken hebben zich nooit met het studeeren aan buitenlandsche hoogescholen kunnen verzoenen. Ook schijnt het, dat de Turksche jeugd te dom was om te Parijs, Weenen of Berlijn veel wijsheid op te doen. Hunne ontwikkeling was te zeer verwaarloosd, dan dat zij het hooger onderwijs met vrucht konden volgen.